Man van vele spiegels (29-08-1958 – 25-06-2009)

Het is nu alweer zo’n dertien jaar geleden dat ik je voor het eerst zag. En daarmee meteen voor het laatst. Dat kwam niet omdat ik je niet mocht, integendeel, maar ik vond je zo Amerikaans, zo glad en eigenlijk, heel eerlijk gezegd, begreep ik ook niet zo goed wat je mij nu precies wilde vertellen. Persoonlijk viel ik meer voor de Britten. En dan met name de ‘rebellen’.

Absint

Zijn handen beginnen te gloeien zodra hij haar aanraakt. Zij, de dame in kristalglas. De waternimf, traag zwemmend in een zee van verleiding. Ze lacht. Het groene uur heeft geslagen. Doezelig keert hij zich van haar weg en fixeert zich op het omlaaggevallen gruis op de tafel. Hij sluit zijn ogen, denkend aan de kapitein van het schip dat met man en muis is gezonken. Geen overlevenden, geen schreeuw, maar een vloedgolf en duizenden vallende sterren.

Liefde, oorlog, seks en vrede en het eeuwige lijden van den cryptograam

De nacht duurde eindeloos. Het haantjesgedrag deed nauwelijks onder voor de vals starende kippen. Zielloos werd er gedanst en terwijl de geur van zwetend vlees steeds penetranter werd, groeide het libido tot pijlstijve hoogten. De niets verhullende en vaak schaamteloze dans maakte iedere zin van moraal belachelijk, daar waar vleselijke lust hoogtij vierde en iedereen vooral niet belachelijk wilde lijken. Werden we bedrogen door de moraal, of dwongen we onself om rollen te spelen als in een oorlog waarin het individu opgeofferd wordt aan een zogenaamd hoger doel?