De tijd dat Peter De Gerter nog enige danspasjes placeerde op de dansvloer van discotheek De Brakke Duif in Gierle ligt al enige tijd achter ons, doch mocht het mogelijk zijn ooit terug te reizen in de tijd, dan zou hij wellicht de eerste zijn die stond te breakdancen tussen de bezwete lichamen van andere macho’s. Niet dat je Peter echt als een vrouwenmagneet kan beschouwen, daarvoor is hij, ten minste als hij niet danst, te introvert en te verlegen, hoewel dit in wezen misschien wel hetzelfde is.

Wie zal het zeggen, ik in elk geval niet want ik heb eigenlijk nog nooit een deftige conversatie gevoerd met Peter. Ik bedoel dan van schrijver tot personage want Peter is gewoon een echte bestaande persoon die in werkelijkheid Johan Van Lierde noemt en hiernaast me op de sofa een glas van mijn wel erg exclusieve rode wijn aan het leegzuigen is, de lul. Johan weigert meer dan drie zinnen van mijn verhalen te lezen omdat hij naar eigen zeggen wel wat beters te doen heeft dan mijn onzinnige geschriften te ontrafelen, hoewel hij die drie zinnen dan ook wel gigantische meesterwerken vindt. Ik bedoel dat ik vanaf zin drie gewoon kan lullen over Johan wat ik wil omdat de kans erg klein is dat hij het ooit zal ontdekken. Een reden te meer dat onze vriendschap eeuwig zal blijven duren … Johan, stomme lul, lees gewoon elke letter die ik schrijf, ja, godverdomme, ben jij een echte vriend of niet?

‘Wat heb jij dan eigenlijk te doen dat jij niet meer dan drie zinnen van mijn teksten leest?’

‘Eigenlijk niks,’ zei Johan, die ik dus verder Peter De Gerter zal noemen.

‘Hoe? Net zeg je nog dat je geen tijd hebt om mijn teksten te lezen,’ zei ik tegen Peter.

‘Ik bedoel dat ik veel liever mijn kostbare tijd vul met dansen, zuipen en vrouwen bekijken,’ zei hij.

‘U observeert vrouwen, ‘ zei ik lachend. Zoiets is toch lachwekkend, beste lezer. Zou u graag geobserveerd worden door een man van vierenveertig terwijl u rustig op een terrasje zit te snakken naar rust, een goed gesprek met een andere dame en een wijntje van een uitstekend jaar?

‘Neen, ik observeer niet echt … Ik zit hen niet aan te staren … Ik bekijk hen gewoon,’ zei Peter.

‘Wat is het verschil man,’ zei ik lichtjes geïrriteerd. Ziedend kan je mij moeilijk noemen.

‘Kijken wil zeggen, vluchtig een blik werpen, terwijl observeren elke oneffenheid op hun lichaam verkennen is, ‘ zei Peter.

‘Wie is hier de schrijver eigenlijk, ik of jij, Peter?’

‘Hoelang kennen wij elkaar nu al?’ vroeg Johan verbouwereerd.

‘Een jaar of tien,’ zei ik. ‘Waarom?’

‘Omdat ik Johan heet en niet Peter,’ zei hij.

Dat was ik hem dus vergeten te vertellen, dat hij in mijn verhaal Peter noemt.

‘In mijn verhaal noem je Peter,’ zei ik tegen Johan.

‘Ik wil helemaal niet zo noemen,’ zei hij kwaad. Personages met capsones, Jezus.

‘Hoe wil je dan noemen,’ zei ik.

‘In jouw verhalen wil ik niet voorkomen,’ zei Johan kwaad.

‘Peter, stel je niet zo aan,’ zei ik.

‘Ik wil het niet,’ zei hij opnieuw. Hij dronk zijn glas in een slok op. ‘En al zeker niet als je me Peter noemt. Ik ken namelijk een Peter en als die bij mij op bezoek komt, dan drinkt hij heel mijn wijnkelder leeg. Met zo’n types wil ik niet vergeleken worden.’

‘Je moet beseffen dat als ik je gewoon Johan noem, de mensen je straks gaan herkennen op staat,’ zei ik.

‘Hoe bedoel je?’

‘Wel, ze beginnen mij al hier en daar te herkennen. Laats kwam ik nog bij mijn vader en hij herkende mij onmiddellijk. Waarschijnlijk het succes van een schrijver,’ zei ik. ‘Dus als we samen aan de toog van café Wir War zitten, dan zou het best kunnen dat mensen mij herkennen en dan gaan ze zich automatisch afvragen wie jij bent.’

‘Denk je?’

‘Tuurlijk, zo werkt dat,’ zei ik tegen Johan die ik een nieuwe fles wijn liet openen.

Flessen wijn of champagne openen, laat ik doorgaans aan kenners over. Laatst zat ik nog bij Myriam en Marion aan tafel in Oosterzele in restaurant Grande Cafe d’Oosterzele en plots reed er een fietser voorbij die voor onze voeten viel. Wat een geluk, dacht ik nog, dat je naast mijn prachtige Bommels valt.

‘Trek jij nog een flesje champagne open,’ zei ik tegen Myriam. ‘Want ik denk dat onze fietser best iets sterks kan gebruiken om te bekomen.

‘Flessen openen, dat is echt mijn ding,’ zei Myriam fier.

‘Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk leren kennen? vroeg ik aan Marion.

‘Dat is een erg lang verhaal,’ zei Marion terwijl ze naar de fietser keek, staarde of hem aanschouwde.

‘Ik heb toch niets anders te doen,’ zei ik tegen Marion.

‘Het is eigenlijk zo een lang verhaal dat ik …’

‘Is die fles al open?’ vroeg ik aan Myriam. Die Marion en haar verhaal, dat kon later nog wel eens.

‘Nee, de kurk zit precies geklemd,’ zei ze.

‘Bestel gewoon een andere fles,’ zei ik tegen Myriam. ‘Geld genoeg!’

‘Hier,’ zei Johan plots. Hij vulde mijn glas opnieuw met rode wijn.

Kunnen jullie nog volgen, lezers, ik maak soms vreemde sprongetjes, ik weet het. Voor de minder slimme lezer, Johan, die in dit verhaal Peter noemt, zit naast mij op de sofa en we drinken een glaasje wijn. Ondertussen pols ik hem over het feit dat hij al dan niet vrouwen observeert. Volgens hem bekijkt hij vrouwen en ik vroeg me af over er een verschil was tussen naar vrouwen kijken of vrouwen observeren. Dat is het zo een beetje. En wie is Myriam en Marion dan? En zijn er nu ook niet wat veel personages aan het opdoemen, vraagt een Griekse lezeres zich af. Komt goed, mevrouw, ik leg wel een database aan voor jou … Zucht, wat is dat schrijven tot erg vermoeiend zeg. Ik ga even pauzeren, een koffietje drinken een een paar keer diep in en uitademen terwijl ik me toeleg op enkele joga oefeningen die ik kreeg van een trouwe lezers die erg bezorgd is om mijn gezondheid.

‘Denk je werkelijk dat mensen mij zullen herkennen op straat? vroeg Jan me enige tijd later. Ja dat moet ik even toelichten … Tijdens de pauze zeg maar, heeft Johan besloten dat hij dan toch als personage in mijn oeuvre wil voorkomen als het personage Jan. Tijdens diezelfde pauze probeerde ik eveens een jogabewegjng uit waarbij ik mijn beide benen in mijn nek legde, en als een wolf een bekende opera van Nirvana nafloot. Geheel bekomen en vooral terug erg ontspannen kroop ik terug achter mijn schrijftafel alwaar ik verder schreef over Peter.

‘Jou zullen ze niet herkennen Peter,’ zei ik. ‘Mij zullen ze herkennen aan mijn zwarte lederen jas, mijn blauwe jeansbroek en mijn bruine Floris van Bommel schoenen met blauwe veters.’

‘Ik wil Jan heten,’ zei Peter.

‘God ja, dat was ik helemaal vergeten,’ zei ik. ‘Het spijt me, komt door de wijn.’

‘Welke wijn,’ zei Jan. ‘Je bedoelt waarschijnlijk het bier.’

‘Wat ben jij toch vermoeiend, Jan, niemand ligt er werkelijk van wakker wat wij aan het drinken zijn.’

‘Als je autobiografisch schrijft, moet het dan niet juist worden weergegeven?’ vroeg Johan.

We zaten inderdaad Gouden Carolus te drinken en daarna een Gentse Strop.

‘Ik vond wijn beter omdat ik dan ook champagne ter sprake kon brengen om dan ineens dat verhaaltje over Myriam en Marion te verzinnen,’ zei ik.

‘Dus die bestaan ook niet?’ vroeg Johan.

‘Natuurlijk niet. Ik heb nog nooit van een Myriam of een Marion gehoord,’ zei ik.

‘Dus alles is fictie eigenlijk,’ zei Johan.

‘Ja, zo is dat,’ zei ik. ‘Alles is fictie!’

Categorieën: Fictie

Mark

Vlaams auteur, columnist en dichter. Kenner van het volledige oeuvre van Herman Brusselmans. Schrijft dagelijks.

7 reacties

Mien · 29 augustus 2015 op 17:12

In tegenstelling tot Johan heb ik alle zinnen gelezen. Fictie of geen fictie. Gewoon omdat het er staat. Wederom leuk. Maar niet zo sterk als de tinten zwart. 😉

troubadour · 29 augustus 2015 op 19:16

Weer afgehaakt, wat is dat toch?
Er is een publiek voor, zeker weten.
100.000 Mienen?
Iets lezen omdat het er staat, hoever kan jouw ster nog rijzen Mien?

    Mark · 29 augustus 2015 op 21:38

    Ja troubadour het is duidelijk dat jij niet tot mijn publiek hoort, maar dat geeft niet, bedankt dat je een poging waagde 🙂

    Mien · 29 augustus 2015 op 23:56

    Ha, ha, die troub. Om dat te begrijpen heb je een iets hoger IQ nodig dan 105. 105 en een half, zoiets. 😉

Meralixe · 30 augustus 2015 op 07:49

Ook ik raakte er niet door.
Ik merk ook een zeer geringe belangstelling voor een dergelijk schrijven. 🙁

Frans · 30 augustus 2015 op 11:00

Column is helder geschreven al vind ik het toch een beetje een wat te uitgebreide manier om te vertellen dat ook een autobiografisch verhaal een verhaal is. Dat met die namen zie je ook wel in krantenartikelen waar de namen van de mensen zijn veranderd omwille van de gevoeligheid van het onderwerp. En dat idee van alles is fictie bekruipt me altijd als er weer een op waarheid gebaseerde film voorbij komt.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder