Met mijn linkerarm omklem ik de klamme nek van de man die ik twintig minuten geleden pas voor het eerst in mijn leven zag. De man die rijk is maar geen kluis heeft. Geen kluis, geen geld. We hadden hier niet moeten zijn, maar we zijn er. Zijn vastgebonden voeten trillen, de tape op zijn mond kraakt. Dick, die het hele plan van de inbraak heeft verzonnen en naar wie ik nooit had moeten luisteren, kijkt me aan. Ongetwijfeld met zijn perverse gedachten bij de tienerdochter die we boven hebben vastgebonden aan haar bed. In afwachting van haar lot, net als haar broer in de kelder en de moeder in de andere slaapkamer. Hun lot is in onze handen, mijn handen. Dan voel ik een warme vloeistof over mijn linkerhand stromen. Verbaasd kijk ik naar het mes in mijn rechterhand. Vol bloed. De gorgelende geluiden houden nog even aan, dan is het stil. ‘Je wou toch geen getuigen?’ sneer ik naar Dick. Met drie geweerschoten leggen we ook de vrouw, zoon en dochter om. Beschaamd om onze teleurstellende buit van 50 dollar rijden we de koude nacht in. De vier lijken laten we achter op het landgoed.

Ik sla het boek dicht, maar ’s nachts komen de dromen. Ik zit in de dodencel, wacht al maanden op mijn straf. Heb ik spijt? Nee, ik voel niks. De wereld is altijd slecht voor me geweest, heeft me nooit iets gegund. Mijn moeder niet, toen ze vader en kinderen in de steek liet. Mijn vader niet, die me in de ijzige kou van Alaska genadeloos hard liet werken aan zijn kansloze droom van een toeristenfarm. Ik wrijf over mijn pijnlijke benen, mismaakt sinds een motorongeluk. Het leven heeft me nooit veel goeds gebracht, maar dat ik straks word opgehangen tussen vreemden, tussen mensen die me koud laten, dat gaat me te ver. Ik besluit geen hap meer te eten of drinken. Liever mezelf doodhongeren in de cel dan in die anonieme strop te sterven.

Ik word wakker, breng de kinderen naar school en ga naar het werk. ’s Avonds is het boek daar weer. Trekt me aan mijn haren het verhaal in, bedekt me met de huid van de crimineel, de moordenaar, en stelt me voor de vraag: zou ik het kunnen? Stel dat ik zo’n jeugd had gehad en daar had gestaan in die omstandigheden, zou ik dan ook de keel van een man kunnen doorsnijden die mij niets heeft misdaan?

Nee, ik verzet me, tot zoiets ben ik niet in staat, die grens ga ik nooit over. Maar het verhaal kent geen genade. Uiterst precies en gedetailleerd schetst het de psyche van de misdadiger. En weer word ik meegesleurd in een meedogenloze wereld, woord voor woord, bladzijde na bladzijde. Een happy end zit er al vanaf de eerste bladzijde niet in.

Vanavond lees ik het uit. Dan kruip ik weer uit deze boekenhuid, vervel tot mijn eigen ik. Helemaal loslaten zal ik het nooit want de betere verhalen laten altijd een krasje achter.

Categorieën: Algemeen

11 reacties

Avalanche · 15 december 2010 op 11:37

Prachtig opgebouwd en met een subliem slot. Goed gedaan!

LouisP · 15 december 2010 op 14:14

Sylvia1,
knap! Dat je in twee alinea’s het boek zo treffend beschrijft. Nog knapper dat je op een bijzondere manier laat zie hóe je het boek hebt gelezen en beleefd.
originele toepasselijke titel..

L.

arta · 15 december 2010 op 18:29

Ja, knap om de beleving van een boek te beschrijven. Helemaal strak loopt het niet, maar het leest net zo heerlijk en spannend weg als waarschijnlijk jouw boek.

Ontwikkeling · 15 december 2010 op 23:08

Mooi geschreven Sylvia! Ik zat er helemaal in, had pas later door dat het een boekbeschrijving was….de spanning in het eerste deel is om te snijden.

Anti · 16 december 2010 op 00:34

Hij is goed! Superspanning, mooie opbouw, gewoon echt een heel goed verhaal!

Schorpioen · 16 december 2010 op 09:59

Mooi!

trawant · 16 december 2010 op 10:44

Powerrrrr..!
Mooi compact geschreven! :hammer:

sylvia1 · 16 december 2010 op 11:53

Dankjewel! 🙂

Mien · 16 december 2010 op 20:49

Voor mij mag je van meer boeken de huid afwerpen.
Bespaart me een hoop tijd met lezen. :hammer:

Mien houdt van Bond(ig)

LouisP · 16 december 2010 op 20:58

Sylvia1,
‘k ben blij dat ik het boek toevallig ken….

“Het leven heeft me nooit veel goeds gebracht, maar dat ik straks word opgehangen tussen vreemden, tussen mensen die me koud laten, dat gaat me te ver.”

wat een zin!
L.

sylvia1 · 17 december 2010 op 06:20

Toevallig? Als er in een VC over een wonderboek wordt geschreven word ik nieuwsgierig… leuk dat je hem herkend hebt en bedankt voor de tip Louis, mooi boek! 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder