Zondagmiddag, half twee.
Met de zon in m’n gezicht, m’n rode killershoes aan en LL Cool J met z’n beruchte “doin’ it” in m’n oren, rijd ik Selwerd tegemoet.
Maar als ik het tuinpad nader, gaat de muziek abrupt uit; dopjes uit de oren. Ik sta voor het tuinhek, en binnen een paar seconden vindt er een persoonsverandering plaats. Daar zit m’n zusje op d’r groene dwergenstoeltje. M’n vader en stiefmoeder zitten eromheen, ze lunchen met elkaar, als een hecht gezin. M’n zusje praat ronduit en m’n ouders bedwelmen en beamen met liefde en compassie.
Een gevoel staat uitgebeeld: het vierde wiel aan de driewieler.
Ik, daar bij het hek.
Ze merken me niet op.
Ik luid m’n aanwezigheid in met m’n fietsbel.
Het tafereel is verstoord; de blikken wenden mijn kant op.
M’n zusje springt op, haar oogjes twinkelen. Rap begint ze haar woordenspel weer van voor af aan. Ontcijferen kan ik de woordenbrij niet, maar het is duidelijk genoeg om eruit op te maken dat zij m’n aanwezigheid tenminste wel op prijs stelt.
Ik lach terug, en knik.
Een knuffel, een kus op haar bol.
Gister ben ik vergeten, gister ben ik niet meer
Voor even
Stroomt er oprechte liefde vanuit het warmst van m’n hart naar iemand toe
Zusje..
Mijn ouders verlaten het huis, en ik pas op m’n zusje. Wat raar is: misschien zou zij soms beter op mij kunnen passen.
We spelen in de tuin; we bakken zandtaartjes en gooien met de plastic Jip en Janneke strandbal.
Dat zoveel simpelheid zoveel voldoening kan geven.
Het voelt als een simpele toast die je honger stilt; precies wat je nodig hebt.
Aan de andere kant van de schutting hoor ik de buurmeisjes in het zwembadje poedelen en ondertussen bekvechten. Opeens zegt het oudste meisje tegen haar zusje: ,,Lisa, wat heb jij een mooie rug, is die van mij ook zo mooi?” Zonder te aarzelen antwoordt Lisa: ,,Nee”. Het andere meisje begint hard te grienen.
Kippenvel krijg ik bij het aanhoren van deze dialoog.
De meedogenloze puurheid van kinderen.
Als kind hoef je je nog niet in allerlei rollen te wringen; je bent jezelf, zelfs tot het botte aan toe. Gelukkig is mijn zusje (nog) niet zo bot, ze is anderhalf jaar.
Ze lacht en speelt, roept “hallo”naar passerende mensen en knoopt (eenzijdige) gesprekken met ze aan. Ze knuffelt alles; haar knuffelknorrie, de dieren uit haar “Grote boerderij boek” en zelfs de stofzuiger ( Henry, met de ogen) is niet veilig voor m’n zusjes oneindige “liefde”.
Liefde? Ondefinieerbaar misschien…Niet-wederzijdse liefde is misschien wel zoveel makkelijker dan de wisselwerkende liefde of de geheel ontbrekende liefde.
De rol van “verstandige grote zus” wekt schaamte bij me op: ben ik dit wel echt? Is dit hypocriet of moreel? M’n pupillen zijn weer normaal; sporen zijn uitgewist. Maar gedachten zijn hardnekkig.
De simpelheid kan dit niet aan.
Net een kwartier voordat m’n ouders thuiskomen, komt een indringende geur me tegemoet. Het doet me denken aan iets bloemkolerigs…Het geurspoor leidt naar m’n zusje…
Op de subtiele vraag of ze “een poepje” heeft gedaan, antwoordt ze standvastig “nee”. Hoewel ze in de “nee-fase” is, neem ik het antwoord maar al te graag aan. “Wat we niet zien is er niet”, en ja…over de geur: onze zintuigen bedriegen ons toch wel vaker?
Maar als ze zelf even later over “een poepje” begint, is er geen negeren meer aan.
Preutsheid: ik durf geen luier te verschonen.
Onschuld; ooit was ik zelf zo een klein, lief, maagdelijk, onverpest meisje.
Gelukkig arriveren m’n ouders net op tijd om de luierklus af te maken.
Ik praat nog een tijdje bij met m’n stiefmoeder, de andere (ware?) “ik” komt deels naar boven. Zij kan er wel om lachen. Mijn vader niet, maar die bevindt zich alweer in de tuin. Aan het spelen met z’n dochtertje.
Volmaaktheid. Perfectie.

Nee, ik paste daar niet.


6 reacties

Isabeau · 21 april 2007 op 19:22

Niemand is perfect hoor 😉

Haha komt me wel allemaal bekend voor, mijn zusje zit volgens mij der hele 6-jarige leven al in de nee-fase 😛

Leuk stukje 🙂

KawaSutra · 22 april 2007 op 00:59

Mooi geschreven Smartie en voor mij heel herkenbaar als ik in de huid kruip van mijn oudste zoon. Het opent zelfs luiken die ik voor de veiligheid maar had gesloten.

Rose · 22 april 2007 op 06:26

Heel goed, en voor mezelf heel herkenbaar.

Ook al komt het niet erg naar voren, ik proef toch wat triestheid in je stukje. Of komt dat nou omdat ik hier zelf zo’n herinnering aan heb?

Mooi geschreven…

Mup · 22 april 2007 op 18:04

Beschreven als iemand die zich een betrokken buitenstaander voelt, tenminste dat proef ik eeruit, mooi beschreven,

Groet Mup.

DriekOplopers · 22 april 2007 op 22:41

Heel mooi gedaan, Smartie. Verschrikkelijk gevoel, daar niet thuis te horen. Mijn hart breekt.

Ik las je column in diepe bewondering.

pally · 22 april 2007 op 22:54

Weemoed, verlangen en realiteitsgevoel heb je goed met elkaar verweven in deze persoonlijke column. :wave:

groet van Pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder