Net als vele anderen heb ook ik een hobby: het rijden op mijn Heinkeltje. Een hobby is leuk, mits er tijd voor gemaakt kan worden. Vorige week had ik deze tijd gemaakt en ging ik al vroeg in de ochtend op pad, zo om een uur of 11. Vroege vogels krijgen immers de worm maar de tweede muis krijgt de kaas. Terwijl het motortje genoeglijk knorde en ik zo stilletjes op m’n Heinkel zat (er was niemand om tegen te praten en trouwens, je kunt beter je mond houden en mensen laten denken dat je dwaas bent dan je mond opendoen en alle twijfel wegnemen) dacht ik na over het leven. Iemand heeft eens gezegd: ouder worden is wanneer een brede geest en een smalle taille van plaats verwisselen. Niet te lang nadenken natuurlijk. Voor elke 60 seconden piekeren verlies je 1 minuut levensvreugde.
In de verte zag in een natuurvriend op zijn knieën zitten. Ik stopte naast hem en vroeg waar hij zo ingespannen mee bezig was. Hij keek me een beetje verbaasd aan en antwoordde: “met muggen op laag water zoeken natuurlijk”!. Omdat ik daar geen soep van kon bakken wees ik hem op een mank eendje iets verderop. “Ja”, zei hij, “dat is een vreemde bijt in de eend. Heb je trouwens al eens goed naar die koe gekeken”? Nu is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan. Ik antwoordde dus dat ik niets bijzonders aan het beest kon ontdekken: “Een koe zonder fiets is toch ook eigenlijk niets”? “Mee eens.” zei de man. “Beter een goed salaris dan een hond die niet luistert”.
“Wat vind je nu zo leuk aan dat muggenzoeken”? vroeg ik hem nog. “Ach”, antwoordde hij zuchtend, “zoals het klokje thuis tikt maakt het veel te veel herrie. Bovendien, bij het opstaan houd ik van mensen; rond het middaguur wordt dat een stuk minder. Mijn kinderen klagen daar wel eens over. Ze zeggen dan: “Zoals vader thuis slaat, slaat hij nergens”.
Ik vroeg hem, of hij nog naar het weerbericht had geluisterd. “Ja natuurlijk” zei hij, “als het regent tussen een en twee dan valt er water naar benee”. “Nou”, dacht ik bij mezelf, “die man heeft misschien de klepel wel gevonden maar hij weet vast niet waar de klok hangt”. “Geen nood” antwoordde ik dus, “als het regent in maart, komt er water in de vaart. Bovendien: als de zon schijnt in maart, is het al weer opgeklaard”. Nadat we elkaar aldus de kous op de mouw hadden gespeld, namen we hartelijk afscheid en reed ik weer verder.

Na een paar kilometer zag ik langs de kant van de weg een gezellig cafeetje. Omdat het bijna 1 uur was, en het spoedig zou gaan regenen, besloot ik om daar te gaan lunchen. Na de scooter onder een afdakje te hebben gestald, ging ik naar binnen. Nou, ik viel werkelijk met de deur in de boter. Achter de bar stond een zwijgzame waard. In de keuken was zijn vrouw in de weer. Zij zag er uit om door het oog van een naald te halen! Tjaa.. wie niet sterk is, moet sexy zijn.
Aangezien ik honger had als een vegetariër, probeerde ik een gesprekje aan te knopen met de waard. Ik zei dus: “Je wordt pas een vent in de shoarmatent”. Dat viel niet zo goed want hij antwoordde: “Als we ons stilhouden, praten we tenminste niet langs elkaar heen, maar wat zal het zijn”? Ik kon nog net de opmerking “Je hoeft geen eikel te zijn om aan een boom te hangen” inslikken en antwoordde in plaats daarvan: “Wijn of bier, geef maar hier, en doe er een appeltje voor de vorst bij”. De waard ging aan het werk als een luiaard en ik nestelde me aan een tafeltje bij de muur. Beter een goede muur dan een verre vriend, tenslotte.
Plotseling zwaaide de deur open en kwam er een junk binnenlopen met iets dat op een pistool leek. Nou ja, hoe meer zielen, hoe drukker. De junk riep echter: “Handen kapot of ik schiet je omhoog”. De waard zuchtte: “Ben je daar nu alweer? Slechts een mens stoot zich meer dan tweemaal aan dezelfde steen! Je bent toch nooit te stout om te leren? Wie als pluisje geboren is, kan altijd nog een watje worden”! De junk antwoordde: “Ik had vroeger ook een open geest maar mijn hersenen vielen er steeds uit. Een joint in de morgen is een dag zonder zorgen, en krabben en lenen helpt maar even”! Die man had werkelijk alle deuren achter zich verbrand!
Hoewel men zegt dat overdaad baat, vond ik het plotseling niet meer zo leuk in het cafeetje. Niets is zo treurig als een echo die in de put verdronken is. Die waard moest zelf maar de gebakken peren uit het vuur halen want waar een wil is, ben ik weg. Ik stapte dus weer op mijn Heinkel. Door de stromende regen reed ik naar huis.

Ruud Bakker


5 reacties

deZwarteRidder · 27 november 2003 op 12:13

Tsja…..hmmmm… zo lust ik er nog wel een paar:-)
Want toen ik van de week in een vechtpartij zat, begon er zomaar een voetbalwedstrijd!!
Maar zonder gekheid, het is een leuke verzameling van spraakverwarringen en op zijn tijd best leuk om te lezen. ’t is in ieder geval een verfrissende start van de dag..
Ben benieuwd naar je volgende column
Rich@Rd

Martijn · 27 november 2003 op 12:32

[url=http://home.iae.nl/users/verriet/ferry/vns/scooter.htm]Hmmmmm……..[/url]

Groet Martijn:-D

Leeeeuke titel trouwens ‘Ruud Bakker’

Godspeed · 27 november 2003 op 15:35

Beter 1 pils in de hand, dan tien op de bar.

Godspeed:pint:

viking · 28 november 2003 op 09:10

Inderdaad niet iets om vaak te herhalen MAAR ik heb er wel hardop om moeten lachen. Prettig gestoord!

Kobus · 28 november 2003 op 19:30

Tsja, wie niet sterk is moet hard kunnen lopen.
En wie de schoen past, heeft geen houten poot.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder