Zaterdagmiddag 16:00 uur. Het is koud buiten! Maar ik moest er effe op uit, op de Fat, om de laaste restanten van het drankgelag van gisteren uit mijn kop te rammelen. Mijn dragpipes blêren de laaste flarden muziek van vannacht uit mijn hoofd. Het is weer eens een zware tol die ik heb betaald voor dat stuk compensatiegedrag… Het is dondedagavond en ik ben alleen. Poppeduifje zit vier dagen in Finland (keiiiiihard werken uhuuh…). Ik besluit het beest in mij weer eens de vrije teugel te geven en duik om te beginnen de diepvrieskist in. Gek geworden? Nee! Ik zoek een stuk ossehaas en een rij varkensribben. Yep… en daar zijn ze. Een ons of vier zal deze vleesklomp wel zijn en daar gaat deze jongen dus eens gauw stront van maken. Lekker zonder groentjes maar met een grote portie patat, een bult mayo en appelmoes. Van de ribben trek ik soep voor morgen. Die zal ik hard nodig hebben…

Het eten was een ‘feast’. De katten lagen beiden op tafel, tien centimeter van mijn bord te snorren en hun uiterste best te doen iets van dat vlees bij me weg te bedelen. Af en toe ondernemen ze een aarzelende poging een stukje dichterbij te komen, hetgeen ik genadeloos afstraf met een diepe grauwelende grom. Ik laat niets van dit godenmaal over. Het lege bord mogen ze delen met de honden.

De rest van de avond kruipt traag voorbij en vannacht zullen voor het eerst de honden èn de katten bij me op bed slapen. Alleen is ook maar alleen. Toch?

’s Ochtends wordt ik gewekt door Vai, mijn driepotige hond. De harde pets in mijn nek van die ene voorpoot komt hard aan en hij laat er geen twijfel over bestaan: ‘Baasje, het is 7 uur en ik wil wandelen!’ Het is lang geleden dat ik wakker werd zonder mijn Poppeduifje naast me en ik weet dat het gevoel dat me dit geeft een voorbode is van een stel lange eenzame dagen, ongeacht wie er verder nog komt aanwaaien of belt. Eenzaamheid is een kutgevoel. Ik kan het niet helpen maar als ik me kut voel dan zet ik dat om in een vreetbui. Vier ons ossehaas is slechts een amuse vergeleken bij wat komen gaat…

De dag begint officieel met een bak koffie en een bammetje. Ik besluit als eerste maar eens de boodschappen te gaan doen. In de buurtsuper duwt een onzichtbare hand mij richting koeling en geleidt mijn hand naar het vriesvak. Edah-hamburgers. Nog nooit gehad. Toch maar eens proberen? Ja, gewoon doen. Vier stuks genoeg? Mwoah… Ja, laat ik het maar niet overdrijven. Thuis gekomen bak ik er twee. Als voorafje een paar borden van mijn zelfgemaakte ribjessoep (voor de goede orde, daar zit dus ook nog eens een ons af wat vlees in). De hamburgers eet ik in grote tortilla wraps voorzien van tomaten, augurk, gebakken uien, curry en mayo. Feest! Het is drie uur als ik alles heb weggewerkt en over een uurtje of twee moet ik naar Cyrill, een van mijn bike-maatjes. Of ik een hap bij hem kom eten. We gaan ’s avonds samen naar Moulin Blues en dat betekent bier, bier en nog eens bier en dan kun je maar beter een stevig fundament leggen in de vorm van een goed maal. Aangezien ik wel wat kan hebben, schoffel ik bij hem nog eens drie borden penne met champignon-room saus naar binnen. Bij wijze van puntjes op de ‘i’ kieperen we er beiden nog een halve liter frambozen-perzik vla met vanille yoghurt er achteraan.

Zijn lieftalige vrouwtje brengt ons naar het festivalterrein. Bachus regeert! Het festival is nog maar net begonnen of de eerste slachtoffers komen al uit de tent gerold. Rochelend en reutelend zie ik de eerste Bluesganger al richting afrastering slingeren waarbij er geen twijfel over bestaat dat daar zijn maaginhoud een laaste rustplaats gaat vinden. We sluiten ons aan bij een groep bekenden, er wordt gepot en de eerste dienbladen bier worden aangerukt.

Na mijn derde gerstenatje zie ik uit de verte Jan en zijn lief aan komen banjeren. Jan is een 50 jarige biker die zijn oksels fris houdt middels een apehanger en waarvan het lichaam een uit brons gegoten sculptuur lijkt ondanks het jarenlange drank- en wietgebruik. Met andere woorden: De komst van Jan betekent dat de versnelling een tandje hoger gaat en dat zuipen nu gieten gaat worden. De muziek in de tent kan mij niet echt boeien maar de avond loopt letterlijk gesmeerd. Het bier houdt de stembanden vochtig en buiten regent het dat het de moord stikt. Telkens als ik ga pissen, ploeter ik me (net als iedereen) buiten door een dikke laag modder om vervolgens mijn steentje bij te dragen het hele terrein onder te laten lopen. Zo gaat het een uurtje of zes door totdat Cyrills vrouw besluit dat het mooi is geweest.

Thuisgekomen rol ik uit de auto en besluit dat het weliicht verstandig is om nog een hapje te eten teneinde katervorming tegen te gaan. Ik bak de overige twee hamburgers volgens eerder genoemd recept en spoel het goedje weg met een flinke kom… jawel, soep. Vaag herinner ik me dat ik met het hele beestenspul naar boven toog…

Om 7 uur word ik wakker doordat een van de katten een plantenbak op de slaapkamer aan het leeggraven is. Bij mijn eerste teken van leven, springt Vai wederom met zijn ene poot in mijn nek en ik besef dat het gedaan is met de rust. Mijn pogingen een kater preventief te lijf te gaan blijken tamelijk vruchteloos dus ik besluit dat Vai zijn ochtendwandeling op zijn buik kan schrijven en ik jaag het hele spul naar hun ‘eigen kamer’ zodat ik nog enkele uren kan knorren. Om 11 uur gaat de telefoon. Ik neem op en probeer mijn naam uit te spreken. Aan de andere kant hoor ik Poppeduifje in de lach schieten. ‘Ojee, ik hoor het al. Was het gezellig schat?’ Ik probeer antwoord te geven maar het mannetje-met-de-hamer belet mij te denken en woorden te vormen. Ik heb geen idee wat ze me nog verteld heeft maar ik herinner mij vaag ‘slaap nog maar lekker verder, schatje. Tot morgen.’

Ondanks alles sleep ik mijn eigen lijk uit bed en besluit het restant van mijn anti-kater soep soldaat te maken. Tegen de kater helpt het niet echt maar doorgaans is een bak soep het enige wat ik op zo’n moment verdraag en binnenhoud en wellicht helpt het toch wel een beetje om het lichaam weer enigszins gezuiverd te krijgen. Na twee royale komen soep besluit ik mijn auto te gaan halen. Die staat nog bij Cyrill. Ik ga te voet en neem de honden mee. Weer thuis gekomen merk ik dat de soep, de frisse lucht en de beweging mijn hoofd weer tot denken aanzetten en mijn maag tot consumptie. Tijd voor een hapje eten…

Vier boterhammen, drie goulashkroketten met tomaten, uien en augurk en een kaassnack later knettert mijn motor door het landschap. Nog één nachtje slapen en dan is Poppeduifje weer thuis. Dan krijgt mijn leven weer zijn normale ritme. De blues is dan weer over…

[img]http://www.ericatwork.com/blues.jpg[/img]


13 reacties

Irma · 18 mei 2004 op 12:11

Ben blij dat ze inmiddels weer terug is, want al ken ik dit soort ‘gezonde gelagen’, in dit tempo en met deze frequentie kan ik me voorstellen dat je je eigen lijk moeilijk kon verplaatsen. 😀

Leuk geschreven (zonder leedvermaak! 😛 )

pleuro · 18 mei 2004 op 15:07

Je eerste bezoekje aan mijn Mac Donalds restaurant in 2008 zal waarschijnlijk ook gelijk mijn faillisement betekenen…

Ik heb wederom “smakelijk” genoten!

