Vanmorgen ging ik met de hond wandelen. Toen ik weer thuis kwam, merkte ik dat ik de sleutel had vergeten. Buitengesloten! Mijn vrouw was kort nadat ik met de hond was vertrokken, naar de supermarkt gegaan, en had de poort op slot gedaan. Omdat ze nog meer winkels moest bezoeken, kon het even duren voordat ze thuiskwam. Mijn mobiel lag binnen, naast die van haar. Nadat ik de hond met zijn ketting had vastgelegd aan de poort, rende ik naar de supermarkt, aan de overkant van de straat. Op een drafje stoof ik door de winkel, gang in gang uit, maar nergens een echtgenote te bekennen. Dan maar weer snel terug naar huis. Wat nu? Mijn poging om over de schutting te klimmen, mislukte jammerlijk. Ik ben ook niet meer de jongste! Vervolgens rap naar het huis van de achterburen, onze tuinen grenzen aan elkaar. Daar aangebeld, maar geen reactie. Juist toen ik weer wilde weglopen, hoorde ik een sleutel in het slot van de voordeur draaien. Achterbuurvrouw, in ochtendjas, deed open en keek mij vragend aan. “Kan ik via de tuin? Sleutel vergeten,” legde ik uit. Geen probleem. Even later stond ik in mijn eigen tuin, en kon ik weer naar binnen, in mijn eigen huis. Eerst nog de hond los gekoppeld van de poort, en daar kwam mijn vrouw terug, met de boodschappen. Ik vertelde mijn verhaal, en dat ik haar in de supermarkt had gezocht. “Ik ben nergens anders geweest dan in de supermarkt,” beweerde ze. We waren elkaar daar echt faliekant misgelopen.Het deed me denken aan een voorval, ruim vijf en dertig jaren geleden. Ik woonde nog bij mijn ouders op de boerderij. Het was hartje winter, en vroor dat het kraakte. Het was laat, en ik lag al in bed, toen ik mijn moeder naar boven hoorde komen, naar mijn slaapkamer: “Vader is straks nog naar achter gegaan, om te kijken of alles goed is, en komt maar niet terug. Ga eens kijken, misschien is er iets gebeurd,” sprak ze bezorgd. Met mijn broer, die ook uit bed was getrommeld, liep ik via de koeienstal naar achter, naar buiten, waar aan de overkant van de weg de varkensstal stond. Het was pikkedonker, en niets te zien. We riepen. Niets. Vervolgens liepen we buiten, langs de koeienstal, weer terug. Ook niets. Raar! Weer terug in het woonhuis, was daar moeder, die alsmaar bezorgder werd. “Misschien is hij het veld ingelopen?” Mijn broer en ik stapten in de auto die voor het huis stond, en reden de velden in. Het was ijskoud, en akkers en weilanden waren wit uitgeslagen van de vorst. In het maanlicht hadden we een duidelijk zicht. Maar; geen vader. Na zo een eindje te hebben rondgereden, maakten we rechtsomkeert. We vroegen ons nu echt af wat er aan de hand kon zijn. Thuis aangekomen troffen we vader en moeder in de keuken. Vader een beetje gepikeerd, omdat wij ons onnodig druk hadden gemaakt. Juist op het moment dat wij vanaf de varkensstal de route buiten langs de koeienstal naar voren waren gelopen, had vader de binnenweg gekozen. Opluchting, maar frappant hoe je elkaar soms totaal kan mislopen.

Categorieën: Algemeen

G.van Stipdonk

Gerard van Stipdonk. Mijn motto: Wie schrijft die blijft.

7 reacties

Mien · 28 november 2018 op 07:20

Waar ik aan denk?
Aan een mop. Over mislopen gesproken.
Een man komt terug van de hoeren en merkt dat hij zijn trouwring kwijt is.
Hij keert terug en zoekt samen met haar naar de ring.
Maar niets gevonden.
‘Misschien zit ie wel in …’, zegt het hoertje.
De man voelt maar niks hoor.
‘Misdchien wat dieper?’
Zijn hele arm gaat erin, zijn hoofd, maar helemaal niets gevonden.
‘Kruip er maar hrlemaal in’, zegt het hoertje.
Na een kwartier lopen en zoeken komt hij een arabier tegen.
‘Heb jij misschien een trouwring gevonden?’
De arabier ligt vervolgens in een deuk van het lachen.
‘Ben jij je trouwring kwijt? Houd maar op. Ik ben al een week op zoek naar mijn kameel!’

    G.van Stipdonk · 30 november 2018 op 09:52

    Inderdaad een bizar verhaal. Ja, die Arabieren kunnen ouwehoeren:
    Een Arabier loopt met zijn kameel in de woestijn en merkt dat het beest naar links trekt. De Arabier ziet in de verte een “garage” en loopt er heen. De monteur vraagt wat er aan schort en de Arabier vertelt aan de monteur dat de kameel met het lopen naar links trekt! “Oh zet u hem maar op de brug.” De kameel wordt op de brug gezet, de monteur pakt 2 bakstenen en slaat ze tegen elkaar met de ballen van de kameel er tussen. Het dier vliegt als een raket kaarsrecht door de woestijn. “Zo dat is klaar!” deelt de monteur mee. “Ja, maar….” vraagt de Arabier, “hoe krijg ik nu mijn kameel terug?” Monteur: “Gaat u maar even op de brug staan!”

Nummer 22 · 30 november 2018 op 18:28

Tsja, zo komt een man uot het midden oosten bij de dokter .. ‘ ik heb zo’ n rugpijn door op een kameel de hele dag te rijden!’. Gaat u even gebukt staan met uw billen naar mij toe. De dokter gaat met zijn hand de anus in… Doet t hier pijn? Nee dokter.. hoger! De dokter gaat er met zijn hele arm in en zegt…. ik voel wat.. ik trek het er even uit… zozo een bos bloemen? Waarop de man uit het midden roept ‘ voorrr jouuuu!’

    G.van Stipdonk · 30 november 2018 op 22:51

    Nog eentje dan: Een Arabier klopt buiten zijn kleed uit. Komt zijn buurman naar buiten en zegt: “Zo buurman, wil ‘ie niet starten!”

Mien · 1 december 2018 op 15:50

Een olifant en een kameel lopen door de woestijn.
Zegt de olifant tegen de kameel: “Zo hee, wat heb jij dikke tieten op je rug.”
Zegt de kameel: “Nou jij dan, met die lange piemel op je neus.”

G.van Stipdonk · 1 december 2018 op 16:42

Er loopt een man door de woestijn, zonder water en met vreselijke dorst. Dan komt hij een man op een kameel tegen. “Water, water, alsjeblieft.” “Sorry, maar ik verkoop alleen stropdassen.” zegt de man. De dorstige man kruipt voort. Even later komt hij weer een man op een kameel tegen. “Water, water, alsjeblieft.” “Sorry meneer, ik verkoop alleen stropdassen.” Na een tijdje ziet hij opeens een restaurant in de woestijn. “Eindelijk drinken.” denkt hij en kruipt met zijn laatste krachten naar het restaurant. Bij de deur wordt hij tegen gehouden. “Zonder stropdas komt u er echt niet in meneer.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder