Gaf ik kort geleden voor een man of honderd een fotopresentatie, vandaag bezoek ik de schrijfdag. Een schrijfmarkt vol gretige uitgevers en spannende workshops. Hield ik mijn activiteiten tot voor kort liever stil, een lijvig met kleurenfoto’s geïllustreerd artikel verscheen vorige week in ons personeelsblad. Wat gebeurt er allemaal. Het is alsof ik vanuit de schaduw in het licht stap. Is dit soms mijn coming out? De snelweg ligt er verlaten bij. Regen valt in grijze slierten. Dunne wolken strijken langs de grond, de zon vaag zichtbaar, een indrukwekkend driedimensionaal schouwspel. Zondagmorgen vroeg. Een normaal mens ligt op bed, of zit gapend en met broodkruimels rond de mond onderuitgezakt op de bank. Nee, Kees moet zo nodig naar de schrijfdag.
[img]http://62.197.135.69/columnx/pics/schrijfdag1.jpg[/img]
Eindelijk zal ik twee bekenden ontmoeten. Raar klinkt dat, maar het klopt. Cor Snijders en Ron “Jack Lance”. Met Cor heb ik zo’n drie jaar e-mail contact. Jack ken ik van Suspense Story. Het loopt aardig vol in de Haagse Hogeschool waar de schrijfdag wordt gehouden. Ooit zat ik op de voorganger, de HTS aan de Wegastraat. 1984. Een oud en vervallen gebouw, rijp voor de sloop, nota bene naast sloperij Pametex. Een dreun, trillende ramen. Regelmatig bezweken de schijven van het Prime computersysteem. Een gastankje over het hoofd gezien bij de pletmachine.
Ik kijk om mij heen. Immense hal. Zuilen en etages van blinkend glas reiken tot de hemel. Vast een dure opleiding. Ik maak een rondje over de schrijfmarkt. Een bedrijf biedt een pakket “boekbinden” aan. Interessant. Mijn ogen glimmen, kwijl loopt over mijn kin. Zaterdag heeft mijn net uit de doos getilde printer overuren gemaakt en een stapel manuscripten uitgespuugd. Fluister tijdens mijn slaap het woord uitgever en met verwijde pupillen ren ik naar mijn computer. Hier moet het van de uitgevers wemelen. De verkoper licht het pakket toe: harde kaft, lijm, kwast, linnen, bindgaren of hoe het ook heet, stapeltje papier. Genoeg voor vijf gebonden exemplaren.
“Je hoeft alleen je verhalen op te schrijven.”
Mooi.
En hoe krijg ik dat op het papier?
De verkoper trekt zijn wenkbrauwen op.
Klein detail, op een evenement als dit zie je mensen met thuis een printer waar op mysterieuze wijze A4-papiertjes uit komen rollen. Deze vriendelijke meneer toont een keurig gevouwen vel, botte papiersnijder ertussen – eigen bewoording – en de poster valt uiteen in losse bladen die zich perfect in de harde kaft laten binden.
“U kunt het eventueel zelf kleiner knippen.”
Mooi pakket, helaas heb ik er niets aan.
Er zijn veel uitgevers aanwezig. Meer dan ik had durven dromen. Printing on demand zover het oog reikt. Gatver. Ik had het kunnen weten, sterker nog, ik wist het. Uitgevers wagen zich niet in een nest vol amateur-schrijvers, ze krijgen het hele jaar door hun manuscripten toegestuurd, dat is al erg genoeg, ze hoeven ons niet ook nog eens te zien. Ik kan het weten. Ik spreek uit ervaring. Ik ben nuchter over mijn eigen werk, daarnaast heb ik kort geleden de twijfelachtige eer gehad andermans werk onder ogen te krijgen. Mijn manuscript kwam retour met de zoveelste afwijzingsbrief. En iets extra’s. Ik denk nog, hé, dat is leuk, ik krijg een uitgebreide beoordeling, daar heb ik wat aan. Bleek het manuscript van – we noemen haar Jannie Joosten – zich in uiterste doodsnood aan mijn boek te hebben vastgeklampt. Ik las Jannie’s introductiebrief, ik las haar verhaal. De uitgever huilde, ik huilde mee. Er knapte iets in mijn hoofd.
“Wat kunt u voor mij doen?”
Een in onberispelijk donkerblauw pak gestoken printing-on-demand-uitgever staat voor mij, de nette strop drukt tegen zijn keel, TL-licht glinstert op ronde brillenglazen. Hij is vlot van babbel. Ik mag mijn manuscript bij hem aanbieden en driehonderd euro op zijn bankrekening storten. Uit dankbaarheid ontvang ik dan 1 (geen tikfout, hier horen geen twee tot drie nullen achter) exemplaar van “mijn eigen boek”. En een ISBN nummer. En mijn boek komt op de site te staan. Plus nog wat onbeduidende franjes. Na een jaar mag ik voor tachtig euro nog eens een jaar on-site blijven. En stel, stel dat er een bezoeker komt en de bezoeker blijft lang genoeg hangen om mijn boek te ontdekken, is genegen het te bestellen, dan zou het zomaar kunnen zijn dat mijn boek écht verkocht wordt. Dan (en alleen dan) krijg ik geld. Twintig procent royalties van – wat zal het zijn? – een verkoopprijs van maximaal twintig euro.
Maak voor mij een rekensom, ik durf het niet. Er wordt in Nederland héél veel geschreven. Uitgevers geven jaarlijks een handjevol debuten uit. Zie ik hier een gapende kloof? Honderdduizenden manuscripten smeken erom gedrukt worden. Slimme ondernemers – het wemelt inmiddels van dit soort bedrijfjes – springen hier handig op in, met mooie kreten als “de snelste weg van manuscript naar boek” en geef ze eens ongelijk, had ik het zelf maar bedacht.
Ligt vast aan mij, ik voel er niets voor. Mij gaat het om “de snelste weg van manuscript naar lezer” en ik betwijfel of deze ondernemer mijn oplossing is. Hoeveel boeken moet ik per jaar verkopen om uit de kosten te komen? Wanneer verdien ik mijn eerste dubbeltje? Meneer-on-demand verdient er leuk aan, al verkoop ik geen ene moer. Ik zie printing on demand als het walhalla voor de wanhopige schrijver, het idee van een eigen verhaal in boekvorm maakt blinder dan een smoorverliefd stelletje.
Cor en Ron arriveren. Het wordt toch nog gezellig en de schrijfdag krijgt waarde. We hebben veel te bespreken, verbazen ons over hoe we er uit blijken te zien. De een had wel eens een wazige foto gezien, de ander tastte volledig in het duister. Dan is het tijd voor de workshops. Hoewel de stof bekend is, is het verhelderend een schrijfdocent aan het woord te hebben. Oefeningen doen, je eigen en andermans probeersels horen, is leerzaam. Volgend jaar zal mijn dag voor het grootste deel uit workshops bestaan.
Mijn gevoel is bevestigd: een boek uitgeven is voornamelijk een kwestie van geld uitgeven. De stapel manuscripten gaat mee terug naar huis.
[img]http://62.197.135.69/columnx/pics/schrijfdag2.jpg[/img]
4 reacties
pepe · 1 december 2003 op 15:59
Leuke ervaring lijkt me, zoveel schrijvers bij elkaar. Ik ben toch benieuwd want je daar kan leren?
😛
deZwarteRidder · 2 december 2003 op 04:41
Kijk daar wordt de sint nu niet echt gelukkig van, wat een geld voor zo weinig resultaat..toch maar switchen van schrijver naar uitgever??
Vlote column Kees, lekker sfeertje
Rich@Rd
Yoyogro · 2 december 2003 op 19:13
Inderdaad, vette afzetters zijn de ‘eigen-beheer’-mafioso. Lees de site van epibreren er maar op na:
[url=http://www.epibreren.com/rs/eigenbeheer.html]http://www.epibreren.com/rs/eigenbeheer.html[/url]
Kees · 7 december 2003 op 15:49
Een manuscript naar de pod sturen (printing on demand uitgever) is leuk als je een gebonden exemplaar in je eigen boekekast en in die van je familie en vrienden wilt hebben. Als grapje, zei het een duur grapje.
POD is geen serieuze vervanging voor een echte uitgever. Ik geef toe dat ik eigenwijs ben.
Hoewel een rekenvoorbeeld boekdelen spreekt.
Beter: stuur je tekst naar een manuscriptbeoordelingsbureau, dát is pas interessant. Binnenkort meer over dat onderwerp…