Jeuk tussen de benen

Heel veel witte mannen in mijn bos gezien vandaag. Geen idee wat die hier komen doen. Ze zijn ijskoud en dragen allemaal een sjaal. Snipverkouden zijn ze. Dragen allemaal ijspegels aan hun winterwortelneus. Brrrrr …. Gris mich nich.

Sterretjes

Vandaag weer contact gehad met de buitenwereld. Via mijn vertelbot. Dat stomme tring tring ding maakte me al heel vroeg wakker. Het was Zwam van de Paddologenorde. Zwam wilde weten hoe het met mij ging. Eigenlijk kwam het gesprek mij slecht uit want het was mijn boomklopdag. Dat vraagt nogal wat concentratie.

Rotzak

Grote gruwel potverdikke nog aan toe. Prsssnich mich nich. Ik kan weer eens geen geschikt houtskooltje vinden? Ja, nu hoor ik u denken. Die wil een lekker warm vuurtje stoken in het bos. Maar nee, ik heb geen kooltje nodig om de boel hier op te warmen. Mijn bos geeft ook in de winter voldoende warmte. Laat die achterlijke stedelingen maar lekker klappertanden in hun stenen dozen met hun idiote vermarmingsmachines.

Boomklopdag

Maandag is mijn vaste boomklopdag. Ik luister naar het hout diep van binnen. Meestal snap ik het hout. Rond de herfst en winter klinkt het hol, hard en somber. Toch willen ze hun verhaal graag kwijt.

Zwarte mannetjes

Heel vreemd. Ik zie hier allemaal zwarte mannetjes rondhuppelen in mijn bos. Ze zijn zo zwart als roet. Die hebben al heel lang geen zeep meer gezien. Ze stinken ook nog eens naar knoflook, uit hun mond. Heel vreemd.