“Zacheüs”

In het dorp van mijn jeugd zet Het Leger Des Heils jaarlijks een grote tent op.
Hoe de oudere bevolking van ons dorp met het evangeliseren omgaat durf ik niet te zeggen.
Voor de kinderen levert het vrolijke middagen op met mooie en spannende verhalen en veel zingen.
De tekstboekjes mogen mee naar huis en ook daar zing ik: “Blij, blij mijn hart is altijd blij, want Jezus is een vriend van mij, daarom is mijn hartje blij.”

Leesvoer

Echtgenoot en ik hebben een presentatie van een boek over gevelstenen in Maastricht bijgewoond en willen per trein terug naar huis.
We mogen nog niet instappen want eerst moet de schoonmaakploeg van voor naar achteren de trein van alle rommel ontdoen en de toiletten schoonmaken. Aan de ene kant is het een prettig gevoel dat we straks in een schone trein kunnen reizen, aan de andere kant biedt het niet de kans een vergeten weekblad of de bijlage van een krant te vinden.

De mond gesnoerd

Ik ga op de koffie bij schoonmoeder in het verzorgingshuis.
Dat betekent aanschuiven aan tafel bij een aantal dames, dat altijd in een vaste opstelling bij elkaar zit.
Nieuwkomers zijn niet welkom, die zoeken maar een plekje elders.
Voor familie echter wordt ruim baan gemaakt want daar scoor je mee.

Lekkerbekjes

Ik sta met mijn kleinkinderen bij de viswagen op de markt. We halen kibbeling voor bij de lunch.
Terwijl de stukjes vis in het vet liggen te spetteren, bekijken broer en zus alle lekkers in de vitrine.

Stelen?

Het bezoek aan de begraafplaats met de kleinkinderen is een bijzondere ervaring. Ze willen alles weten over doodgaan, begraven en hoe je eruit gaat zien na verloop van tijd. Ze bestuderen, voor zover ze al kunnen lezen, diverse grafstenen en komen tot de conclusie dat de ene steen mooier is dan de ander.