Als ouder van middelbare schoolgaande kinderen wordt je af en toe uitgenodigd voor korte gesprekjes met de mentor en diverse docenten. Een nobel streven en een goede manier om de ouders bij het school wel en wee van hun kinderen te betrekken. Althans dat dacht ik tot voor kort. Net iets te laat van huis weg gegaan, kwam ik vlak voor het tijdstip van mijn ‘blind date’ de school binnen. Tafel 5, daar moest ik zijn volgens het briefje. Alle tafels waren nog bezet, dus ik was op tijd. Vrij snel ging de bel, die overigens een stuk vriendelijker klonk dan in mijn middelbare schooltijd. Ik liep naar tafeltje 5 en daar zat ze…… Onmiddellijk bekroop mij een nostalgisch gevoel. Had ik deze mevrouw niet eerder gezien? Mevrouw de B… was een dame van middelbare leeftijd (waarbij middelbaar als een rekbaar begrip moet worden gezien). Typetje eeuwige maagd, nooit getrouwd en zal dat, tenzij gedwongen huwelijken worden ingevoerd, waarschijnlijk ook nooit doen. Gezien het formaat van de handtas die naast haar stond, vermoedde ik dat zij een groot deel van de lokaalinboedel iedere avond mee naar huis neemt.

Indringend keek ze me aan. Op een manier zoals ik eerder alleen bij Frau Fritz, mijn vroegere lerares Duits had ervaren op de momenten dat ze mij weer eens de klas uit stuurde. Gelukkig was het geluid dat ze voortbracht iets minder indrukwekkend. Het hield het midden tussen een ietwat verlegen gefluister en het geluid van een verkouden smurf. Hoe het met onze dochter ging. “Hoezo, u heeft haar vanmiddag toch nog gezien?” Nee, hoe het op school ging. “Dat weet u beter dan ik.” Tja, wiskunde was toch wel het zwakste vak. Daar stond ze een 5,6 voor. “Ja en…. In mijn tijd was een zwak vak een 3 of een stoere 2. Een 5,6 is afgerond toch een voldoende?” Daar dacht ons wannabee schoolhoofd van Zweinstein anders over. Nee dat kon echt niet , want het werd immers steeds moeilijker.

“Heeft u de indruk dat het aan het maken van fouten ligt, of is de beschikbare tijd bij proefwerken wellicht te kort” vroeg ik. “Uh, tja, beide zou kunnen”, zei ze en ze keek me aan met een blik van “geen lastige vragen stellen hè mannetje!” Haar lichaamstaal maakte me duidelijk dat mijn vraag om na te gaan wat de reden van het “lage” cijfer was duidelijk niet binnen haar opvattingen van een oudergesprek vielen.

De verdere koetjes en kalfjes conversatie maakte mij duidelijk dat ik steeds een verkeerd beeld had gehad van de doelstelling van deze roemruchte 6 minuten gesprekjes. Nee het ging er niet om dat wij over ons kind kwamen praten, fout gezien. Natuurlijk waren deze gesprekjes bedoeld om eens te zien wat voor ouders er nu eigenlijk bij de leerling hoorden. Oh, sorry, verkeerd begrepen.

De vriendelijke bel klonk als een verlossing, ja ik mocht. Maar ze liet me niet zomaar gaan. Hoe was het met de gezondheid van mijn dochter, ze had toch bloedarmoede? Ja, maar dat was alweer vorig jaar. “Maar ze gaat toch wel regelmatig op controle bij de dokter? Want ik heb ook eens bloedarmoede gehad en toen zei mijn gynaecoloog………”

Dingdong, dingdong. Nog nooit heeft een schoolbel me zo verlossend in de oren geklonken. Het waren zes lange minuten. Ik hoop dat ze ervan heeft genoten.


12 reacties

vanlidt · 24 november 2011 op 17:15

Als ex-leraar Duits kreeg ik een angstig déjà-vu bij het lezen van deze column. Geloof me vrij: voor een groot aantal leraren is een ouderavond een verplichte verschrikking. Onderhoudend stuk, overigens.

Meralixe · 24 november 2011 op 20:29

Mooi geschreven alhoewel de ingrediënten een nog al vooroordelend karakter hebben.
Maar, dat maakt het natuurlijk gemakkelijker om bij de humor te komen. Iedereen past die trucjes wel toe.
Zijn “alle” leraressen krengen waar niets mee aan te vangen is? :hammer:

Marja · 24 november 2011 op 21:20

Alfa ontmoet bèta.

sylvia1 · 24 november 2011 op 21:37

Ik onderstreep Marja’s reactie, hier “botsen” twee werelden. Om die reden met veel plezier gelezen.

SIMBA · 25 november 2011 op 09:55

Toevallig ook afgelopen week zo’n gesprekje gehad, wij mochten 10 minuten! 😀 Nou is dat soort gesprekjes voor ons altijd een feestje want we krijgen alleen maar te horen hoe leuk ons kind is en hoe gezellig hij in de groep is. Het “om de vinger winden” van de leerkracht is een vaardigheid die hij zich heel goed eigen heeft gemaakt en het werkt, zelfs nu hij 16 is!! 😆

Mien · 25 november 2011 op 10:19

Had ze ook een knotje …? 😆

Bij ons had de verstokte lerares Duits heimelijk een relatie met een nog verstoktere leraar Nederlands. Beiden liepen tegen de pensioenleeftijd aan. Ze waren ook nog eens buren van elkaar en hadden een groot gat in de haag van erfafscheiding gemaakt. Voor stiekeme ‘rendez vous’.
Kortom, vergist u niet in wat u ziet.

Mien

Ferrara · 25 november 2011 op 18:01

Saved by the bell?
Wel een juf van: “Neem nou mijn geval…”
De sfeer van dit gesprek komt duidelijk over.

BKVDM · 25 november 2011 op 21:02

Nee hoor, niet alle leraressen zijn “krengen”. Er zijn uitzonderingen. Juf Diephuis, die ik eerste klas kleuterschool had bijvoorbeeld. 🙂

BKVDM · 25 november 2011 op 21:04

Geen knotje, hoewel het haar niet misstaan zou hebben… Met twee breinaalden erin.

pally · 26 november 2011 op 22:56

Wat zijn ‘middelbare schoolgaande kinderen?’ Zijn die heel vaak blijven zitten? 😀

groet van Pally

BKVDM · 26 november 2011 op 23:04

Haha, ja een soort eeuwige studenten.:-) Bedoel natuurlijk kids die naar de middelbare school gaan. Wist het even niet anders te beschrijven. Ik hou me aanbevolen voor suggesties.

Boukje · 27 november 2011 op 01:20

Pally, geniale opmerking! :hammer:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder