Ik dwaalde door de stad op weg naar nergens, toen ik mijn mobiel voelde trillen, een sms. Bericht van mijn Lief. Of we elkaar nog gingen treffen in de stad. Ik tikte terug dat om kwart over elf, de Korenbeurs onze ontmoetingsplek zou zijn. Tevreden hervatte ik mijn zonet nog doelloze stadsfietstocht. Ik kwam natuurlijk te vroeg aan. Het kwartier doodde ik met een bezoek aan nog een boekenwinkel. Veel titels gezien, niet gekocht. Het is leuker om verleidingen te weerstaan dan om er voor te vallen. Tussen de marktkramen door, liep ik naar de Korenbeurs. Daar stond ze. Ze keek uit richting de Folkingestraat. Ik keek een kort ogenblik naar mijn vrouw in het wild. Tevreden over de aanblik, trok ik zwaaiend haar aandacht. Ze lachte.

We besloten koffie te gaan drinken. Schuin tegenover de Korenbeurs is Zomers gevestigd in een statig achttiende-eeuwse stadswoning. We komen er regelmatig. Leuke lui, fijne kaart en een goed terras met zon en luwte, prima plek om bij te komen van de stadsdrukte. Als je de uitgesleten treden van de buitentrap ben opgeklommen kom je in een gang met marmer op de vloer. De monumentale gang die over de hele lengte van het pand loopt, is de aorta van het café. De bediening loopt er af en aan met volle dienbladen van de keuken naar de klanten in het restaurant. Een tafel met een bloemstuk is het enige dat er normaal staat.

Maar vanochtend stonden er minstens zeven kinderwagens gestald. Zo´n kinderwagen is tegenwoordig onbescheiden breed. Forse wielen en bolle randen maken duidelijk dat er een uniek kind in de bak ligt. Met moeite persten we ons langs het wagenpark. Even aarzelden we. Waren we wel welkom zonder baby? De deur naar het restaurant zwaaide open, een bedienmeisje laveerden tussen de buggy’s door met haar dienblad vol vieze kopjes. Er klonken babyhuiltjes.

Achter de bar stond een van de eigenaren. Vertrouwd gezicht. In het voordeel van het café zag ik twee moeders met hun kleintjes op de arm. En achterin, weggestopt achter de bar, wemelde het van moeders met pasgeborenen. In de voorkamer was een tafeltje vrij. Een veilig tafeltje want ernaast zaten twee studentes te overleggen over hun afstudeerproject. Van die ambities zouden we geen last hebben tijdens onze koffiebreak.

De eigenaar kwam bij ons tafeltje. Als mede-ouder weet hij hoe fijn het is om zonder kinderen de stad in te kunnen. Even geen moeten, dat idee. Hij glimlachte op onze vraag of wij zonder buggy mochten binnen komen. Met een tja-ik-kan-het-ook-niet-helpen gebaar, wenste hij ons een fijne ochtend zonder kinderen toe, geniet ervan, zo zei hij toen hij onze bestelling kwam brengen. Hij verdween tussen de moeders.

We waren op onze hoede. Ongestoord koffiedrinken met zoveel krijskanonnen om je heen is een waagstuk. Verwonderd om de invasie van zuigelingen staarden we in het rond. Waarom kwamen alle nieuwe mama´s hier samen. Ondertussen reden om het kwartier prille moeders nieuwe ladingen potentiële huilbaby´s binnen. De gang moest nu geheel verstopt zijn. Er daalde ineens een rust neer in het café. De borstvoeding deed wonderen. De melk had overvloedig gestroomd. Voldaan lagen alle baby’tjes in een diepe roes. Fijn voor de mama’s, dan konden ze nu met hun collegaatjes vergelijkende gesprekjes over brulpartijen of driftbuien van de kleine voeren. Gesprekken die steevast eindigen met ‘nou dat heeft die van mij helemaal niet.’

Na een tweede koffierondje braken we op. Er was een smal paadje tussen de kinderwagens opengehouden om de uitgang te bereiken. Ik hield galant de deur open voor een moeder die te laat kwam en gehaast haar maxi-cosy naar binnen tilde.

’s Avonds aan het avondeten, vertelde ik over onze avonturen in Zomers. Nog steeds begrepen we niks van de verzameling prille mama´s en hun kroost. Misschien een verjaardagspartijtje of een reünie van de zwangerschapsyoga. Mijn dochter, oplettende tv-kijkster, riep meteen dat ze wist hoe het zat. Ik keek haar verbaasd aan toen ze mij uitlegde dat op vrijdagochtend Zomers een borstvoedingscafé organiseerde. Had ze op de stads-tv gezien. Al geloofde ik haar op haar woord, ik heb toch even gegoogeld. En ja hoor, het bestaat. Sommige ondernemers denken ook aan alles.

Categorieën: Algemeen

7 reacties

LouisP · 18 april 2011 op 18:17

“We besloten koffie te gaan drinken.”
Leuk stuk, ‘k heb ‘m voor mezelf maar eens in TT gelezen. Leest prettiger.

Gesprekken die steevast eindigen met ‘nou dat heeft die van mij helemaal niet.’
Leuke zin…

sylvia1 · 18 april 2011 op 21:20

Mooi verhaal! Ik vond dit erg leuk:
[quote] Ik keek een kort ogenblik naar mijn vrouw in het wild. Tevreden over de aanblik, trok ik zwaaiend haar aandacht. Ze lachte. [/quote]

kawagtr · 18 april 2011 op 21:23

Uhhhhh Ik ben nieuw hier, maaruhhhh wat is TT?

sylvia1 · 18 april 2011 op 21:31

tt = tegenwoordige tijd

Fem · 19 april 2011 op 07:32

Het moet niet gekker worden 😉
Leuk verhaal!

SIMBA · 19 april 2011 op 16:26

En ik maar denken dat het handige van borstvoeding nou net was dat je het óveral kon geven……moet je er blijkbaar voor naar een bepaald café 😀

pally · 19 april 2011 op 20:02

Hier en daar had het van mij iets compacter gemogen. Maar ik vond het toch een vermakelijk stukje. Ik was even in de war toen je het’voordeel’van het café noemde. Ik dacht aan een heel ander voordeel.
Kon je daar ook moedermelk bestellen? 😀

groet van pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder