Als mijn vrienden vragen of ik mee ga naar die kroeg kijk ik ze bedenkelijk aan. Het is een echt hardrockcafé. Rockmuziek is best leuk, maar het echte ruige werk is niet aan mij besteed. Maar ik laat mij overhalen en ga mee. Vol goede moed loop ik de trap af. Het café houdt zich schuil in de kelder van een oud pand in de binnenstad. Het ruige geschreeuw galmt door de boxen en is op de trap al te horen. Binnen is het blauw van de rook, het is er donker. Het plafond is laag en de stoeltjes ook. Het is niet echt druk. Ik voel me ongemakkelijk, als een goudvis tussen een heleboel karpers. Ze kijken me aan alsof ik een indringer ben in hun territorium. We lopen naar het achterste gedeelte van de kleine kroeg en ik krijg gelijk een rotopmerking naar mijn hoofd. Ik doe alsof ik niets hoor en draai me om. Het stoom komt me bijna uit de oren. Hoe durven ze mij te beoordelen over mijn uiterlijk!
Ík ben hier degene die er normaal uitziet!

Als we bij de bar staan, durf ik bijna mijn jas niet uit te doen. Kijk, mijn camelkleurige, leren jas heeft nog een redelijke kans in de rockscene, maar in mijn nette, zwarte truitje met turkooizen topje voelde ik mij toch in één klap de tuttebel van de kroeg… En dankzij de ‘vriendelijke’ opmerking van de jongen achterin, werd dat nog even benadrukt. Het liefst was ik gelijk gevlucht uit het ‘rockershol’ maar dat ging niet aangezien er al een drankje voor mijn neus stond. Proost dan maar…

De gasten die hier zitten komen hier duidelijk vaker. Ze hangen op de banken. Een groepje jongens zit aan de tafel naast ons. Beetje te smoezen alsof ze iets doen wat de buitenwereld niet mag weten. Ik kijk niet te lang hun kant op. Er komt een jongen binnen met een knalrode, wijdvallende broek. Daarboven een zwart shirt met een grote, depressieve tekening erop gedrukt. Zijn haar is lang. Hij heeft een zwarte, leren polsband om met van die zilveren spikes erop. Toch kijkt hij wel vriendelijk. Hij gaat bij het groepje tegenover ons zitten. Ze zeggen niet zo veel tegen elkaar. Ze hangen maar een beetje. Ik kijk naar de lege fles Whiskey die op tafel staat, daar is een rode druipkaars in gestoken en het kaarsvet druipt langs de hals van de fles. Ik steek nog maar een sigaret op.

Na een uurtje besluiten we om te gaan. Mooi. Ik heb binnen no-time mijn jas aan en sta ook zo buiten.
Als we naar de kroeg gaan waar we wel vaker komen voel het een stuk beter. Het is er openen, lichter en vooral gezelliger. De mensen kijken vriendelijker en als ik binnen kom is er niemand die me aankijkt alsof hij me weg wil hebben. Ik voel me gewoon welkom. De muziek is dan wat soft; ‘Heaven must be missing an angel’, maar in ieder geval een stuk vriendelijker dan de muziek die ik net in het ‘rockerhol’ hoorde. ‘Zie je wel, ze hebben me gemist, grap ik’. 😉

Categorieën: Algemeen

8 reacties

Neuskleuter · 6 februari 2008 op 18:09

Een reportage van een avondje uit. Ik wachte op een clou en kon het niet vinden, misschien is het: het gras is niet altijd groener aan de overkant? Je mist niets als je hem wel leest, je mist niets als je het niet leest.

Je schrijft prettig, beeldend en creëert een duidelijke sfeer.

DreamOn · 6 februari 2008 op 18:23

[quote]Ík ben hier degene die er normaal uitziet! [/quote]
Dus geef jij hen net zo’n waardeoordeel als zij jou!

Je hebt de column op zich goed geschreven, maar je had het wel wat spannender op mogen schrijven wat mij betreft.

Groetjes DO.

Anne · 6 februari 2008 op 20:06

Leuk stukje. Heel los en soepel en vrij geschreven. Leuk.

Mosje · 6 februari 2008 op 20:24

Tja, zo is het. Iedere kroeg zijn eigen publiek. Ik ben ooit eens uit een café geramd omdat ik niet voldeed aan de “kledingcode”.

pally · 6 februari 2008 op 22:01

Best leuk geschreven,Linda, vooral het eerste deel. Grappig dat mensen zichzelf en anderen vaak in groepen indelen. Kleding- en muziekkeuze zijn het vaandel van zo’n groep.
Jammer dat het laatse deel wat inzakt, inclusief de uitsmijter. Maar dat geeft ook wel het landerige sfeertje van zo’n kroegbezoek weer. Er gebeurt eigenlijk niks en dat is best comfortabel..

groet van Pally

Troy · 7 februari 2008 op 12:19

Als ex-rockcafganger ben ik eigenlijk wel benieuwd waar je geweest bent. Ik ken zowel een kelderje in Deventer als Nijmegen, maar er zullen er vast meer zijn. Toch denk ik dat het niet slecht is om, zoals wat jij doet, zo nu en dan je blik te verbreden en eens ergens heen te gaan waar je normaal gesproken niet eens aan zou denken. Dit keer is het je niet bevallen, maar wil dat zeggen dat je al dit soort café’s vreselijk zult vinden? Ik vond het een sympathiek stukje, maar er had van mij wel wat meer mogen gebeuren.

KawaSutra · 7 februari 2008 op 22:31

En dat heb ik nou in zo’n ‘softhol’ met van die slaapverwekkende muziek. Maar je hebt je ervaring zo duidelijk over gebracht dat ik mij er nog in kan verplaatsen ook, prima gedaan dus.

linda23 · 20 februari 2008 op 12:44

Troy,

Het was inderdaad in Deventer..

Dank voor de feedback!

groetjes Linda

Geef een reactie

Avatar plaatshouder