Ruimte

Ik zag mezelf als een geduldig man. Een gastvrij man met liefde voor mens en dier.
Toen mijn Gezel en ik nog aan het begin van alle verrassingen stonden, trokken wij in een oud boerderijtje en konden daarna nooit meer het excuus lanceren dat we ‘geen ruimte’ hadden. Ruimte te over voor eindeloze logeerpartijen: het oude spreekwoord over gasten en vis ligt mij inmiddels na aan het hart, maar het blijkt helaas niet zo algemeen bekend als ik hoopte.

Tweesprong

Zijn hoofd leunt tegen het raam van de treincoupé en zijn ogen schieten heen en weer wanneer hij de snel voorbij flitsende beelden in zich opneemt. Even zoveel gedachten schieten door zijn hoofd, maar concentreren zich dan op het opmaken van de balans. Waardeloos.