PANG! Een harde knal. Ik dook achter mijn stuur ineen en voelde plots de wind door mijn haren waaien. Op de meest linker baan was ik met mijn Citroën Pluriel een vrachtwagen aan het inhalen, die een vrachtwagen aan het inhalen was. Het was nogal druk met die bakbeesten, want het aankomende zwarte weekend mochten ze de weg niet op.
En toen vloog dus opeens mijn dak met een klap open.
Godzijdank hield ik mijn handen aan het stuur, bleef zelfs binnen de strepen van de rijstrook rijden en koerste heel beheerst richting rechterbaan alvorens vaart te minderen. Wat een opluchting. Nee, niet van dat dak natuurlijk, hoewel in letterlijke zin wel, maar dat ik het juiste deed. Ik heb namelijk niet heel veel vertrouwen in mijzelf wat betreft panieksituaties.
Zo heb ik weleens met stomheid geslagen naar een schaatser staan staren die door het ijs zakte zonder ook maar iets te ondernemen. Gelukkig sloeg een ander alarm, want anders was de arme man onder mijn wezenloze blik langzaam naar het hiernamaals gezonken. En toen ons oude, gare Volkswagen-campertje na een hard sissend geluid plotseling in een enorme rookwolk gehuld was en echtgenoot de camper heel beheerst op de vluchtstrook stil zette, krijste ik zittend op de bijrijdersstoel: ‘IK BEN IN PANIEK!!’ Ook niet heel productief en voor mijn drie koters die achterin zaten een stukje informatie die ze, op dat moment, wellicht hadden kunnen missen.
Het eerste wat ik deed toen mijn schoorsteen in brand stond was met de kinderen naar mijn ouders hollen, die twee huizen verderop woonde. De brandweer bellen was geen seconde in mijn hoofd opgekomen. En zo kan ik nog even doorgaan, maar, goddank deed ik nu gewoon wat ik doen moest. Net als zoon trouwens, die onmiddellijk het dak vastgreep om erger te voorkomen.
Bij de eerstvolgende stopplaats probeerde we hoopvol het roldak weer dicht te klikken, maar de onderdelen vlogen ons om de oren. Hopeloos. Bij gebrek aan beter moest een sjorbandje uit de tankshop de boel provisorisch op zijn plek gaan houden. Na nog een espressootje voor de schrik durfde ik het laatste deel van de reis met een slakkengangetje weer aan. Klapperend en wapperend leek het wel een lelijke eend. Gelukkig was het droog en lente-achtig warm in het zuiden.
Ik was na 8 weken sneeuwcocon weer op weg naar huis met zoon en poes. Echtgenoot heeft het stokje overgenomen en zwaait nu de scepter in het ski-gebeuren de komende paar weken. Het lijkt wel alsof we elkaar ontlopen. Zoon noemt het voor de grap onze proefscheiding en mensen om ons heen trekken sceptisch een wenkbrauw op als we het proberen uit te leggen, maar ik kan het toch iedereen aanraden. Gewoon een tijdje alleen met je eigen gedachtes, met niemand rekening houden, geen compromissen, je eigen koers. Vervolgens ga je elkaar missen natuurlijk en dat is ook fijn. Zelfs echtgenoot, die niet meteen heel enthousiast werd van dit hele idee, begint nu zijn vrijheid te waarderen. O jee. Krijg je dat weer.
Mijn eigen sneeuwcocon heeft nog niet helemaal voor die vlinder gezorgd die ik hoopte te vinden, daar is een rups toch handiger in. Misschien moet ik eerst wel gewoon tevreden zijn met de rups. De rups die tegenwoordig heel cool blijft in panieksituaties.
Toch nog een verhelderend inzicht op de valreep.
3 reacties
Nummer 22 · 5 maart 2019 op 07:54
Mooi Dorine. Deed me direct herinneren aan mijn 2CV (ook Citroën) roldak dat op de toen nog rustige A15 richting Tiel eraf waaide. Nou, mijn passagier dacht het linnen dak te kunnen losmaken en oprollen.
Een ’time out’…. hmmm. Tevreden zijn met jezelf begint met het houden van jezelf, toch. De ‘worsteling’ begint al heel vroeg toen je leerde veters strikken, maar dit terzijde. Keep up en blijf schrijven. Ik heb genoten!
Suus · 5 maart 2019 op 12:22
Ik vind de overgang mooi van “luchtige” paniek naar verhelderend inzicht. Als sterren aan de hemel staan…..
Mien · 20 juni 2019 op 15:02
Bijzondere combi. De twee verhalen en echtgenote en echtgenoot. Toch genoten.