Ik doe heel zachtjes de deur open van de kamer, ik kijk naar haar, ze ligt te slapen, in haar stoel. Één enkel winters zonnestraaltje breekt de grauwe hemel open, blinkt door het raam naar binnen; schijnt zijn eerste warmte op haar gezicht, doet haar, haar glanzen.
Haar, haar lijkt wel doorzichtig, haar gezicht, zo zacht als het eerste winterse zonlicht.
Teder kijk ik toe, bedenkt dat ik haar eigenlijk nog veel wil zeggen. We hebben veel te bepraten er zijn nog zoveel dingen ongezegd. Ik neem plaats op een stoel ik kijk naar hoe ze slaapt, vredig en lief, we hebben veel meegemaakt en dat is te zien in haar gezicht.
Moet ik de dingen die ik wil zeggen, nu zeggen, of maar even uitstellen, tot, ja tot wanneer, tot morgen, overmorgen of voor eeuwig.
De klok tikt weer minuten weg, uit ons leven, zonder enig mededogen, maar dat is de taak van vader tijd.

Het zonnestraaltje trekt zich terug uit de kamer, van haar gezicht en de hemel sluit zich weer. Grauw en grijs zoals Nederlandse winterdagen kunnen zijn of zoals je je voelt, als je een zwaar gesprek met ongezegde zaken wilt gaan voeren.
Ze schrikt wakker ze verontschuldigt zich; sorry, in slaap gevallen. Ik kijk haar aan, haar doorgroefde gezicht straalt, dag mam, het geeft niet je was waarschijnlijk moe, slapen is goed voor je.
Bij mijn vraag hoe is het krijg ik het bekende relaas te horen, het eten is slecht, ik zie nooit iemand, terwijl ik beneden in het zorghuis toevallig mijn broer tegenkwam die net bij haar was geweest, voordat ik naar boven ging.

Ik schud haar kussen op en zet haar wat rechter in haar stoel ze kan niets meer, alleen nog maar zitten. Wat wilde ik haar nog zeggen, ik weet het niet meer. Na het overlijden van mijn vader had ik achteraf het idee dat ik hem nog zoveel had moeten zeggen, vertellen.
Het is er nooit van gekomen, niet toen hij ziek was, daarvoor niet, daarna ging het niet meer.
Het is nooit het juiste moment en vader tijd doet zijn werk. Nu is het moment voor mij om de dingen te zeggen en als ik het niet doe?, ze is er straks niet meer, dan heb ik misschien spijt. Maar is nu het moment daar, ik twijfel.

Ze moppert door over alles en nog wat, ik glimlach, en luister naar haar, geef haar antwoord op vragen.
Ik neem afscheid met de woorden; volgende week kom ik weer en de kinderen komen ook mee, ik heb het druk zeg ik verontschuldigend. Ze glimlacht, ik begrijp het jongen, ik was vroeger ook altijd druk, kus de kinderen.

In de auto op de weg naar huis hoor ik Phil Collins zingen; let the rain fall down on me. En ik vraag me af, hoe vaak mag ik nog naar haar toe?

Senahponex

Categorieën: Algemeen

12 reacties

Dees · 13 februari 2006 op 20:41

Mooi

[quote]Wat wilde ik haar nog zeggen, ik weet het niet meer. Na het overlijden van mijn vader had ik achteraf het idee dat ik hem nog zoveel had moeten zeggen, vertellen. Het is er nooit van gekomen, niet toen hij ziek was, daarvoor niet, daarna ging het niet meer.
Het is nooit het juiste moment en vader tijd doet zijn werk. Nu is het moment voor mij om de dingen te zeggen en als ik het niet doe?, ze is er straks niet meer, dan heb ik misschien spijt. Maar is nu het moment daar, ik twijfel.
[/quote]

Een lange quote, herkenbaar en rillingen langs de ruggengraat. Heel mooi geschreven.

Trukie · 13 februari 2006 op 21:19

[quote]Het zonnestraaltje trekt zich terug uit de kamer, van haar gezicht en de hemel sluit zich weer. Grauw en grijs zoals Nederlandse winterdagen kunnen zijn of zoals je je voelt, als je een zwaar gesprek met ongezegde zaken wilt gaan voeren.[/quote]

Nog een juweeltje.
Ik denk voor velen een herkenbaar stukje.
Maar wie is on staat om het zo mooi weer te geven zoals jij hier hebt gedaan?

Li · 13 februari 2006 op 21:25

Mooi en liefdevol geschreven column.

[quote]Ik neem plaats op een stoel ik kijk naar hoe ze slaapt, vredig en lief, we hebben veel meegemaakt en dat is te zien in haar gezicht. Moet ik de dingen die ik wil zeggen, nu zeggen, of maar even uitstellen, tot, ja tot wanneer, tot morgen, overmorgen of voor eeuwig.
[/quote]

Deze zinnen vind ik ontroerend en treffend tegelijk.

Li

KawaSutra · 13 februari 2006 op 22:36

Mooie titel, mooi geschreven.
Brengt herinneringen boven over wat was en wat had kunnen zijn.

melady · 14 februari 2006 op 00:16

De sfeer in je column is tastbaar en dat vind ik knap.

Maar het leest niet echt vloeiend omdat er kleine storende leestekens en herhalingen in je colomn zitten:

[quote]warmte op haar gezicht, doet haar, haar glanzen.Haar, haar lijkt wel doorzichtig, haar gezicht,Teder kijk ik toe, bedenkt dat ik haar [/quote]

Zeven keer het woord ‘haar’ in een paar zinnen.

Maar heel lief en herkenbaar.

champagne · 14 februari 2006 op 06:37

Mooi verwoord!
[quote]Ik schud haar kussen op en zet haar wat rechter in haar stoel ze kan niets meer, alleen nog maar zitten. [/quote]
Afschuwelijk lijkt me dat, voor alle betrokkenen, maar vooral voor haar.

wendy77 · 14 februari 2006 op 13:34

Ontroerend en heel herkenbaar wat mijn oma betreft. Het zal alleen veel moeilijker zijn als het je moeder is.
Mooi geschreven.

Nana · 14 februari 2006 op 14:26

Erg mooi, alleen het begin is minder mooi, beetje kitsch. 😉

Mosje · 14 februari 2006 op 17:24

Mooi hoor, zoals jij weet te zorgen voor een zonnestraaltje in de winter.

Mup · 15 februari 2006 op 02:17

[quote]hoe vaak mag ik nog naar haar toe?[/quote]

Ik hoop heel vaak, prachtig intens stuk,

Groet Mup.

Salmo91 · 16 februari 2006 op 02:38

Fantastisch stuk. ik wou dat ik zo een gevoel/gebeurtenis onder woorden kon brengen.

Salmo

senahponex · 16 februari 2006 op 16:09

Bedankt

Geef een reactie

Avatar plaatshouder