Het is ver na achten. Femke moet eigenlijk al op school zijn, maar we zijn laat. Femke wil wanten aan. Geen winterjas, maar wel een dun vest. De ene want ligt verborgen op een schoenenrek tussen wat rotzooi, vrij gangbaar in een huishouden waar drie kinderen resideren, de andere bevindt zich in een kledingkist. Dan blijkt Femkes fietssleutel ook kwijt, waardoor ik na de vondst tot de ontdekking kom dat ik net zo hard kan grommen als Koekiemonster uit Sesamstraat.

Als ik terugkeer is mijn schoonmoeder al aan het werk in ons huis. Ze mompelt wat onverstaanbare woorden, neemt een zojuist gekocht shirt van manlief in de handen en houdt het omhoog.
‘Heeft hij gewinkeld?’ vraagt ze op verwonderde toon. Manlief haat winkelen, net als zijn vader. Mijn schoonmoeder koopt mijn schoonvaders kleding voor hem en legt alles klaar in de ochtend.
‘Hei durft ze karstoeverhemd oars an te trekken op een blakke maandag,’* zegt ze, vervallend in een rap Volendams dialect. Mijn dochter Dani, die een vrije dag heeft, lacht.
‘Hoor je dat, ma?’ gniffelt ze. Ik lach mee als een boer met kiespijn. Manlief heeft twee spijkerbroeken in zijn bezit, waarvan een gerafeld, da’s mode volgens hem, en drie shirts, waarvan één gekregen van een kennis.

Ik moet aan het werk. Mijn klant arriveert precies op tijd. Ze is dik in de zeventig en lijkt behoorlijk in de war. Na veertig jaar huwelijk wil haar man scheiden. Ze hebben samen twee kinderen, vier kleinkinderen en een Bakkerij. De man heeft een nieuw huis gekocht en weigert met haar te praten.
‘Hij heeft alles weggehaald,’ zegt ze, strak langs mij heen kijkend, alsof ze er eigenlijk niet is.
‘De bank, de tafels, stoelen en de tv. Zelfs mijn bed. Morgen komt hij de lampen weghalen. Ik kan nergens naar toe. Op dertig januari sta ik op straat.’ Ze zwijgt. Kijkt om zich heen.
‘Denk jij dat het nog goed komt?’ Ik zwijg.
‘Want als hij niet terugkomt stop ik er mee.’ Ze gebaart met haar hand langs haar keel. Ik kan haar slechts troosten. Tijd heelt. Het meeste dan.

Femke komt om officieel uit school om drie uur, maar verschijnt, zoals gebruikelijk, als laatste bij de schoolpoort. Iedereen is al weg en het regent. Femke rent naar haar fiets, rijdt een stukje, stopt en stapt weer af.
‘Wat is er?’ vraag ik verbaasd. Ze wijst naar de straat. Er zit een kat, midden op de weg. Hij heeft een donkere, vale vacht en ziet er oud uit.
‘Ik durf er niet langs,’ zegt Femke gedecideerd, ‘ want dan springt hij op mijn rug.’
De kat ziet er niet naar uit alsof hij zulke plannen heeft. Hij kijkt eigenwijs terug, alsof hij zeggen wil :’Talking to me?’

‘Kom op, nou,’ mopper ik ongeduldig, duwend aan haar schouder.
‘Nee!’ schreeuwt ze boos, ‘die kat is eng!’ De kat schrikt van haar getier en vlucht weg, zijn slappe buik heen en weer schuddend.
‘Zie je, hij is banger voor jou, dan jij voor hem,’
‘Het zal wel, het was anders een supermonster, die kat,’ antwoordt ze, stapt op en rijdt weg. Ik rijd er hijgend zo hard mogelijk achteraan, maar kan haar haast niet bijhouden. In elk geval staat er een stoel om op te zitten wanneer ik thuis kom. En dat is al heel wat tegenwoordig.

*Hij durft zijn Kerstoverhemd nog aan te trekken op een gewone maandag

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

11 reacties

Karen.2.0 · 3 november 2017 op 13:23

Het blijft leuk om over jouw ongewoon alledaagse belevenissen te lezen, Nicole. Keep up the good work 😉

Arta · 3 november 2017 op 18:36

Boeiend!
(Eén zinnetje is wat gehusseld)
Ik vraag me af, wat dit verhaal met jou doet? Werkt het louterend, geeft het rust? Of juist orde? Het lijkt mij fijn om te kunnen delen. Hoe voelt dat voor jou?

    NicoleS · 3 november 2017 op 19:28

    Je bedoelt toch niet dat Volendamse zinnetje?? vertaling staat onderin. Moet ik in mijn column meer duidelijkheid schepoen over mijn gevoelens? Ik denk dat ik voornamelijk schrijf omdat ik iets kwijt kan zo. Zeker gelet op mijn beroep en de belasting ervan.

      Arta · 3 november 2017 op 19:54

      Oneee, ik bedoel niet dat er iets niet goed is! Was gewoon nieuwsgierig 🙂
      Dit verhaal kan niet ‘ verbeterd’ worden. Het is onbevangen recht uit het hart en dat is mooii!

      Vierde alinea, eerste zin? 😀

        NicoleS · 3 november 2017 op 21:04

        Ik zie m. ?dank alsnog. Het schrijven doet me goed.

Dees · 4 november 2017 op 00:18

Je zou een boek kunnen schrijven over de vrouw wier man alles weg heeft gehaald. