Ik droom om te vergeten. Om niet langer na te hoeven denken over de dingen des levens of de dingen des doods. Of over de evolutietheorie versus het Creatonisme. En om eindelijk mezelf af te kunnen sluiten voor mijn eeuwigdurende strijd: het maken van keuzes. Iedere dag gaat het weer hetzelfde: vandaag wel of geen wortels, morgen wel of geen bonen en overmorgen wel of geen rodekool? Soms wenste ik dat ik iedere dag in een ander land mocht wonen. Landen waarin groenten als aardpeer, kardoen, okra en pandanblad de normaalste zaak van de wereld zijn. ‘Nee, vandaag geen verse knoflook; een bosje Thai saoy is prima‘ zeg ik triomfantelijk. Alsof ik zojuist uit een ufo ben geklommen met het sterrenstof nog op mijn voorhoofd kijkt de groenteboer mij aan. ‘Knoflookgras’ licht ik mijn keuze nog toe. Maar uiteindelijk laat ik me voor de zoveelste keer met hetzelfde saaie bosje witte knollen de laan uitsturen.

Opnieuw draai ik me om. Een enorme hoeveelheid witte bonen in tomatensaus zwemt moeizaam over mijn bord. Ze verdrinken. Stuk voor stuk verdrinken ze. In viertallen, vijftallen, en soms zelfs zes, zeven en achttallen weet ik ze uiteindelijk ternauwernood met mijn lepel uit hun netelige positie te bevrijden. ‘Had God jullie dan ook geen armen en benen mee kunnen geven?’ zucht ik, geheel tegen de regels van de evolutietheorie in. Maar ze antwoorden niet. Natuurlijk antwoorden ze niet, want aan een mond, daar had God bij het creëren van de witte boon ook al niet aan gedacht. In plaats daarvan laten ze zich dankbaar afvoeren richting mijn buik. Maar ik voel me misselijk. In en in misselijk. En bij iedere hap die ik neem lijkt mijn bord alleen maar voller te worden.

‘Ik wil geen witte bonen in tomatensaus’ schreeuw ik, badend in het zweet. ‘Ik wil sechuan buttons, crosne, cassave! Alles behalve witte bonen in tomatensaus!’ Maar dan kijk ik op: een hele horde groengebroekte groenteboeren staat luid roepend langs mijn bed. ‘Bloemkolen’ schreeuwt er een. ‘Nu twee voor de prijs van een.’ Weer een ander roept over prei, waar een derde hem de mond probeert te snoeren door zijn bevallige tomaten voor dumpprijzen aan de consument te verslijten. En dat met een vocaal bereik waar je een heel dorp mee op zijn grondvesten kan doen trillen.

Angstig duw ik mijn vingers in mijn oren. Dromen om te vergeten behoorde toch niet tot een van de beste keuzes die ik de afgelopen 24 uur heb gemaakt. En ja, het had ook heus wel iets met luiheid van doen, maar dat terzijde. Ik wil wakker worden. Ik wil wakker worden, maar hoe?

‘Raba-raba-barber,’ hoor ik plotseling een dame roepen. ‘Wordt er nu ookal getoverd met groente?’ vraag ik mezelf verontrust af. Maar dan kijk ik opzij. Naast me staat de mooiste groentevrouw die ik ooit heb gezien. Gehuld in een zeegroene jurk en met in haar hand een stengel rabarber waarmee ze als een toverstokje over mijn hoofd strijkt. Plotseling lijkt het alsof ik word teruggeflitst in de tijd. Ik zie talloze stengels raberber, vrolijk groeiend in de groentetuin van mijn oma. En ik herinner me de smaak: zuur in combinatie met zoet, en vanille met een vleugje kaneel. Het was de lekkerste groente die ik ooit had gegeten.

‘Niet al het goede komt van ver’ zegt de rabarbergroentevrouw.
‘Nee, maar al wat van ver komt is meestal wel goed. En zelfs rabarber komt oorspronkelijk uit China’ zeg ik nog uit protest.

Maar dan word ik wakker, eindelijk, en ineens weet ik maar al te goed wat ik de komende dagen wil eten.

Categorieën: Diversen

10 reacties

Mosje · 17 april 2008 op 21:25

Nou, ik weet het juist helemaal niet, wat ik moet eten, na deze groentenbrei.

Mooi stukje Troy, heel apart.

Overigens woont de mooiste groentevrouw een dorp van mij verwijderd. Die verkoopt je knollen voor citroenen, en toch loop je met een geluklach de winkel uit.
Als er ooit Miss Groentevrouwverkiezingen komen, dan wint zij met vlag en wimper.

😉

pally · 17 april 2008 op 21:45

Wat een gezonde dromen heb jij Troy! Ik droom nooit over groentes. Maar wel heel apart moet ik zeggen. Origineel verwerkt ook. Moet het wel even tot me door laten doordringen dat jouw droom wortelt in de knollen. 😀
Mooi gedaan, deze column.

Groet van Pally

Dees · 17 april 2008 op 21:52

Normaliter ben ik niet zo dol op het moeten aanhoren van andermans onlogische dromen, maar die van jou leest als een verhaaltje voor het slapen gaan 🙂

Mooi, vrij stukje.

vanlidt · 18 april 2008 op 10:05

Schitterend. :wave:

Li · 18 april 2008 op 11:56

Een nachtelijke sprookje dat de naam ratatouille waardig is.
Je houdt ervan, of niet.
Ik vind het om te smullen.

Li

lisa-marie · 18 april 2008 op 13:36

Zo’n groentemix droom wil ik ook wel 😀

Het is een mooi,apart,vrij stuk

arta · 18 april 2008 op 13:48

Ik ben gelijk opnieuw jouw ‘Prei’ gaan lezen!
Ook zo’n mooi stuk!
Goddelijke preischotel met rabarber toe…:-D

Troy · 18 april 2008 op 14:19

Leuke reacties, bedankt! Als er ooit een CX meeting bij mij thuis wordt gehouden weten jullie wat er op tafel komt. Ook alle groente(n)boeren zijn welkom, inclusief die van Mosje (mits ze hun verkooptechnieken achterwege laten).

Dit was trouwens deel drie uit de serie groentencolumns. Meneer Boon schept op en Prei waren de vorige titels. Als er iemand nog suggesties heeft voor een volgende groentencolumn: schep ze op mijn bord en ik pak een pen erbij. 😉

Neuskleuter · 18 april 2008 op 19:58

Wat een gezonde column als mijn toetje voor vandaag! (Ik ben wat laat, ik lees nu alles even bij!)

Ik denk trouwens dat jij in een ander land niet van je groenteprobleem afkomt. Elke dag Thaïs eten, elke dag Chinese groenten uitzoeken of Mexicaanse, dat zal vast ook vervelen. En iedere dag in een ander land wonen hoeft niet hoor, daarom hebben we al die restaurants al hier 😉

KawaSutra · 20 april 2008 op 01:49

Haha, die witte bonen in tomatensaus zien rond drijven, mijn ergste nachtmerrie! Nee, dan die rabarber van vroeger thuis, uit eigen tuin. Da’s pas smullen!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder