Mij kan je niet wijs maken dat je ze vroeger niet in de straat had liggen. Een tegel, gelijk aan de aangrenzende tegels, maar met een mooi rond gat erin. Deze tegel was vooral tijdens de warmere dagen een bron van vermaak. Zodra het zakgeld je hand raakte stond je voor de deur van de plaatselijke speelgoedwinkel voor een netje puntgave knikkers. Vierenzestiggies, zesennegentiggies, en ga zo maar door. Vaak stond de tegel op bijzonder gevaarlijke plaatsen, maar als kind deed je dat niks. Het principe is vrij simpel: Win je, verdubbelt je inzet. Verlies je, dan ben je alles kwijt. Een soort straatcasino voor kinderen. Er zaten altijd wel koters tussen met talent, en daar was ik er geen van. En door een gebrek aan zakelijk instinct dat ik had, gaf ik vaak de gewonnen knikkers weer snel terug zodra de tegenstander het op een huilen zette. Een aandoenlijk schouwspel moet het zijn geweest, maar rendabel was het niet.

De vermeende Robin Hood-act was overigens alleen van toepassing bij winst, zodra er verloren werd nam een duivelse stemming de overhand. Ik ben nooit materiaal voor een jeugdinrichting geweest, maar in zulke gevallen was er aan agressie geen gebrek. Natuurlijk kon ik alleen maar boos zijn op mezelf dat ik 10 minuten na aanschaf van de knikkers weer met lege handen stond. Zo onwennig als een kind dat net een nieuw computerspel heeft gekregen maar alleen iemand anders er mee mag zien spelen, zocht ik zo snel mogelijk naar een nieuwe voorraad. En aangezien het aandikken van de voorraad door te winnen duidelijk geen optie was, werd er weer een beroep gedaan op de financiële situatie van de ouders.

Als ik nu kijk naar die zelfde straat zijn de meeste putjes weg. Wie weet komt knikkeren weer terug, maar zo groot als toen wordt het vast niet meer. Weinig spelletjes lenen zich namelijk voor deze geniale combinatie van gokken en sparen, en dit was misschien wel de mooiste in zijn soort. Wie goed luistert, hoort nog het enthousiaste gedrom van de kinderen rond de tegel met het gat erin en het getoeter van een naderende auto die er langs wil. De huidige generaties hebben natuurlijk hun eigen hobby’s en bezigheden, en denken daar over tien jaar waarschijnlijk ook met weemoed aan terug. Maar ik zal er altijd trots op blijven dat in mijn tijd op elke hoek van de straat een putje in de tegel heeft gezeten.

Categorieën: Maatschappij

4 reacties

trawant · 26 april 2010 op 17:21

Of tegen de stoeprand een halve straatsteen loswrikken en je had een knikkerpot.
Geheimzinnige spelregels; ‘Tegenhouders aan de meet’,die naar gelang de samenstelling van de ‘gang’ aangepast konden worden.
Tien duppies was een bonk..en soms kreeg je wel en dan weer geen ‘onk’ ( iets terug dat je meteen wéér inzette) bij verlies..ach voorgoed voorbij..

Maar wát een leuk onderwerp voor een column..

Ingrid · 26 april 2010 op 18:14

Het knikkeren is terug. Zoals ieder jaar rond deze tijd. Bij ons op het schoolplein wordt weer volop geknikkerd. In stoeptegels met putjes er in. Net als vroeger.

arta · 26 april 2010 op 18:58

Jaaaa, leuk!!
Ook hier wordt met tijden nog volop geknikkerd en al zijn de namen van het speelgoed veranderd, het spelletje is nog hetzelfde!

Fem · 28 april 2010 op 09:00

Het knikkeren zal altijd blijven!

Al zijn de nieuwe knikkers nog zo mooi gemaakt, er gaat niks boven een ouderwetse bonk of een pinkie…

Geef een reactie

Avatar plaatshouder