In weer en wind gaan ze elke vrijdag naar de supermarkt. Dat zijn ze zo gewend. Vroeg in de middag, na het boterhammetje. De vrouw met haar rollator, boodschappenlijstje en portemonnee. De man loopt met het boodschappenwagentje. Hij voert haar bevelen uit. Al mopperend en hakketakkend.

In de lift naar beneden begint het al. De vrouw vraagt of hij zijn bretels om heeft. Nee, dus hij moet terug want die bretels zijn een must: ‘ Anders struikelt hij over zijn broekspijpen’ voegt ze er verontschuldigend aan toe. Dat hij sowieso niet zo stevig op de benen staat is haar waarschijnlijk nog nooit opgevallen. Hij komt terug, met bretels, en ze gaan op weg. Zij steekt de portemonnee in de binnenzak want je weet maar nooit of je een zakkenroller tegen komt. ‘Je moet het noodlot niet tarten’ zegt ze, elke week weer.

De vrouw loopt zoals je dat van iemand met een rollator eigenlijk niet verwacht: met gezwinde pas. De man volgt met zijn karretje. De wind is koud, kouder dan ze hadden gedacht. Af en toe maakt hij pas op de plaats om de druppelende neus of de tranende ogen af te vegen. De vrouw kijkt verstoord om waar hij blijft. Bij de supermarkt ruilt zij de rollator in voor het supermarktwagentje. Zij geeft de opdrachten. De man scharrelt alles bij elkaar. Gelukkig voor hem er deze week niets veranderd in de winkelinrichting.

Op naar de kassa. Natuurlijk bij die caissière die ze kennen. De vrouw wacht gelaten tot de man alles op de band heeft gezet. Als een vrouw van de wereld tovert ze haar portemonnee uit haar binnenzak tevoorschijn en betaalt. Daarna wacht ze, tot de man alle boodschappen weer in hun eigen boodschappenkarretje heeft ingepakt. ‘Dat moet met beleid gebeuren anders kiept het karretje om en dat moeten we natuurlijk niet hebben’ zegt ze met een knipoog tegen de caissière. De rij voor de kassa is behoorlijk aangegroeid. ‘Kassa vijf gaat open’ roept de supermarktmanager.

Ze gaan naar huis. Lopen ze in eerste instantie nog achter elkaar, na een paar honderd meter begint de man langzaamaan tekenen van slijtage te vertonen. Zij stapt stevig door, en als de flat aan het eind van de straat opdoemt, gaat zij vast vooruit. Hij volgt, stapje voor stapje. Met zijn karretje. En zwabberbenen. De weg naar huis is lang, te lang. Hij trilt op zijn benen, de druppel aan zijn neus wordt groter, zijn ogen tranen, hij lijkt wel dronken, hij beweegt alle kanten op maar kan de juiste kant maar moeilijk vinden. Hij leunt op zijn – met beleid ingepakte – boodschappenkarretje en valt…

Een toegesnelde buurtbewoner komt te hulp. Hij zet het karretje rechtop en helpt de man weer op het been. Hij neemt de oude man bij de arm en brengt hem naar de flat. ‘Waar bleef je nou? ’ vraagt zijn vrouw die op hem staat te wachten. De oude man mompelt, met tranen in de ogen en een druppel aan zijn neus: ‘Ik ben van mijn voetstuk gevallen’ en stapt in de lift.

 

 

Categorieën: Algemeen

miepske

Wie regelt verzorging van huisdier, tuin of huis als jij er niet bent of het niet kunt? Dat doe ik met mijn www.vakantie-assistent.nl Wie of wat ben ik? Moeder, oma, partner, ondernemer, actief, fit, snel, enthousiast, vindingrijk, ondernemend, hou van schrijven, organiseren, bezig zijn, bezit een scherp tongetje en een scherp pennetje soms ook.

5 reacties

troubadour · 9 januari 2016 op 13:25

Gave column Miepske. Alleen schrijf je tot drie keer toe dat de oude man zijn neus drupt en dat zijn ogen tranen. Bij mij loopt er ook wel eens een sliertje spuug langs mijn mondhoek. Een beetje afwisselen misschien?

Mien · 9 januari 2016 op 13:39

Leuke column Miepske. Zeer herkenbaar. Bij ons in de supermarkt lopen ook van die oude stelletjes rond.

Odette · 9 januari 2016 op 17:33

“Dat hij sowieso niet zo stevig op de benen staat is haar waarschijnlijk nog nooit opgevallen.” Die vind ik mooi.
Voor wat betreft de tranende ogen en de druppel aan de neus sluit ik me aan bij Troubadour.

Meralixe · 10 januari 2016 op 08:30

Het is alsof ook je tempo van vertellen met een rollator en een boodschappenkarretje gebeurd. Als dit dan de bedoeling was.. Hoed af!
Toch opletten; als ik het zo lees betaalt de caissière en in de zin voor deze alinea heb je IS vergeten.(Gelukkig voor hem IS er deze week…)

miepske · 10 januari 2016 op 10:21

Dank u allen zeer voor uw reacties!
Zorgvuldigheid blijft aandachtspuntje 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder