Heel vreemd. Ik zie hier allemaal zwarte mannetjes rondhuppelen in mijn bos. Ze zijn zo zwart als roet. Die hebben al heel lang geen zeep meer gezien. Ze stinken ook nog eens naar knoflook, uit hun mond. Heel vreemd.
Ze sprokkelen allemaal hout. Droge harde takken. Takkenrukkers zijn het. En rare pakken dat ze aan hebben. Doet me denken aan vroeger. Toen mijn vriend Alva hier de binnenlanden introk. Het zal toch niet weer oorlog zijn. Ik haat oorlog.

Hee, nou beginnen die zwarte mannetjes ook nog eens met van alles en nog wat te gooien. Ik zoek maar eventjes dekking. Verrek, ze gooien met spek. Dat is weer eens wat anders dan pek. Nou snap ik ook die veren op hun hoed.

Hee, wat hoor ik nu. Wie rijdt daar nou op zijn paard? Hop, paardje hop. Wat een mafketel. Een bejaarde man in een rode jurk en op witte kousenvoetjes. En al heel lang niet meer bij de barbier geweest. De zwarte mannetjes juichen en springen en lopen achter hem aan. Zeker de aanvoerder van die zwarte bende.

Categorieën: Gein & Ongein

Harrie

Tijdreiziger

3 reacties

arta · 27 november 2010 op 11:40

Harrie, waarom krijg ik steeds wanneer ik jou lees het gezicht van een ‘oude’ CX-er in mijn hoofd? 😀

Harrie · 29 november 2010 op 09:52

Grizlnll … tsjjj … ik ben wel oud ja …

Mien · 29 november 2010 op 19:59

Ook mij doet Harrie aan iemand van CX denken.
In ieder geval een duidelijk gevalletje Catweazle.
Wist allen niet dat ie schreef.
Ze zijn wel kort Harrie, jouw columnpies.

Mien (houdt nu op anders wordt de reactie langer als de column)

Geef een reactie

Avatar plaatshouder