Zoals de golven gewichtig spelen met de ferry, deinen mijn gedachten nog na over de afgelopen week. Ik heb het gevoel dat ik maar beter over boord kan springen om eens en voor altijd af te rekenen met mijn eeuwige vijand. Want, ofschoon we toch met z’n tweeën op motortoertocht waren uitgegaan, heb ik het idee gehad dat we voortdurend op de hielen zijn gezeten, door iets of iemand, deze vakantie. Het begon allemaal zo optimistisch, even een bezoekje brengen aan een Schotse vriend. Maar het optimisme spoelde gelijk met de mate aan neerslag weg. In Newcastle aangekomen, pijpte het regensteeltjes en binnen een uur waren we al doorweekt. Maar desondanks, wel spoedig één met de omgeving. Doorrijden was daarom het devies, wat maakt een beetje water eigenlijk uit? Een ongenode gast liet voor het eerst van zich horen toen mijn zus viel voor de schoonheid van het Schotse landschap. De horizontale manouvre waarmee ze de rotonde nam was werkelijk spectaculair, maar zorgde wel voor de nodige vertraging door een versnelling die zich niet meer liet schakelen. De hulp van een monteur hielp ons weer verder en we bereikten toch ons doel voor de dag.

De volgende ochtend ging het weer verder, waar het die dag ervoor gestopt was, regen. Tijdens een dwaaltocht van honderdtwintig kilometer was de geheimzinnige lastpost werkelijk in zijn element gezien het aantal autowrakken dat we passeerden. Voor een tweede maal leek hij grip op ons te krijgen toen mijn zus, na een stevige remproef, de smaak van het Schotse asfalt pas goed te pakken kreeg. Ook nu weer zonder lichamelijk letsel dus waren wij, door dit akkefietje, niet te stoppen. Deze avond zouden wij bij onze vriend arriveren waar we twee nachten zouden blijven om daarna de terugreis naar Newcastle aan te vangen.

Zouden inderdaad. Midden op de hoogvlakte wist de genadeloze stalker bijna zijn scheepsrecht te verzilveren. Na eigenzinnig gedrag aan de achterkant van mijn altijd zo trouwe ros, leek een stop bij de eerstvolgende gelegenheid verstandig. De diagnose was snel gesteld en aangezien doorrijden op een velg geen optie was, hadden we deze slag verloren door een ontnomen mobiliteit. Spoedig arriveerde de truck met aanhanger van het bergingsbedrijf. Nadat we drie uur hadden gewacht in de verfrissende lenteregen. Het was inmiddels later in de avond en accomodotie was nergens meer beschikbaar door een WK mountain biken. Aan de grond genageld werden we veroordeeld tot twee nachten vunzige caravan zonder water of electra bij het bergingsbedrijf. ’s Maandags gingen we dan op zoek naar een nieuwe band. De kaarsjes in de sleurhut brachten weliswaar sfeer, de werkelijkheid van een, in lichterlaaie staande, caravan die door de voordeur van het bergingsbedrijf heen ramt, is ons bespaard gebleven.

Ondanks een sabotagepoging, door de band van de aanhanger ook lek te maken, maar wel met een portemonnaie zo plat als mijn oude band later, konden we, met nieuwe achterband, in alle rust de aftocht beginnen. Het leek er werkelijk op alsof we de achtervolger hadden afgeschud na een vlekkeloze rit naar Perth. Vanaf daar konden we op ons gemak de laatste dag naar Newcastle rijden voor onze boot terug. Echter in Newcastle aangekomen stond ons nog een laatste list te wachten om ons aan het continent te binden. Door het weghalen van wegwijzers raakten we hopeloos verdwaald waardoor we de boot konden uitzwaaien voordat wij aan boord waren. Uit angst voor meer verrassingen hebben we maar braaf gewacht op de volgende boot huiswaarst, een dag later.

Een zucht van opluchting ontsnapt nu aan mij, bij het aanschouwen van de Nederlandse duinen en de haven van IJmuiden. Deze slag mag misschien eindigen in een remise, zo makkelijk laat ik mij toch maar niet verslaan. Want ik zal terugkeren om Mc Death opnieuw uit te dagen.

Categorieën: Reisverhalen

6 reacties

Peer · 9 juni 2006 op 18:54

Poeh, wat een draak van een reis man.
Leuk beschreven. Ik leefde met je mee!

Misschien wel leuk als meer mensen hun barre reismomenten erbij zetten. Ik weet zeker dat bijna iedereen zoiets eens in zijn of haar leven heeft meegemaakt.

————————————————–

Ik heb ooit zelf eens zo’n rit gehad (liftend naar mijn ouders in Frankrijk). Na drie moeizame en koude dagen reizen (het was november) kwamen mijn reismaat en ik er achter dat de laatste bergpas, welke de enige mogelijkheid bood om bij mijn ouders te arriveren, was afgesloten wegens hevige sneeuwval en gladheid. Er zat dus maar een ding op, terug naar huis liften. Ons geld was op (studententijd) en wij zagen er inmiddels uit als een medogenloos stel seriemoordenaars met een baard van drie dagen en onze lange leren pilotenjassen. Geen ziel die het waagde ons in hun metale territorium binnen te halen.

We hebben geweldige einden gelopen met onze rugzakken om maar vooruit te komen. De nachten hebben we in de vrieskou onder bruggen en in ranzige wc hokjes langs de snelwegen doorgebracht. Zo nu en dan was er iemand gek genoeg om ons mee te nemen. Stuk voor stuk waren het verloren zielen die ergens in hun leven duidelijk een steekje hadden laten vallen. Dit leverde de meest vreemde ritjes en gesprekken op. Nu nog, wanneer ik een dergelijk persoon op straat denk te herkennen, groet ik met een veelbetekenend sympatiek knikje.
Dit zijn de mensen waar niemand ooit van hoort. Mensen die maar al te vaak hoogmoedig worden genegeerd. Maar in mijn ogen zijn dit de mensen waar je het in barre tijden van moet hebben.

Een liftreisje dat twee a drie dagen had moeten duren werd zo een ware survivaltocht van negen dagen. Negen dagen die ik nooit en te nimmer zal vergeten.

WritersBlocq · 9 juni 2006 op 20:40

Herkenbaar King!
Maar pech is stof voor de meest lekkere verhalen, vooral als je ze zo lekker luchtig en cynisch beschrijft als jij hebt gedaan. Toch hoop ik dat jullie het volgende keer beter treffen zodat er een gezapig, saai reisverslag kan komen 🙂

Li · 9 juni 2006 op 22:48

Weet je zeker dat Mac Murphy niet achterop zat?
Ik heb meegeleden King. 😀

Li

KawaSutra · 10 juni 2006 op 01:43

Het heeft i.i.g. weer een mooi reisverslag opgeleverd. Motorvakanties, een onuitputtelijke bron van lief en leed. Ik lees ze graag.

@Peer: schrijf ook weer eens een column joh!

Ma3anne · 10 juni 2006 op 08:37

Pffff, King, wat een narigheid.
Gelukkig dat je columns schrijft, dan heb je in elk geval weer een mooi verhaal. 😕

Mosje · 10 juni 2006 op 14:57

[quote]weghalen van wegwijzers [/quote]Dit, beste King, is toch wel een beetje een pleonasme. Wegwijzers horen ook helemaal niet aanwezig te zijn, vandaar de naam. Of is het een contradictie? Wijzers die weg zijn kun je niet weghalen.
😛

Geef een reactie

Avatar plaatshouder