‘Kerst is iets van vrede op aard!’, stond er op het krijtbord in de keuken gekrast. En na een gematigde, maar vredige Kerstviering volgde ook dit jaar de periode van leemte tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Hoe weinig sloot de leus van die vermeende vrede aan op wat volgen zou? Ons nieuwe tuinhuisje stond immers tot aan het raam toe gevuld met vuurwerk! Al een aantal dagen kon Debby de inkoopverleiding niet weerstaan en droeg ze grote pakketten vuurwerk het tuinhuis binnen. Bij voorkeur met een brandende sigaret in haar mondhoek. Nog voordat ze bepakt het schuurdeurtje binnenliep, hield ik al mijn oren dicht. Wachtend op die ene lichtflits gevolgd door de oerknal.

Zo nu en dan zag ik vanuit de woonkamer dat ze naar de voorkant van het huis liep met een pak rotjes of een paar sierfonteintjes. ‘Even wat uitproberen!’, riep ze dan, onderwijl naar buiten lopend. Over de valletjes heen meekijkend veroorzaakte ze dan nog een alleszins leuk lichtshowtje.
Minder content was ik met haar voornemen om twee dagen na de Kerst ook het illegale vuurwerk te gaan uitproberen. Broerlief had haar als kerstcadeau een tritsje lawinepijlen geschonken. En na het opknallen van meerdere pakjes astronauten achtte ze de tijd rijp om het grootser aan te pakken.
Zonder mij vooraf op de hoogte te stellen van haar nieuwe plannen stond ze, vanuit het niets, voor mij met in haar hand een houten stok waaraan een bermbom zat bevestigd.
Met, ‘Zou je dat nou wel doen?’, kwam ik niet weg, vreesde ik.
‘En?’ vroeg ze met het enthousiasme van een klein kind. Ad rem antwoordde ik haar; ‘Nou, het recept voorgoed gehandicapt!’ Maar haar vastberadenheid was voldongen. Met de mededeling dat ze heus wel wist hoe je een vuurpijl moest afschieten, liep ze de kamer weer uit richting de trap.

‘Dit is niet zomaar een vuurpijltje lief’, sprak ik haar haastig na. ‘Hier schieten ze in Zwitserland hele bergen mee leeg!’ Maar Debby liep al halverwege de trap en negeerde mijn waarschuwing. Ik stond op en liep haar achterna. Boven zag ik dat ze de slaapkamerramen had opengeslagen. Haar verdere voorbereidingen om de raket in de aan het kozijn hangende plantenbak te parkeren, onderbrak ik door de lawinepijl uit haar handen te trekken. ‘Dit gaat niet gebeuren!’ Zei ik resoluut. ‘Test dit soort dingen eerst maar eens uit met legaal vuurwerk.’
Morrend liep ze langs mij heen de trap weer af om niet al te lang daarna terug te keren met drie surrogaatpijlen van het type ‘Hellraiser’. Nagenoeg evenzo groot als de lawinepijl, maar met een uiteindelijk effect dat een beduidend lagere kans gaf om die week op de voorpagina van het wijkkrantje te prijken.
‘Jij je zin!’ Sprak ze verbeten, terwijl ze alle drie de pijlen zo diep als ze konden de plantenbak injoeg.

Om haar kwaadheid te bekoelen ontstak ze eerst een sigaret en liep daarmee naar beneden. Gelaten volgde ik haar de trap af, met de lawinepijl stevig in mijn hand geklemd. In de woonkamer rookte ze haar sigaret in stilte tot aan de filter op. Daarna vertrok ze met een aansteker ter hand opnieuw naar boven.

Ik had mijzelf voorgenomen om de regie uit handen te geven en vervoegde mij naar de keuken, waar ik aan de eettafel plaatsnam. Zo had ik, door de ramen heen, zicht op de zijkant van ons tuinhuis en het restant aan braakliggend binnenplaatsje. Vlak onder het raam waar mijn Debsel haar vuurpijlen zou gaan lanceren.

Er volgde, op wat gerommel van boven na, een stilte in huis. Een stilte die na een halve minuut werd verbroken door een spray van spervuur gevolgd door een hard huilende fluittoon. Met twee donderende klappen zag ik een in vuur gehulde plantenbak via het tuinhuisdak op de binnenplaatsvloer kletteren. Aldaar ontploften de drie vuurpijlen bijna synchroon. De vuurpijlen hadden de plantenbak blijkbaar nooit verlaten. Ze zaten te stevig in de plantenbak verankerd. Daarbij hadden ze de bak na het afgaan uit de raamsponning getild en waren door het gewicht, met bak en al, naar beneden gevallen.

Even later keerde Debby terug van Ground Zero. Ze liep zonder mij aan te kijken rechtstreeks naar de koelkast, pakte een fles sherry en klapte deze hard op de tafel. Rustig schoof ze de stoel tegenover mij naar achteren en nam daarop plaats. Haar starende gezicht was bedekt met roet en haar blouse zat vol met zwarte vegen.
‘Ik ga morgenavond naar Luuk’, zei ik haar. Maar Debby hoorde mij niet meer. Ze was nog teveel onder de indruk van haar zojuist gepleegde aanslag.

Categorieën: Vervolg verhalen

7 reacties

Ferrara · 31 oktober 2012 op 12:45

Die Debby is echt een ongeleid projectiel.
Benieuwd naar de volgende uitspatting.

arta · 1 november 2012 op 09:22

Ik vind dit dus echt geweldig geschreven!!
😀

Kees Schilder · 1 november 2012 op 12:07

Mijn achterneef Bopske lijkt iets op Debby. Goed geschreven

Nachtzuster · 1 november 2012 op 12:52

Hoe krijg je het voor elkaar, die pijlen verankeren in een plantenbak! 😆 😆
Één van mijn favorietjes, deze !

SIMBA · 1 november 2012 op 17:49

Huh…ik dacht toch echt dat ik hier een reactie onder had gezet….zeker in de lucht gevlogen 😀
Maar goed, ik vind het dus een knallende column!

Pierken · 1 november 2012 op 18:34

Bedankt jullie! Prettig en motiverend om te lezen dat het na een maand verhalen plempen nog steeds gewaardeerd wordt.
@Ferrara: Ik ook
Thnx Arta!
@Kees: Heeft Bopske al verkering?
@Simba: Knal! En de volgende meeting gaan we elkaar ook spreken, okay?

Sagita · 4 november 2012 op 15:21

Heerlijk lezen Pier en die Debby, ja daar heb je je handen aan vol! Mooi karakter! Ik ben wat laat, heb hier mijn handen ook vol, maar deze verhalen blijven!
groet Sa!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder