Zoals de reclamemeneer haar had beloofd, werd het nieuwe tuinhuisje binnen vijf werkdagen bij ons aan de deur aangeboden. Vol goede moed werd het assemblagepakket van de Mobile Garden Miracle naar het achtersteven van ons huis getild. De eerste in de tuin geworpen blik van de bezorgers bevestigde mijn vermoeden. Het tuinhuisje was te groot voor onze bescheiden hortus. Ja, het paste wel, alleen indien geplaatst kon de deur van het huisje niet open. Omdat simpelweg de breedte van onze tuin niet toereikend bleek. Ook kon je er met dichte deur alleen met ingehouden buik langslopen. Iets wat mijn lief hardop uitgesproken uiteraard niet meer hoefde te doen.
Het enige alternatief was wanneer het huisje in de breedte tegen de achterschutting zou worden geplaatst. Daar waar nu de buxus stond. Dat was voor mij de druppel. Die boom was mij dierbaar. Tot mijn verbazing accepteerde Debby de onmogelijkheid van de te plaatsen blokhut en hadden we samen vrede met de bezorgkosten die zouden volgen.

En de bezinning zette zich voort in mijn lief. Ze hoefde zich ook eigenlijk niet meer af te vragen ‘What’s in store’ was, want we hadden immers het merendeel reeds ‘In home’. Daarnaast was mijn band met de buxus voor haar de grootste ommekeer in de blinde koopwoede. Haar ogen waren opengegaan. Althans dat dacht ik. Ze zou onze buxus gaan ontwilderen en onderhouden als een goed hovenier.

Hiertoe had ze dan wel het juiste tuingereedschap nodig en verzocht mij, dit keer vooraf, nog één aankoop te doen welke ze had gezien op haar favoriete nacht- en ochtendprogramma; de Jungle chainsaw. Een zaag die loopt op benzine.
Bij deze uiterst agressief ogende motorzaag kwamen nog een aantal andere handige tuingereedschappen. De Jungle scissors, voor het wegknippen van takken en de jubileumuitvoering van de Jungle axe. Kosten 175 euro, excl. verzendkosten. Niet goed geld teruggarantie.
Ik bood haar aan het klusje zelf te klaren. Maar dit was haar ding, zei ze. Dit kon ze zelf. Na de levering betrad ze als een ware boomchirurg, voorzien van het juiste gereedschap, het binnenplaatsje.

Met uiterste precisie knipte mijn tuinarchitecte een kort, rank twijgje boven uit de boomkruin weg. ‘Plop’. Om de eerste vormverandering te controleren, ontsteeg ze de ladder en deed een aantal passen terug.
Ik besloot mijzelf terug te trekken en Deb haar gang te laten gaan. Op het oog zag het er afdoende doordacht uit. Ze had de kettingzaag nog niet uit de verpakking gehaald en stiekem hoopte ik dat dit ook zo bleef.

Eenmaal boven zag ik vanaf slaapkamerraamhoogte zo nu en dan dat er stukken toptakken van de buxus uit het zicht verdwenen. De buxus werd zodanig getrimd, dat zelfs de gehele kruin niet meer in zicht was en ik haar hovenierswoede beneden alleen nog op het oor kon volgen. Op wat geritsel en geschuifel na bleef het vervolgens stil.

Na een krappe twintig minuten hoorde ik dat ze de kettingzaag ter hand had genomen. Een paar korte rukken bleken voldoende inspanning om het apparaat aan de gang te krijgen. En de hel barstte los! Vanaf boven klonk het alsof beneden de schutting uit de tuin werd gezaagd. De rust zou nooit meer weerkeren. Wars van voorbijschietend dogma weerhield ik mij er van om direct polshoogte te nemen. In plaats van dat er takken van boven naar beneden vielen, schoten er nu hele stronken van onder voorbij aan het slaapkamerraam op de eerste verdieping. Dit moest de krant halen. Met een aantal lange ferme snerpen hield het apparaat na een tijdje op met huilen. Ze had vermoedelijk haar eerste tankje leeg gezaagd. Na een moment van rust en wat voorbij dwarrelende sigarettenrook zette ze het werk zaagloos voort. Aan het wegslepend bladgeruis te horen klonk het alsof ze haar plannen flink had bijgesteld.

Mijn vermoeden kleurde donkerbruin toen ik aan het trapgat polshoogte nam. Met een aandoenlijke oerkracht zag ik hoe Debby met een pijnlijke grimas op haar gezicht grote stronken hout door de te smalle gang naar de voordeur sleurde. Beneden, door de keukendeur heen, stapte ik in een met enkelhoog door takken bedekte binnenplaats en nam de schade op. Wat van de boom restte was een stammetje hout dat een centimeter of tien boven de grond uitstak. Ze had onze eens zo fiere buxus tot een kabouterbankje verzaagd.

Een week later werd door onze hofleverancier voor de tweede maal een Mobile Garden Miracle bij ons aangediend. Na een meer vruchtbare poging dan de eerste keer, stond ons nieuwe buitenverblijf in drie kwartier en een kop koffie later op de plaats van mijn ooit zo geliefde buxus.

Diezelfde avond betrapte ik mijn lieve half naakt op onze slaapkamer. Ze had een bilateraaltje met de spiegel. Hierbij stond ze schuin naar de zijkant geknikt met het hoofd van mij af naar haar zijde te kijken. Mijn plotselinge aanwezigheid deed haar schrikken. Haar mond sperde zich een beetje en haar ogen verschoten naar verwilderd. Zo lief en teder als ze kon kijken, zo verwilderd was haar blik indien geschrokken of kwaad. In haar handen hield ze een lel zijvlees vast.
‘Ik heb stroe.’ Vertelde ze me. ‘Je bedoelt striae.’ ‘Nee! Stroe. Als je striae hebt met groeven dieper dan een halve centimeter, dan heb je stroe.’ Ze was me weer eens te slim af met haar fantasie en ik bevestigde haar doortastendheid met een knikje.

Beduusd, met de stroe en onze nieuwe opslagloods op het netvlies, verbeeldde ik mij een wereld vol met zulks meisjes. Tijdens het naar beneden lopen bedacht ik mij op de begane grond troost te zoeken in een glas melk. Hierbij beloofde ik mezelf, mij daar eens flink in te verslikken.


6 reacties

Libelle · 17 oktober 2012 op 13:09

Klinkt als een klok en leest als een jee.

Sagita · 17 oktober 2012 op 13:35

Gewoon een mooi stuk en met veel plezier gelezen!
groet Sa!

arta · 18 oktober 2012 op 11:43

Mooi geschreven, zeg!

Ferrara · 18 oktober 2012 op 19:42

Tegen stroe is vast ook veel in store.

Pierken · 19 oktober 2012 op 12:56

Fijn om te lezen dat dit goed ontvangen wordt.
@Ferrara: De familie kennende kan dat ook met Gupa 😉

Ferrara · 19 oktober 2012 op 13:24

😆 Op naar de Gamma.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder