Vroeger zei mijn vriend wel eens, of welk ander stuk ongedierte er ook tussen mijn pootjes zat, ‘Shit, ik heb net een kabouter gebeft en dat wil wat zeggen.’ Als mensen hun zinnen niet meer gaan afmaken, dan kun je wachten op wat komen gaat. Iets anders dan dat zit er immers niet op. ‘Met af en toe een struik kan ik nog wel leven, maar een hele kabouter gaat er toch echt niet meer in. Of je gaat dat bos eens veranderen in een grasveld of een droge vlakte voor mijn part, of je zult een ander moeraslikker moeten zoeken.’ Soms zijn we zo een lange tijd vrijgezel geweest, dat we vergeten dat we de tuin weer eens onkruidvrij moeten maken. Soms zie je het ook niet aankomen dat er een rioolrat je riool elk moment wil bespringen. En soms hebben we het gewoon zo druk dat we even niet meer stil staan bij onze zure pruim. Dat is een voordeel van vrijgezel zijn. Je hoeft er niet meer zo nauw op te letten. Een eekhoorn hier, een kabouter daar, een schaamluiscircus verderop, iedereen is welkom als er geen rekening meer hoeft worden gehouden met de rioolrat.

Maar dat is nog niet alles. Wat dacht je van douchen? Even gewoon een paar dagen, wat zeg ik, een paar weken niet! Heerlijk die extra tijd wat het je bespaart en die gifgasvallen om je heen ter bescherming dat er rioolratten op je afkomen. De figuurlijke dan wel, de letterlijke rioolratten zullen uiteraard op de stank afkomen omdat ze jouw riool voor een echt riool gaan aanzien. Voor je het weet, voel je allemaal ratten via je baarmoeder omhoog kruipen en via je mond er weer uitgaan. Ook hoef je de uitlaatgassen uit je kont niet meer te beheersen. Loslaten dat orgasme van zure lucht!

Voedsel met knoflook hoeven ook niet meer vermeden te worden. Gooi nog even wat extra knoflook op die shoarma, want bomen mogen weer neervallen door de lucht uit je mond! Je hoeft jezelf niet meer te martelen in de sportschool, laat maar hangen die extra vetkwabben. Laat die verfpot maar staan, uren voor de spiegel staan is niet meer nodig. Gooi dat gordijn maar om je heen, leuke kleding is overbodig.
Stop je vingers maar weer in je neus, want je mag weer volop uit je neus dineren. Jeuk aan je kont? Hop! Geef hem maar een flinke krabbeurt! Wil je even op vakantie? Ga, je hoeft toch niemand te missen. Even de hoer uithangen? Leef je uit, er zit geen betonblok meer aan je been. Mensen die je willen koppelen, moet je gewoon neerhoeken. Al die walgelijke internetdatingreclames kun je weer fijn negeren, want in die hel hoef je je niet meer te begeven. Geen speeddaten, maar speedleven, want je hebt weer enorme vrijheid en tijd extra.

Hier lig ik dan, rustig alleen in bed. Starend naar het plafond, denkend over van alles en nog wat. En terwijl al die dingen mijn hoofd passeren, bekruipt mij een vreselijk jeukend gevoel. Wat is dit..nee..nee..ga weg..ga weg verdomme! Mijn hoofd uit! Neeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee! Naargeestige beelden in mijn hoofd. Iemand die naast me ligt, een arm om me heen slaat, me opwarmt, als het koud is, mij zijn jas leent, die samen met me onder de douche staat, die me optilt en op bed gooit, die samen met me op het strand wandelt, iemand die samen met mij dronken wordt, samen met mij wakker wordt, mij streelt over m’n arm, door mijn haren woelt, die me draagt als ik te moe ben, die mijn tranen wegveegt als ik treurig ben, die lacht wanneer hij me ziet, luistert naar wat ik ook zeg, die mijn hart laat overslaan als hij me zoent, iemand die van me houdt, gewoon om wie ik ben. Iemand die bij me blijft, wat er ook gebeurt.

Ik word wakker en daar ligt hij. Mooi wanneer hij wakker is, maar nog mooier wanneer hij slaapt. Mijn geluk gegoten in een oogverblindende menselijke schoonheid van binnen en van buiten. Wat minder knoflook, weer wat langer voor de spiegel staan, wat uurtjes meer sporten in de sportschool en geen kabouters meer. Wat kan mij dat nog schelen als ik dit prachtige wezen ervoor terug heb. Hij wordt wakker en kijkt me liefdevol aan. Ogen die zeggen dat ze gelukkig zijn met mij. Ik wil hem aanraken, maar mijn hand gaat door hem heen, hij verdwijnt in het niets. Ik voel dat hij er is, maar hij heeft mij nog niet gevonden. Dood lig ik hier in mijn kist, totdat hij mij wakker kust en zijn ogen zeggen dat hij gelukkig is.

Categorieën: Liefde

9 reacties

sylvia1 · 13 mei 2011 op 18:55

Met zo’n titel, dat moet ik wel lezen… ‘k zat bij die eerste vier alinea’s hardop te lachen. Maar dan kom je ineens nog met een diepere laag, en ik geloof je, ik snap het, ik voel het. En gelukkig, gelukkig (voor de column dan) komt er geen happy end. Mooi!

Mien · 13 mei 2011 op 21:03

Kabouters bestaan, dat mag duidelijk zijn. Geweldige column Shit.

Mien

Edit 17-05:
Morgen hang ik de vlag halfstok.

LouisP · 13 mei 2011 op 21:24

Schitterend om te lezen, heel erg goed!

DreamOn · 13 mei 2011 op 23:19

Meestal vind ik jouw columns kut, maar deze dan juist weer niet. Gek hè! 😀

LouisP · 14 mei 2011 op 14:04

“Of je gaat dat bos eens veranderen in een grasveld of een droge vlakte voor mijn part, of je zult een ander moeraslikker moeten zoeken.’

Da is nog eens lief sèh!

Prlwytskovsky · 15 mei 2011 op 01:14

Wahahaaaa … en om het eens plat te zeggen, in jou schrijfstijl …: ik lach me lul uit me broek bij het lezen van je verhaal.
Maar aan de andere kant beste Shit’je, lees ik er toch een melancholie in.
Duimpie op dus, goed verhaal. :duimop:

arta · 15 mei 2011 op 10:19

Dit is geweldig geschreven. Je sleept de lezer mee in verschillende emoties en weet dan op het laatst toch nog te verrassen. Echt gaaf!

Dees · 15 mei 2011 op 16:23

Ahh shit, zoals alleen jij hem kan produceren. Erg goed.

Shitonya · 19 mei 2011 op 17:00

gracias voor de welkome reacties 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder