Wordt u al geholpen?

“Goedemiddag mevrouw. Kan ik u ergens bij helpen?”
*Nee dank je, ik kijk alleen even rond.
“Oh. Maar ik wil u graag helpen hoor, ik ben net nieuw hier en heb zojuist de cursus [i]Klantcontact[/i] gevolgd. Zou het graag eens uitproberen, in de praktijk, zeg maar.” *Klantcontact? Wat houdt dat dan in?
“Nou, ik heb geleerd dat klantbenadering in vier categorieën op te delen is. Zo heb je bijvoorbeeld [i]De Infantiele Benadering[/i].”
*Infantiel?
“Ja, moeilijk woord hè? Het heeft iets te maken met kinderlijk. Neem nou pinautomaten. Je hebt van die klanten die de pinpas verkeerd om door de automaat halen. Enórm vertragend, dat snapt u. Die klanten zijn dan geschikt voor de infantiele aanpak.”
*Wat zeg je dan?
“Ach… Je geeft de klant een soort stappenplan: [i]Het pasje hoort met die zwarte strip naar links, mevrouw. Nee mevrouw, die andere links.[/i] Dat soort opmerkingen.”
*Nou ja zeg…
“Snap ik hoor, uw reactie. Maar ja, het helpt ze natuurlijk wel.”
*Hmmm.
“Andere benaderingen zijn: [i]De Onbeschofte Benadering[/i] en [i]De Positivistische Benadering[/i].”
*Wat houdt dat in?
“Onbeschoft is bijvoorbeeld om mensen in de weg te gaan staan als ze iets zoeken. Of net doen alsof je niets hoort, als ze iets vragen. Dat is vooral handig bij oudere mensen, die geven toch geen rooie cent uit, dus als ze dan al weglopen is er weinig aan verloren.”
*Ja ja.
“Het lachen vind ik wel moeilijk, dat is zó overdreven. Net zoals bijvoorbeeld Amerikaanse obers schijnen te doen. Het is best moeilijk om een gratenpakhuis te zeggen dat die strakke spijkerbroek zo goed staat. Dikke mensen moet je overigens altijd vertellen dat de kleding zo afkleedt. Vallen ze voor als een baksteen.”
*Hmm. Maar is het niet de bedoeling klanten vriendelijk te benaderen? De klant is toch koning?
“Nee nee, dat was les twee in de cursus. De klant is [i]Geldverstrekker[/i], geen koning. Het is net als met die veel te harde muziek uit de speakers, die zorgt dat mensen opschieten. Klanten moeten het liefst zo snel mogelijk kopen en meteen weer opzouten. Zoals de coach dat zei.”
*Opzouten?!
“Ja, hahaha, het [i]Toedeledoki, tot ziens[/i] principe, al is dat niet met elk klantenprofiel mogelijk.”
*Wat is eigenlijk de vierde benadering?
“De vierde? Nee, er zijn er maar drie hoor… Zou u erg goed staan die oranje trui. Heb er trouwens nog een héél leuk jasje bij.”