Samen met Jansen, fractielijer van een politiek criminele organisatie , zit ik in zijn auto, op weg naar zijn broer die een , drie gevallensterren, restaurant runt. Dat Jansen nog een broer heeft wist ik niet, maar nu ik het weet huiver ik bij de gedachte alleen al. Nog een Jansen! Daar wordt de wereld volgens mij niet beter van. Wij rijden nog geen vijf minuten als Jansen een straat inrijdt die al eeuwen als eenrichtingsweg bekend staat.
Het is een smalle straat maar dat is voor Jansen geen bezwaar deze `hobbel` te nemen met 60km per uur zoals een echte politicus betaamt. Ik vertel hem niet dat deze weg, sinds vorige week, alleen van de andere kant mag worden ingereden wegens herstelwerkzaamheden ergens anders. Dat weet Jansen vast zelf wel want hij is immers Wethouder van deze Gemeente.
De politieauto die ons nu tegemoet rijdt en nu niet verder kan, weet het wel. Jansen nu ook en hij trapt hard op de rem maar kan niet voorkomen dat zijn bumper de politieauto ramt.
De twee agenten stappen uit en lopen glimlachend naar ons toe. Ze bekijken niet eens de schade. Waarom zouden ze ook, het is niet hun auto.
Jansen draait zijn raampje open en groet de agenten op politiek correcte wijze. Arrogant dus.
“Zo, zo”, zegt een van de agenten. “En waar gaat dit “reanimatieteam” zo snel naartoe?” Jezus, een agent met humor, nu wordt het oppassen.
Jansen vraagt hautain of de agenten niet weten dat dit een eenrichtingsweg is. Hij voegt er nog woorden als schande, ongeïnteresseerdheid van overheidsfunctionarissen en laksheid aan toe en ik zie de bekeuring met de seconde omhoog tikken.
Agent legt hem uit dat vorige week de toegestane rijrichting gewijzigd is. “Mede op aandrang van ene Wethouder Jansen”. “Kent u die?”, voegt hij er met een uitgestreken gezicht aan toe.
Jansen wordt rood en kijkt mij aan. ”Wist jij dit, Kees?”, vraagt hij. ‘Tuurlijk Jansen, maar ik dacht dat jij, als wethouder, ver boven de wet hangende, je niets hoefde aan te trekken van verkeersregels”
Agent kijkt eens beter en ziet nu mij zitten. “Ach, kijk aan, als we daar onze nachtburgemeester niet hebben. Van de goot naar de politiek. Jij maakt nog eens een flitsende carrière.”
Jansen heeft genoeg van het gezeik en vraagt of “we” tot zaken kunnen komen.
“Altijd”, zegt de agent en hij pakt zijn bonnenboekje. “Stuur maar naar mijn fractie”, roept Jansen. “: Wij hebben weinig tijd”
‘Weinig tijd?”, vraag ik verbaasd. “Wij moeten toch alleen maar iets bikken in die louche gaarkeuken van je broer?”
Jansen zucht en kijkt mij vernietigend aan. Agent lacht en schrijft lekker verder.
Uiteindelijk zijn alle zaken geregeld. De schade is niet zo groot. Alleen de politieauto ligt wat uit het lood,. En de bon valt ook wel mee. Als de bon in Jansen’s zak verdwijnt zie ik maar een paar nullen en wat cijfers ervoor.
De andere agent komt nu aanlopen , bukt en ziet mij zitten. ‘Hee, daar hebben wij onze formule één coureur met het nep onderzoeksbureau. Reed jij een paar weken geleden de sloot niet in met je Kever?”
“Ja“, antwoord ik. “Ik moest uitwijken voor een dooie eend”
“Tja, zegt agent. Dat moet je ook niet doen hè. Er zijn eenden zat, dus kun je een volgende keer maar beter doorrijden.” ‘Bedankt voor de tip”, zeg ik. “De volgende keer als ik jou zie lopen zal ik extra gas geven, smerissen genoeg” Agentje vind dat niet leuk . “O, gaan we bijdehand doen.? Gaan we overheidsfunctionarissen beledigen? “ Hij trekt zijn bonnenboekje en kijkt er verlekkerd bij. Daarom draai ik het raampje wat verder open en kijk hem indringend aan. “Berg dat boekje maar weer op jochie. In mijn archief zitten foto’s van “overheidsfunctionarissen” met wit poeder om de neus. Zwartwit foto’s overigens. En ze zijn heel goed gelukt.
En raadt eens wie er ook op staat? “ Agentje is stil en kijkt onzeker, sist iets over lul en ik krijg je wel, maar loopt wel weg.
Eindelijk kunnen wij verder. “Wat was dat nou met dat poeder?”, vraagt Jansen. “Heb je echt foto’s van hem?”
Ik kijk hem alleen maar aan. “Kom op nou man”, dringt Jansen aan. “It’s me Jansen”
“Ja, juist daarom”, antwoord ik. Maar nee, ik heb geen foto van die klojo. Maakt niet uit. Je zag aan zijn reactie dat ik raak schoot..”
Na een uurtje zijn we eindelijk bij het restaurant van Jansen nummer twee. Als we binnenlopen rent Jansen direct naar de plee om, zoals hij het uitdrukt, zich te `ontlasten´ .Ik vraag mij af wat ik mij moet voorstellen bij een zich ontlastende Jansen. Ik stop met afvragen als mijn darmen gaan rommelen. Intussen komt er een man met een chagrijnige kop aanlopen.
“Aan uw feestelijk hoofd te zien, bent u van het geslacht Jansen, begroet ik hem vriendelijk. Of heeft u gewoon nog uw carnavalsmasker op ? Hij probeert te lachen maar dat is hij duidelijk niet gewend want hij trekt een pijnlijk gezicht als zijn lachspieren geactiveerd worden. Voor hij wat kan zeggen komt er een man uit de keuken lopen en ik herken hem.Het is iemand van de warenwet. Hij komt ook regelmatig bij kroegbaas inspecteren.
Nog voor de warenwetman iets kan zeggen komt Jansen weer uit de plee en maakt zijn bekende Janseriaanse grap:” zeg, broer, waarom heb je die dooie muizen in je toilet nog niet opgeruimd en waarom staan die dozen afgekeurde Hamburgers daar?”
De man van de warenwet gaat er nu eens goed voor zitten en haalt wat papieren uit zijn koffertje. Broer Jansen begint zachtjes te bidden…


10 reacties

pepe · 1 maart 2004 op 08:25

😛 Goeiemaandagmorgen, de week begint hier goed

Hij is weer leuk, wordt een beetje saai deze reactie.

viking · 1 maart 2004 op 08:40

Ja Peep, je hebt gelijk. Wordt tijd voor een boek zodat ik maar één keer hoef te schrijven dat het helemaal top is!

Ma3anne · 1 maart 2004 op 09:43

Heeft jansen nog meer familie? Het wordt steeds spannender! 😀

R@@F · 1 maart 2004 op 10:53

Kees je moet dit echt gaan uitgeven!! Deze Jansen verhaal zijn werkelijk SUPER!!!!

Grrrrrr
R@@F

Mup · 1 maart 2004 op 12:29

Sluit aan als vierde in de rij van reacties:top weer,

Groet Mup.

Li · 1 maart 2004 op 13:27

Of als script! Ik zie het al helemaal voor me 😛
Fantastische column weer.

Kees Schilder · 1 maart 2004 op 16:13

Tja, Ma3anne, vind je 2 Jansens niet genoeg?Om over zijn vrouw maar niet te spreken.
Aan het boek wordt gewerkt.Maar Als ik Kees krick zijn avonturen op dat gebied lees, wachten mij nog roerige tijden.Maar ja, niet geschoten is altijd mis.

Eftee · 1 maart 2004 op 19:25

Weer een puike column, zoals gewoonlijk!

Mosje · 1 maart 2004 op 21:20

Kees,

Als een boek of een stripboek niet tot de mogelijkheden gaan behoren, overweeg dan een fotosoap (of hoe heet zoiets?) een fotostrip?

Farfalla · 2 maart 2004 op 07:24

Erg leuk! Hier is zeker een boek van te maken jah!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder