Aangezien ik een fulltime-werkende single mama van twee meisjes ben, komt het niet vaak voor dat ik zelf mijn kinderen naar school kan brengen. Dus was ik bijzonder vrolijk toen we uit de auto, het schoolplein opstapten. Babbelend over schoenveters en slakken kwamen we aan bij de voordeur die nog niet open stond. Opeens viel de stilte me op… Ik keek om me heen en zag de blikken. Ok, ik viel inderdaad een beetje uit de toon. Een 23-jarige meid in een mooi pak en zwarte pumps die klik-klakten op het schoolplein. Tegenover me een joggingpak en sloffen die het lichaam van een bijna-veertiger verborgen. Tussen de rechterwijs- en middelvinger bungelde een sigaret. Tussen mijn vingers hing de sleutel van de nieuwe Passat iets verderop en een mobieltje.
Vanochtend had ik mijn haar op een klassieke, zakelijke manier opgestoken. Wilde er graag netjes uitzien voor de eerste vergadering met de nieuwe verkooopleider. Ik vergeleek mijn kapsel met de vettige paardestaart links van me.
Ondertussen babbelde mijn dochter honderduit over schoolzwemmen en de al verdiende kikkerplaatjes.
En ik kreeg het steeds benauwder. De steels toegeworpen blikken waren ronduit vijandig. Ik vervloekte mezelf om mijn kledingkeuze vanochtend en probeerde het gouden klokje onzichtbaar te maken door mijn mouw eroverheen te laten zakken.
Ondertussen bereikte het geluid mijn oren weer, het bewijs dat iedereen gewoon in gesprek was. Waarom voelde ik me dan zo bekeken?
Ik wilde schreeuwen dat ze zich niet zo aan moesten stellen en best met me mochten komen praten. Omdat ik mijn dag niet vulde met het huishouden of de zorg voor kinderen betekende niet dat ik een ernstige of besmettelijke ziekte had. Toevallig droeg ik een mooi pak, maar dat betekende niet dat ik niet ook veel liever een joggingbroek en slippertjes had aangetrokken.
Tot overmaat van ramp begon mijn mobieltje te rinkelen. Ik kreunde binnensmonds. De ringtone gaf aan dat het mijn werk was. Met een hupsende peuter van twee, en een grote meid van bijna 7 aan mijn arm, probeerde ik het telefoongrinkel op te laten houden door het gesprek aan te nemen.
“Lieverd, wil je even niet zo aan mijn arm trekken? Mama moet even bellen.”
Van ergens achter me hoorde ik de woorden “geeneens aandacht voor dat kind” naar me toe zweven. En toen ontplofte ik van binnen.
“Met Kim” brulde ik de telefoon in. “Goedemorgen Kim, met John. Waar ben je in Godsnaam? Ik heb die gegevens van alle keyaccounts nodig waar ik je gisteren om vroeg.” “Ik begin wat later vandaag, maar heb gisterenavond laat nog alles naar je toegemaild.” Ondertussen steeds meer afkeurende geluiden achter me.”…bellen op het schoolplein…””…arme kinderen..”
De temperatuur van mijn bloed begon te stijgen. Ik draaide me met een ruk om en wilde net een tirade afsteken over dat het al moeilijk genoeg was om twee kinderen alleen op te voeden zonder de afkeuring van anderen, toen mijn blik werd getrokken door iets roze bij de sloot.
Het meisje van amper twee was blijkbaar ongemerkt bij de moeder weggewandeld en balanceerde nu op het randje van de wal. Voordat ze het water raakte had ik mijn hakjes al uitgeschopt en sprintte ik er naartoe.
De blubber op de bodem van de sloot sopte tussen mijn tenen toen ik het water insprong en de blonde vlechtjes naar boven trok. Het kind proestte het stinkende water uit en zette een keel op. Gelukkig…
Wel vier paar handen werden me toegestoken en trokken mij het water uit. Mijn blik kruiste die van een uiterst dankbare moeder die haar dochter aan d’r hart hield. Tranen in haar ogen van de schrik. Langzaam stond ik op en veegde zo goed en zo kwaad als het ging de modder van mijn broek af. Die was zonder enige twijfel helemaal verpest.
“Ik mag dan misschien geen aandacht voor mijn kinderen hebben, maar gelukkig let ik wel op die van jullie.” En met die woorden pakte ik mijn verbaasde dochters bij hun handjes en bracht ze naar school.

De week erop waren de vijandige blikken verdwenen. De gezichten hadden een naam gekregen. En mijn dochters werden elke dag uitgenodigd om na schooltijd bij een van de kinderen thuis te komen spelen.


8 reacties

pally · 5 oktober 2006 op 21:44

[quote]Intusen bereikte het geluid mijn oren weer, het bewijs dat iedereen gewoon in gesprek was.[/quote]
Ik vind dit een sterke, goed geschreven column.
Je beschrijft goed de afwijzende sfeer die je voelt en de omslag na de ‘heldendaad’.

pally · 5 oktober 2006 op 21:49

Ik vind dit een uitstekend geschreven column.
Goeie sfeertekening van mensen en omgeving en van de omslag door de redding.

[quote]Intussen bereikte het geluid mijn oren weer, het bewijs dat iedereen gewoon in gesprek was.[/quote]

Naomi · 5 oktober 2006 op 23:27

Goed geschreven hoor.. Vrouwen zouden wat meer solidair met elkaar moeten zijn, in plaats van als nijdige spinnen te doen. Vraag me af of het echt gebeurd is, maar dat maakt eigenlijk ook niet uit!

KawaSutra · 6 oktober 2006 op 00:13

Goed geschreven en een verrassend einde. Wel een uitgelezen moment om je zelf even te profileren. Dat gebeurt mij nou nooit!

wendy77 · 6 oktober 2006 op 09:27

Goed verhaal. Helaas weet ik precies wat je gevoeld hebt. Ik kan mijn dochter ook maar een keer in de week zelf brengen. En dat is dan meestal ook in mantelpakje. Ik krijg dezelfde blikken toegeworpen. Ik zal ook eens een kind moeten redden vrees ik 😀

BrokenHalo · 6 oktober 2006 op 13:35

[quote]Ik zal ook eens een kind moeten redden vrees ik [/quote]

Redden is misschien een groot woord, het slootje was maar driekwart meter diep, maar het was best wel sensationeel, stond tot ver boven mijn knieeen in de blubber…. en stinken dat het deed!

DriekOplopers · 6 oktober 2006 op 18:47

Mooi opgeschreven. De wederzijdse onzekerheid tussen sjofele moeders en een chique moeder. Je woede over de onbeschofte commentaren. De verrassende ontknoping.

Ik heb veel respect voor je actie. En je hebt dat kind wél gered! En daar hoef je niet bescheiden over te doen.

Driek

champagne · 7 oktober 2006 op 15:03

Mooi contrast beschrijf je in deze column. Ik heb hem met plezier gelezen 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder