nieuwtaal

Bij de kassa zet ik zorgvuldig mijn boodschappen op de lopende band. Flessen en pakken vooraan en de kwetsbare dingen zoals chips en koekjes achteraan. Als ik dan de caissière gepasseerd ben kan ik alles in de juiste volgorde in mijn tas pakken. De vrouw die achter me in de rij staat begint echter mijn boodschappen te verplaatsen.
– Heeft u haast?
– Nee, maar jullie mannen doen dit altijd zo onhandig.

Jullie mannen? Onhandig? Godverdomme blepteef, blijf met je rimpelstaken van mijn boodschappen af. Ben je nou helemaal van de plaat geraapt. Ga bekpeddelen met de vakkenvuller in het drankpad, of muilkluiven met de bedrijfsleider. En als die niet willen ga dan handkarren, maar laat mij effe chillen ja. Huppelkut. Zonet bij de vleeswaren zat je me ook al dwars, ongelofelijke hangmuts. Je ziet er ook nog eens niet uit ook niet. Ik weet ook wel dat je het niet kunt helpen dat je enorme hangtieten hebt, maar berg ze dan in ieder geval op in een beugel-bh. En bedek je spataderen met een lange broek. Grijze greppelkut. Had je dan niet in de gaten dat je bij binnenkomst al met je hoerenkar tegen m’n hielen reed? Flikker toch stijf, treurdoos. Zorg straks maar dat je snel uit de parkeerplaats naait, anders zal ik eens een deuk blazen in de achterkant van die blufbak van je man. Zodanig dat hij nooit meer met je wil kontkletsen. Als hij al een staande ovatie van jou kan krijgen, maar denk het niet. Dus downdate dan je kutbrommer maar en maak een soloritje, brokkenteef. Maar blowe voortaan van m’n boodschappen af, duidelijk?

Ik reken af en kijk om naar de vrouw achter me. Als ze nog één keer mijn boodschappen aanraakt ga ik hardop zeggen wat ik van haar denk.