Mosje · 18 mei 2004 op 16:06

Heb de foto goed bestudeerd, maar waar zit nu die bidsprinkhaan???

Ma3anne · 18 mei 2004 op 16:35

Na het lezen van dit verhaal snap ik waarom God nadat hij Adam had geschapen, naar een creatie zocht om de mislukkingen van het eerste probeersel te niet te doen. En zo schiep hij de vrouw om de man in toom te houden.

Heb dat verhaal nooit zo geloofd, maar als ik dit lees, zie ik de diepere betekenis erachter. 😀

Kees Schilder · 18 mei 2004 op 19:01

Herkende Poppenduifje je nog, na terugkomst?
Erg gelachen!

Li · 18 mei 2004 op 20:32

En? Werd ‘na thuiskomst van poppeduifje’ de Viking Blues vervangen door de Baby Blues? 😀

Li

Kees · 18 mei 2004 op 21:41

Sterkte met je spijsvertering de komende week…

O, ja. Ik was vanmiddag op het reisbureau, heeft ze al verteld dat ze volgende maand DRIE WEKEN wegblijft?

sally · 18 mei 2004 op 22:36

heeeeeeeeeeeeeeeeel herkenbaar
sally

Eftee · 18 mei 2004 op 22:40

“Ze” zijn zwanger, Viking eet nu voor 3 😀 .
Waar laat je in vredesnaam die hoeveelheden eten? Ik kreeg het er benauwd van.

viking · 18 mei 2004 op 22:46

Mwoah, háár reactie vandaag (nadat ze me eerst de vloer met me had aangeveegd: ‘Dus je hebt me echt gemist? En ook al was er een andere vrouw hier geweest, dan had je je nog vol gestopt met eten?’

‘Een andere vrouw had me waarschijnlijk gewoon mijn gang laten gaan, terwijl jij me verweten zou hebben dat ik niet goed spoor. Liefde gaat bij de man toch door de maag? Nou, wat zeur je dan…’ 😛

Ennuh, als ik ooit zou zeggen dat ‘we’ zwanger zijn… kan ik denk ik een ander tehuis gaan zoeken 😀

[quote]O, ja. Ik was vanmiddag op het reisbureau, heeft ze al verteld dat ze volgende maand DRIE WEKEN wegblijft?[/quote]
Hoezo ‘O, ja. Ik was vanmiddag op het reisbureau…’ Wat moet jij met mijn Poppeduifje in een reisbureau en wat nou drie weken pleite??? 😡

[quote]Na het lezen van dit verhaal snap ik waarom God nadat hij Adam had geschapen, naar een creatie zocht om de mislukkingen van het eerste probeersel te niet te doen. En zo schiep hij de vrouw om de man in toom te houden.[/quote]
En dat is dus duidelijk niet gelukt. God is vast een vrouw! 😀 😀 😀

Shitonya · 18 mei 2004 op 23:17

Ow My God! Hoe krijg je het allemaal naar binnen? Je hebt vast en zeker ook meerdere magen net zoals een koe. 😛
Als ik zoveel vreet, dan verander ik echt in een vies dik potvisje, dus ik train me liever kapot en eet amper wat, mahja desalnietemin (of hoe je het ook mag schrijven) … Ene verdomd gienige column 🙂

Louise · 19 mei 2004 op 09:09

Haha, nog een paar van die dagen en je kunt met kerst zo de pan in! 😛

Hij hapte lekker weg, deze (culinaire) column!

WritersBlocq · 11 oktober 2005 op 22:22

smaakt idd naar meer

Geef een reactie

Avatar plaatshouder