Vuilnisbelt

“Na vijf uur zijn hier geen vrouwen en kinderen meer buiten”, zei de man. Verstrooid werd er wat geknikt in de groep, het beeld van de man die met een enorme machete het vuil onder zijn nagels had weg lopen peuteren op het moment dat onze gastheer ons even alleen liet, bleef flink nazeuren. Kinderen liepen af en aan met bakjes snoepgoed, om te verkopen. Kleine meisjes sprongen in een touw, midden op de binnenplaats. Als je schuin naar boven keek, kon je een man en een vrouw midden in hun liefdesspel gadeslaan. Er was zelfs een bordeel in de gevangenis.

Campinggasten

In de bloemenstal wijst mijn vinger als vanzelf naar de stevige opstaande oranje bloemen. Geen zonnebloemen, nee dank u wel. Ik weet dat ze ‘mooi’ staan, zeker bij kinderen, maar ik kan geen zonnebloemen meer zien, niet in augustus.

Geen sprookje

Er was eens…, en er is nog… een vrouw uit één van de minder gezellige landen in Afrika. Laten we haar Farida noemen en laten we het precieze land voor alle zekerheid maar achterwege laten. Farida is afkomstig uit een klein dorpje in dat Afrikaanse land, ze werkte in een nabij gelegen groter dorp. Op een dag kwam ze na haar werk terug, waar ze het grootste deel van de gemeenschap, inclusief haar familie levenloos aantrof. Vermoord. Alleen één van haar zussen kon ze nergens vinden. Tot op de dag van vandaag leeft ze in het ongewisse over wat er met haar zus is gebeurd.