Mijn interview met KKB

Voor een tijdschrift over pesten had ik al vele mensen geïnterviewd. Mensen die genoegen haalden uit pesten van anderen en daar de meest markante anekdotes over vertelden. Een beroepsmatige pester had ik echter nog nooit geïnterviewd. Ik was dan ook ontzettend blij dat ik meesterpester KKB mocht interviewen in een cafeetje in Rotterdam. KKB was al tijden berucht in dit circuit.

De ontmoeting bij het café

Ik zat rustig van mijn biertje genieten en wachtte tot KKB het pand zou betreden. Tien minuten later was hij er nog steeds niet. Toen ik hem probeerde te bellen, kwamen er plots drie mannen het café ingestormd. Ze pakten me hardhandig vast en gooiden mij op tafel. Terwijl ze mij ontdeden van mijn spijkerbroek, vroegen ze of ik wel eens iets had meegemaakt in mijn leven. ‘Naast een paar eerste wereldproblemen niet veel,’ gaf ik eerlijk toe. Ze pakten een grote stok en duwden die in mijn reet. Nu was er tijdens heftige seks wel eens een vinger in mijn kont gestopt, maar dit was van een ander kaliber. Alles scheurde open en ik gilde als een speenvarken. Toen arriveerde KKB; een groot, slungelig persoon met een duivelse lach op zijn gezicht. Een lach die zelfs de grootste atheïst tot god doet smeken om verlossing. ‘Mogguh,’ zei hij alsof er niets aan de hand was. ‘Nu heb jij ook een trauma, proficiat!’’ Hij begon gelijk met zijn verhaal.

KKB: ‘ Het begon met empathisch pesten. Ik werd aangenomen bij een vissenaquiriam. Ik moest ze verzorgen, maar die vissen keken zo zielig. Ik besloot derhalve om ze tegen de muur te smijten, zodat het verdriet verdween. Later kreeg ik er zoveel genoegen in dat ook de vrolijken er aan moesten geloven. Ze waren weliswaar blij, maar misschien waren ze dood nog wel blijer. Dat weet je natuurlijk nooit. Ik was in ieder geval blij’

Mijn kont brandde maar toch probeerde ik het interview op een goede manier af te nemen. KKB liet zich namelijk nooit interviewen.

Ik: ‘Dit zou je nog als katten(of vissen) kwaad kunnen zien, maar wanneer maakte je de overstap naar het pesten van mensen?’

KKB: ‘Op mijn middelbare school zag ik veel hobbyistische pesters. Je kent het wel: pootje haken, iemand zijn onderbroek omhoog trekken of hem geestelijk zo tergen dat hij de rest van zijn leven onzeker over zichzelf is. Dat vond ik maar schamel en dat diende m.i. geen enkel nut. Toen besloot ik er een stapje boven op te doen.’’

Ik: ‘Met het ‘stapje er bovenop’ doelt u op het clitoris-incident waarmee u beroemd bent geworden?’

KKB: ‘Juist. Door mijn tactiek kon ik dit pesterijtje legaal bewerkstelligen. Je doet simpelweg het volgende: je gaat een club in, maakt oogcontact met een vrouw en doet een paar goede moves. De vrouw komt naar je toe. Vervolgens wijs je haar in den beginne af. Ze wordt dan nat en aan het eind van de avond neem je haar mee naar huis.

Ik: “En dan bijt je haar clitoris eraf?”

KKB: “In eerste instantie was dit echt een incident. Later begon ik de lol er van in te zien. Ik besloot de eerste vrouw te beffen, maar heb nogal grote tanden waardoor de clitoris ontdaan werd van de vagijn. Ik werd niet opgepakt, omdat ik kon aantonen dat het een incident was.”

Ik: “Maar na tien vrouwen moest de politie toch wel onraad ruiken?”
KKB: “Je kunt iemand niet in het gevang gooien om zijn grote tanden. Het bef-verbod was het enige wat ze konden doen.

Ik: “En toen je dat kreeg, ging je de verminkte vrouwen klittenband sturen, is het niet?

Hij begon te lachen en nam een stevige slok bier.

KKB: “Klopt.”

Pesten of treiteren

Ik wist niet wat ik met dit monsterlijke fenomeen aan moest. Enerzijds had hij veel charisma, maar anderzijds had hij een kop die door zijn vulgariteit niet zou misstaan in het toilet. Plots vroeg KKB: “Weet jij wel het verschil is tussen pesten en treiteren?” Ik vertelde hem dat dit hetzelfde was in mijn beleving. Een antwoord dat KKB deed zuchten. Hij wenkte een serveerster. ‘Mag ik nog een biertje alsjeblieft?’ De serveerster knikte vriendelijk. Toen ze het glas wilde pakken gaf KKB ineens een ferme tik tegen haar achterhoofd. Haar mond knalde ruw op tafel en ze verloor een paar tanden. De serveerster rende gillend weg. ‘Dit is treiteren,’ legde KKB uit. ‘Nu zal ik pesten laten zien.’ Hij wenkte de serveerster terug te komen, zodat hij zijn excuses kon aanbieden.

Huilend kwam de serveerster terug. ‘Sorry van je tanden,’ zei KKB op een bijna oprechte wijze. Net nadat hij dat zei pakte hij een stuk glas van de grond en sneed in haar slagader. Het bloed stroomde eruit en de serveerster trachtte de wond met haar handen te bedrukken. KKB had echter touw waarmee hij haar vastbond, zodat het stromen rustig doorging. Vervolgens rende hij snel naar buiten en klampte een kind aan. ‘Wil jij een leuk fonteintje zien, menneke?’ vroeg hij. Het jongentje liep onschuldig mee en zag de vrouw liggen. Hij trok bleek weg en zette het op een lopen. KKB ging rustig zitten. ‘Dit is pesten. Op deze manier pak je twee vliegen in één klap. Je bezorgt een jongentje een levenslang trauma en je laat iemand vechten voor zijn leven. Zullen we ons gesprek elders voortzetten?’

Het hazenpad

Ik en KKB liepen buiten. Hij gaf een monoloog waarin hij zich de omgekeerde versie van Robin Hood noemde. Hij bracht leed toe aan armen en gaf het vermaak aan de rijken. Volgens KKB werden de rijken al genoeg gepest en ontsprongen de armen altijd de dans. Dit was een van de redenen dat hij met weeshuizen-pesten begon.
KKB: “Weeskinderen valse hoop geven vond ik prachtig. Ik belde aan bij een weeshuis en vertelde dan dat er een aantal pleeggezinnen vrij waren met een hoge welvaart. Vervolgens nam ik ze mee naar Limburg en liet ze in een kolenmijn werken. Als je morgen meer dan 20 kilo kolen verzamelt, mag je naar je gezin, zei ik dan. Als ze dat eenmaal bereikt hadden zei ik: nee, ik had het over morgen. Velen werken er nog steeds.”
Ik werd misselijk van zoveel slechtheid en begon het hazenpad te nemen. Beleefd afscheid nemen zou er bij KKB niet bij zijn. Rennen was mijn enige optie. Ik rende tot ik niemand meer zag. Toen ik drie uur later thuiskwam bleek KKB op mijn bank te zitten. Hij had erop gepoept. Ik besefte dat ik nooit meer van hem af kwam.

Opmerking van eindredactie

De interviewer pleegde een dag later zelfmoord en dit stuk vonden we op de bank. We hebben het zoveel mogelijk in originele staat trachten te publiceren, wat lastig was door alle ontlasting die KKB op het papier had gesmeerd.

Categorieën: Algemeen

6 reacties

Nummer 22 · 25 mei 2017 op 15:36

Tsja… dit is de rubriek anti PRET. Leg ik zo uit.
PRET is nl. Positief Respect Enthousiast teamwork.

KKB heeft dat zich verkeerd eigen gemaakt.(nummer 22)

Anti PRET is.. Pesten Roddelen Etteren Treiteren

(Uit.” Het verrotte leven van de beroeps etterbak in een asociale demografisch onderontwikkeld stadswijk” door professor dr.mr. ir.R. Leijdecker(pagina 12244-12287). Niet meer verkrijgbaar in begrijpelijke taal voor idioten en andere malloten)

Redactie: wij verloten het laatste exemplaar en gesigneerd onder de inzenders van het foute antwoord op de vraag.” En wat is of was u mooiste pestresultaat”. Uitgesloten van deelname zijn de zichzelf integer noemende VVD’ers en de gehele PVV, maar dit terzijde.

Waarvan akte!

van Gellekom · 25 mei 2017 op 17:32

Man man wat een column. Achter de woorden bespeur ik een echo uit het verleden

NicoleS · 25 mei 2017 op 18:50

Bizar Verhaal. Ik ben aardig geshockeerd. En dat ben ik niet snel. ??

Mien · 27 mei 2017 op 18:26

In de moderne samenleving? Klinkt anders erg middeleeuws.
Jaren zeventig ook. Lijkt verrekte veel op het klokwerk van een sinaasappel. Nog iets mee gedaan?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder