Als ik de winkel inloop begint Toše net te zingen, vanuit de supermarkthemel. Dat is genoeg reden om over te schakelen op de treuzelmodus. Koffie kiezen is verbazingwekkend tijdrovend als je daar je best maar voor doet. Toše Proeski. Sinds ik hem een jaar of vijf geleden voor het eerst hoorde, op een bandje in de leasebak van mijn vriend, onderweg van Sarajevo naar Amsterdam, ben ik langzaamaan verliefd geworden op deze jonge Macedonische zanger, op zijn stem, zijn uiterlijk, en vooral op zijn zingen, waar zijn stralende persoonlijkheid helder doorheen schijnt. Sindsdien volg ik hem door de tijd heen, met een half of een heel oog, afhankelijk van de aandacht die ik beschikbaar heb. De laatste tijd is mijn liefde weer opgelaaid. Ik weet niet waarom.

“Pratim te.” zingt Toše. Ik volg je. Er zijn meerdere interpretaties mogelijk van deze woorden, met helemaal aan de ene kant van de schaal het obsessieve, dwingende, hebberige van de stalker, en aan de andere kant het tegenovergestelde; de onzichtbare waakzaamheid van de beschermengel.
Als Toše zingt voel ik me vrij.

Koffie heb ik. Langzaam slalommend werk ik me door de supermarkt. Op naar het toiletpapier.

Toše zingt makkelijk in het gehoor liggende, zeer melodieuze popliedjes. Daar zitten zowel draken als juweeltjes tussen, maar altijd, altijd is daar zijn stem, zijn zingen, waarmee hij elk stuk ver boven mogelijke middelmatigheid uittilt. Met zijn enorme vocale kwaliteiten kan hij eigenlijk alles zingen, maar zijn muziek is op zijn stem gesneden; perfecte snit. En ik ben niet de enige die dat hoort en voelt; door heel voormalig Joegoslavië is hij zeer populair. Daarnaast onderscheidt hij zich van mindere goden door zijn onbaatzuchtige daden en gulle gedrag.
Als medekunstenaar bewonder ik hem om hoe hij zijn kunstenaarschap definieert. Het is mijn overtuiging dat bij de totstandkoming van een werk alleen dat tot uitdrukking mag komen wat bijdraagt aan de betekenis ervan. Eigen ego mag, vind ik, niet meedoen. Maar bij veel succesvolle zangers is de mate van hun beroemdheid helaas wél af te horen aan hun zang.
Bij Toše niet. Zo zuiver als hijzelf is, zo zuiver is zijn zang. Ik ga vanzelf open, hij zingt zich naar binnen. En als ik hem zie op een podium, dansend, dartelend, genietend, zijn levenslust zo gul en gemakkelijk in uitzinnige mensenmassa’s overgietend, dan barst ik bijna uit mekaar van hoop, hoop voor mezelf, en voor dit land, dit prachtige, kapotte, vermoeide, oude land.

Inmiddels komt het vijfde nummer voorbij, in meeslepende driekwartsmaat. Ik zoek naar sloffen, maat vierenveertig, helemaal achteraan. Niet te vinden, zelfs niet na extra lang zoeken. Ik treuzel terug, richting kassa, want ik moet nu toch echt weg. Met Toše zingend in mijn rug vertrek ik. De glazen schuifdeuren snijden me los en ik wandel naar buiten, de zon in. Over de top van onze berg loop ik naar huis, met links en rechts uitzicht op de dalen en heuvels van de rest van Sarajevo. Toše zingt gewoon door, met mij in het achtergrondkoor. Ik ben zo blij dat hij bestaat.

Als ik thuis kom, de deur open maak, mijn schoenen uitschop, als altijd mijn eenregelige aankondigingslied de donkere gang inroepend richting woonkamer waar mijn dochter ongetwijfeld aan de televisie vastgeplakt zit, verschijnt haar silhouet vanuit het licht. Met glimmende ogen vanwege nieuwsgierigheid naar mijn reactie op het bericht valt ze meteen op mijn dak. Er is iemand verongelukt. Een zanger. Vanochtend, heel vroeg, onderweg van Belgrado naar Zagreb. Ik krijg het ineens ontzettend koud, vraag of ze echt zijn naam heeft horen noemen en ook dat vreselijke woord, poginuo, verongelukt, of ze zeker is. Ze knikt.

In de dagen die volgen is het mijn enige troost. Dat God engelen vroeg weer bij zich neemt.

Toše is dood.

Categorieën: Algemeen

17 reacties

lagarto · 31 oktober 2007 op 07:59

“Sodemieters Anne,” zit ik hier zo vroeg op de dag al bijna te huilen. Pfoeehe bedankt hoor. Nee hoor, hij is goed, hij is mooi.

‘De glazen schuifdeuren snijden mij los’
Dat vind ik een hele mooie zin, ik voel hem en ik zie het.

Groeten lagarto

arta · 31 oktober 2007 op 08:08

Hier werd ik even stil van!
[quote]Zo zuiver als hijzelf is, zo zuiver is zijn zang. Ik ga vanzelf open, hij zingt zich naar binnen. [/quote]
Dit is mijn favoriete quote.
Erg mooi geschreven, Anne, kippenvel! 🙂

SIMBA · 31 oktober 2007 op 08:19

Pfieuwwww…wat een einde! Het voordeel van een zanger is dat hij blijft voortleven in de muziek.

pepe · 31 oktober 2007 op 08:41

[quote]hij zingt zich naar binnen[/quote]

Geweldig mooi geschreven weer.

[quote]In de dagen die volgen is het mijn enige troost. Dat God engelen vroeg weer bij zich neemt.[/quote]

Veel prachtige zinnen.
Jij neemt mij mee boodschappen doen en laat mij schrikken en rillen aan het eind van deze column.

lisa-marie · 31 oktober 2007 op 09:01

De emotie is voelbaar en kreeg er kippenvel van.
Er staan tal van mooie zinnen in maar deze raakt mij meteen
[quote]Ik ga vanzelf open, hij zingt zich naar binnen.[/quote]

*edit* en mij niet alleen aan de andere reacties te zien

Dees · 31 oktober 2007 op 09:12

Mooi Anne!

Door je woorden heb je mij zover gekregen dat ik de categorie wereldmuziek maar eens ga doorspitten bij de Plato. Vooral:

[quote]Bij Toše niet. Zo zuiver als hijzelf is, zo zuiver is zijn zang. Ik ga vanzelf open, hij zingt zich naar binnen. [/quote]

Dat bezorgt me meer kippenvel dan zijn einde, want ik ken hem nog niet. Maar mooi stuk, goed je hier terug te zien.

*edit* Sjees, sorry, duizend keer dezelfde quote herhalen is een beetje overkill.

Ineke · 31 oktober 2007 op 09:55

Kippenvel en koude rillingen! Hele goede column!

pally · 31 oktober 2007 op 10:01

Hier kun je mee terugkomen, Anne!
Wat een prachtige column! Je transformeert de allerdaagsheid van het boodschappen doen tot een eredienst, ja, zelfs een requiem voor deze zanger.
Heel ontroerend.

en een sterke definitie van integere kunst:

[quote]als medekunstenaar bewonder ik hem om hoe hij zijn kunstenaarschap definieert. Het is mijn overtuiging dat bij de totstandkoming van een werk alleen dat tot uitdrukking mag komen wat bijdraagt aan de betekenis ervan.[/quote]

groet van Pally

Mosje · 31 oktober 2007 op 10:42

Goh, wat een prachtig stukje Anne. Heel mooi, hoewel de laatste drie zinnen het geheel wel wat melodramatisch maken.

FatTree · 31 oktober 2007 op 11:26

Wow! Ik weet niet hoe het kwam maar met je laatste zin kreeg ik toch een stoot kippenvel! Helemaal geweldig hoe je het verhaal in elkaar gezet hebt.

I’m impressed!

Beryl · 31 oktober 2007 op 12:08

In één woord: wow!

:wave:

Anne · 31 oktober 2007 op 15:07

Aaaaah, wat heerlijk weer, al die reakties, en wat heb ik dat gemist, al die lange internetloze maanden! Dank jullie wel voor de vele positieve noten :-D!

Tja Mosje, ik vind het vooral dramatisch. Ik geloof helemaal niet in god, maar met wie ik het ook maar over zijn leven en dood had, bij iedereen kwam diezelfde gedachte aan de oppervlakte, echt als een troost, omdat we hem dan kunnen plaatsen ergens waar hij het goed heeft. Juist omdat hij zo´n prachtig en oprecht mens was, wenst iedereen hem het allerbeste toe. Ik heb getwijfeld over de voorlaatste twee zinnen, maar niet zo heel lang. Ik zag het als het rondmaken van de cirkel die begon met de supermarkthemel waaruit zijn stem kwam.

Daar komt bij dat ik de laatste maanden geconfronteerd ben met een heel dicht naderende dood, op het randje zeg maar, en daarvan heb ik een flinke klap gehad. Ik vermoed dat dit me nog ontvankelijker heeft gemaakt voor dit soort gebeurtenissen.

Maar goed, da´s weer een heel ander verhaal 🙂 .

Li · 31 oktober 2007 op 22:13

Wat een prachtige ode!

Li

WritersBlocq · 31 oktober 2007 op 22:43

[quote]En als ik hem zie op een podium, dansend, dartelend, genietend, zijn levenslust zo gul en gemakkelijk in uitzinnige mensenmassa’s overgietend, dan barst ik bijna uit mekaar van hoop, hoop voor mezelf, en voor dit land, dit prachtige, kapotte, vermoeide, oude land.
[/quote]
Weet je Anne, het is zó mooi dat je dit in de tt schrijft.

want
[quote]Ik krijg het ineens ontzettend koud, vraag of ze echt zijn naam heeft horen noemen en ook dat vreselijke woord, poginuo, verongelukt, of ze zeker is. Ze knikt.
[/quote]
en
[quote]Toše is dood.
[/quote]
laten het ook altijd in die tegenwoordige tijd staan. Meer ode kan iemand zich niet wensen.
Lieve groetjes, Pauline.

Troy · 31 oktober 2007 op 23:37

Echt een hele mooie ode en het einde kwam totaal onverwacht. Ik schrok, wat ik niet gauw heb tijdens het lezen van een column. Wat is dat toch met mooie begaafde zielen die zo snel alweer vertrekken? Gisteren besefte ik nog hoeveel platen ik heb van dode artiesten. Voornamelijk artiesten die allemaal jong gestorven zijn. Bizar.

Volgens mij verdient deze column wel een plaats op de hoofdpagina voor een maandje. Al is het alleen maar voor Toše en het mooie gevoel dat hij in veel mensen blijkbaar heeft opgeroepen. Nogmaals, knap geschreven.

Anne · 1 november 2007 op 10:16

Nog een keer dank je wel allemaal, doet me echt heel goed. Troy, ja het is inderdaad iets heel merkwaardigs, jong gestorven sterren. Toše was pas 26…..
Ik heb voor de eerste keer in mijn leven gehuild om iemand die ik helemaal niet persoonlijk kende, al had ik het gevoel van wel. Zelfs zijn dood heeft, terug kijkend, te maken met zijn aard; hij zat naast de bestuurder, die zo’n 200 kilometer per uur reed, waarschijnlijk in slaap is gevallen en daardoor tegen een 90 kilometer per uur rijdende vrachtwagen is gebotst. Als je had gezien hoe dit passagiersgedeelte eruit zag…Wat ik bedoel is dat Toše hoogstwaarschijlijk te zachtaardig is geweest om die verrekte bestuurder een halt toe te roepen, op tijd, voordat dit kon gebeuren. Hij vertrouwde teveel op het goede in mensen.

Overigens, de bestuurder heeft het overleefd, en ook zijn manager, die achterin zat. Ik veronderstel dat vooral de chauffeur voor de rest van zijn leven in een nachtmerrie woont. En dat wens je toch niemand toe, hoeveel schuld hij of zij ook heeft.

DreamOn · 2 november 2007 op 15:57

Zeer indrukwekkend, Anne.
DO.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder