De leukste grappen vind ik degene die per ongeluk gemaakt worden.

Je kent ze wel, de versprekingen, verhaspelingen en uitspraken uit de categorie ‘zo bedoelde ik het helemaal niet niet’.

De meeste van deze taalsnacks hebben zo hun eigen doelgroep. Kinderen bijvoorbeeld, zijn meesters in versprekingen en creatieve ombuigingen. Neem nou het stukje dat ik op Vrouwonline schreef overal Annabel en de parachute in haar buik. Soms is het echt raden wat er wordt bedoeld en er zijn inmiddels talloze boeken uitgegeven met briljante kinderuitspraken. (“Oma, kan jij nog eieren leggen”, “Mag het donker aan?” “Mam, daar staat een kip in bloei” om er maar een paar te noemen.)

Maar ook volwassenen kunnen er wat van. Zo spaar ik al jaren verhaspelde uitdrukkingen, want mán, wat zijn we daar góed in! “Hij is een heet geblakerd mannetje” “Dat kwam zomaar uit de hoge hoed vallen” en “Ik had het schaamrood op mijn lippen staan.” Zomaar een paar recente. Ik heb er tegenwoordig zelfs een hele pagina aan gewijd. Neem eens een kijkje, echt, je blijft lachen.

En tenslotte is er dan nog de categorie ‘zo bedoelde ik het helemaal niet’. Die vind ik vaak het aller, áller grappigst. Alleen mag je dáár dan weer vaak niet om lachen. De grap wordt meestal per ongeluk gemaakt en niet zelden heeft de spreker helemaal niet door wat hij zegt. Niet bepaald beleefd om iemand op zijn uitspraak te wijzen middels een gierende lachbui.

Ik grinnik dus maar regelmatig in mijn vuijstje. (Om er later over te bloggen, dat dan weer wel.)

Zoals die keer dat de buurvrouw vertelde dat ze naar de vogelopvang was geweest met ‘een dooie duif in haar doos’. En wat te denken van de accountmanager die me vroeg: “En wat is de omzet, schat je?” (“Nou lieverd…”) Gelezen in de krant: “De naaktloper is in zijn kraag gegrepen.” De voorbeelden zijn eindeloos en ik kan er echt van genieten als ik weer een goeie te pakken heb.

De mooiste in het rijtje hoorde ik afgelopen weekend van mijn schoonmoeder. Zij vertelde over een vrouw die ze van vroeger kende. Ze kon zich haar niet zo heel goed meer herinneren, maar ze wist nog wel ‘dat die vrouw ze een héle mooie poes had’.

Tja.


Esther Vuijsters

Al ruim negen jaar schrijf ik (Esther, 39) bijna dagelijks een stukje. Eerst op de site van Viva, later op Vrouwonline en sinds kort op mijn eigen homepage. Daarnaast schrijf ik columns en influenceblogs. Onlangs verscheen mijn eerste roman "Je kan er maar beter om lachen". Samen met man Paul (42) en dochters Lizzy (10) en Annabel (7) probeer ik elke dag tot een succes te maken.

5 reacties

Ferrara · 3 mei 2013 op 18:04

Ja leuk. Ik verzamel dergelijke zaken ook al jaren en maak er foto’s van als de situatie erg leuk is.

Libelle · 3 mei 2013 op 21:15

Nou Esther, jij ziet jezelf wel zitten.
Dat mag, maar noem je zelf deze advertentie nog een column? De uitsmijter bezorgt mij een kater!

Mien · 3 mei 2013 op 22:34

Esther, de 2e link in je column doet het niet.
Laat dat nou net degene zijn die me nieuwsgierig maakt.
Gierig naar nieuws … ook al zo’n maffe taalhaspel!
Contradictio in termibus … ?
Leuke column.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder