Vorige maand lekte via de Britse krant ‘The Guardian’ uit dat de machtigste man van de wereld, de president van de Verenigde Staten George W. Bush, een opdracht heeft van God. Eerder verklaarde Bush tegenover de Palestijnse delegatie tijdens de vredesonderhandeling in Sharm el Sheik in 2003 dat de militaire invallen in Irak en Afghanistan een opdracht van God waren. Hij zou van God vrede moeten scheppen in het Midden-Oosten. Op zichzelf gezien is het scheppen van vrede natuurlijk een loffelijk streven. Los van de vraag of Bush dit nu ook werkelijk lukt, de terreur lijkt alleen maar met de dag toe te nemen, zijn de uitspraken van Bush hoogst interessant. Het grenst aan mijn werk als humanistisch geestelijk verzorger. Ik houd me dagelijks bezig met de vraag wat mensen motiveert in hun leven en werk en ik moet zeggen; ik kom zelden zo’n duidelijk antwoord tegen. En presidenten zijn nu eenmaal niet mijn dagelijkse gesprekspartners.