[i]maandag zag ik je komen
dinsdag zag ik je gaan
woensdag kon ik je dromen
donderdag leek ver van mij vandaan
vrijdag voelde ik de liefde
die zaterdag mijn hart doorkliefde
dus had ik zondag een heerlijke dag.[/i]
Dit gedichtje schreef ik toen ik veertien was, gek op een Juf uit Den Haag die toevallig ook uit Amsterdam kwam, wat was ik in love.
Ik ben begonnen met schrijven toen mijn vader onverwachts overleed, hij was 41 ik was 10. Mijn onverwerkte emoties knalde ik op papier, alles wat ik voelde, ervaarde als jong meisje dat ineens een grote meid werd door het verlies van haar vader. Waarom dat bovenstaande gedicht dan?
Gisteren kreeg ik een reactie van een lieve vrouw die vroeger regelmatig op mijn blog kwam, en ging toen naar punt.nl zijn elkaar een beetje zoek geraakt door die verhuizing, net als velen hoor, en ineens kreeg ik verleden week ook een reactie, maar door omstandigheden hier in huize Puinhoop kon ik niet even bij haar langs gaan.
Want ik kwam er graag , zij heeft zulke lieve knuffels van honden, en dan heb je de klapdoos al in je zak zitten.
Dus gisteravond even naar haar site gefietst, en het is een prachtige site, met mooie lay-out, heerlijke foto’s van haar knuffels en ik genoot van haar teksten, totdat..ja ik een gedichtje tegenkwam.
Zij schreef dat ze deze kleine gedichtjes uit haar poëzie album had. Hoe kwam er in hemelsnaam een gedicht van mij in haar poëzie album. Ten eerste HAD ik nog nooit zo’n ding gehad, dat was voor kleine truttemutsen vond ik toen en dat poëzie album was gedateerd op 1960, toen was ik pas 7 en voetbalde nog.
De enige keer dat ik iets in een poëzie album schreef was in de vierde klas en dat kostte mij strafwerk en een knal voor mijn kanis. Wat deed ik. “wil je ook iets in mijn poëzie album schrijven”, vroeg de bitch van de klas. Ja dat wilde Leen wel en ik schreef met links zo lelijk mogelijk “BIM BAM BOM ALS JE HET BOEK JE DRAAIT( dus draaide iedereen het om)STAAN DE LETTERS ANDERSOM.
Sloeg nergens op, vond je juf ook, maar gaf het kind maar een plaatje om de boel wat op te sieren. Die doos heb ik nimmer meer gesproken. En ik kreeg als dank nog een knal voor mijn harses omdat ik haar poëzie album had verknald. Huilen die trut…Ik was vroeger een eng kind besef ik nu eigenlijk wel.
Maar blijft wel het feit dat ik een gedichtje zag dat ik zelf had verzonnen op een blog van een ander.
Ik las en herlas het steeds maar weer, zij kon dat nooit gedaan hebben, zij wist toch dat het “not done”was om iemands teksten zonder toestemming te pakken en maar enkele regels veranderen.
Hazes deed niets anders met zijn liedjes, dus waarom…..maar nee ik kon er even niet bij komen met mijn duffe hersenen die al beneveld werden door mijn slaaptabletje.
Ik schreef haar een mail en legde het protocol van de weblogs uit, die wist ze natuurlijk wel. ze is zeker geen dummy die je de les hoeft te lezen, maar ik vroeg of zij een kopie van dat poëzie album aan mij toe wilde sturen. Ik was enigszins verbijsterd over zoveel toeval, want daar geloof ik niet in.
Ik ben naar bed gegaan, en toen ik vannacht wakker werd was ik toch zo nieuwsgierig om even te kijken of ze gereageerd had. Dat had ze, en inderdaad stond dat gedichtje in een poëzie album met een naam die mij niet bekend voorkwam. Ik was met stomheid geslagen.
Je kunt soms onbewust iets horen of lezen en dat jarenlang opslaan in je hersenpan, en dan kan het eruit komen, maar als ik aan het dichten sla gaat het bij mij achter elkaar, soms wel tien of vijftien tegelijk, alwaar er natuurlijk enkele de prullenbak ingekijld worden. Logisch toch?
En dit kende ik uit mijn hoofd, doordat mijn eerste liefde aan dit gedichtje hing, memorie hé! Maar ik vind het te bizar voor woorden.
Vaak vragen mensen mij om een gedicht van mijn site, vind ik best, zolang ze de bron maar vermelden. Dus ik heb totaal geen moeite met het feit als men een gedicht van mij plaatst omdat het net past, of mooi is, of net bij die gelegenheid hoort, maar geef de bron erbij is alles oké en kan je nergens last mee krijgen.
Dit geintje is eigenlijk te bizar voor woorden. Straks mailt ze me nog dat we samen in de klas hebben gezeten en dat ik die knal van dat meisje ( ik dacht Sarah, maar ben het even kwijt) heb gehad. Daar hoop ik een beetje op, want dan is dit bizarre en toch wel rare gedoe voor mij verklaarbaar. Want dan heb ik het wél gelezen.
Maar als zij in Groningen of Friesland zit, zit ik nog steeds met het feit dat er twee mensen op de aardbol rondlopen, in hetzelfde land met precies dezelfde woorden geschreven in een tijd die je zomaar terugzet in 1960.
Ik blijf het te bizar voor woorden vinden. En ik heb vannacht nog een excuusbrief geschreven aan die vrouw, want zij heeft geen plagiaat gepleegd, ik heb het met eigen ogen gezien dat het uit een poëzie boekje kwam.Ik hoop dat zij mijn excuus accepteert.
Agguttegut en moet je voorstellen, midden in de nacht de zolder op om een bewijs te zoeken dat zij eerlijk is geweest, en dat zij altijd de bron vermeld….Ben ik even een asbak in mijn soort……Laat ik haar misschien midden in de nacht woest en wel (logisch zou ik ook zijn denk ik) een poëzie blad scannen en dat naar die Klapdoos sturen omdat die zonodig bewijs wil zien!!
Ja, maar aan de andere kant is het logisch dat ik het een bizar voorval vind. Te bizar voor woorden, aan de andere kant, wat zou het dan moeten zijn?
Anybody??
6 reacties
lagarto · 6 juli 2007 op 07:58
Weet je klapdoos,
Toen ik het gedichtje las, voordat ik je verhaal las natuurlijk, dacht ik meteen: Hé die ken ik, dat is er een uit zo’n poëzie album.
? Lagarto.
klapdoos · 6 juli 2007 op 09:05
Lagarto, dat was ook mijn idee, als je het snel leest, maar aangezien ik dit zo een raar toeval vind ( en nog) heb ik het ook opgeschreven, en ik heb op die ene keer never nooit een poezie album in mijn handen gehad of ook maar gelezen, ik was niet zo’n trutje( excuses dames die het boekje nog hebben) maar meer een voetbaltante die stoer wilde utkomen voor het feit dat ze al anders was op die leeftijd. Ik was zeven jaar, en misschien heb ik het ergens toch onbewust gelezen of gehoord en opgeslagen in mijn dakpan, en dat het vijf jaar later op papier kwam te staan als een van mijn vele liefdes gedichten voor die juf…. :eh: :eh: :eh: :eh:
Troy · 6 juli 2007 op 12:57
Het is een mysterie en daar hou ik van. Leuk om te lezen.
Quinn · 6 juli 2007 op 17:21
Toeval bestaat niet. Echt niet. Misschien heel geitenwollensokkerig, maar ik zou zeggen: blijf praten met die dame van het poëziealbum en de honden. Het zal vast ergens goed voor zijn.
lisa-marie · 6 juli 2007 op 20:57
Een heerlijk stuk om te lezen 🙂
Maar de vraag blijft hoe komt het toch in een poezie album?
Dees · 7 juli 2007 op 11:51
Tsja, ik kan me als de dag van gisteren herinneren dat ik de mazelen had, hoeveel last ik ervan had, hoe ik niet tegen licht kon en hoe de dokter aan mijn bed zat.
Alleen heb ik nooit de mazelen gehad en is de huisarts nooit op huisbezoek geweest in ouderlijk huize Dees.
Het mysterie kan denk ik twee kanten op; waar haalde jij dat versje vandaan, of waar haalden de anderen dat versje vandaan…
Je geheugen kan ook raar doen.
Grtjs,
Dees