Ma

De zon komt op. Zomaar. Voor niks.
En daar zit ik dan met pa. Te kijken naar de opkomende zon, te nippen aan ’n wiskey.
We hoeven elkaar niets te zeggen. Gewoon samen kijken naar de zon. Dat wou ik met pa. En hij schijnbaar ook met mij.

Schoenendoos

Ik kwam bij het opruimen een schoenendoos tegen. Met foto’s, brieven en zomaar wat. M’n leven zit in die doos.

Brochures over kanker. Die moeten van mijn vader zijn geweest.

Een paar verhuisberichten. Hoe zou het met ze zijn?

Hoorn van uitersten

Even schaam ik me als ik mijn boodschappen op de band leg. Ik wentel mij in de lekkernijen en in Afrika smeken ze om een paar korrels rijst. In de winkel zelf had ik er nog geen last van, maar nu voel ik me beschaamd onder de welvaart.

Sukkel

Zit ik me daar te overdenken wat de kop van dit artikeltje zal zijn. Doet er niet toe. Ik ben woedend op mezelf. Gevloekt dat ik heb omdat ik weer geen nee kon zeggen. Ik had me het nog wel zo voorgenomen. Ik heb er geen zin in. Ik doe het niet, nee. Ik wil geen discussie over m’n nee. Ik hoef me niet te verantwoorden. Ik wil het niet. Nee, nee, nee en nog eens driewerf nee.

Voor altijd vervlogen

Het is kil. Ik doe het raam dicht. Bah, het is pas half elf. Zomergasten begint me te vervelen. Slaap heb ik nog niet. Zal ik naar de kroeg gaan?
Zo begon m’n vorige column, maar het systeem werkte niet. Dus ik moet het over doen.
Vind ik niet zo leuk. Want ik was eigenlijk wel heel goed bezig met m’n vorige verhaaltje. Dat er nu dus niet toe doet.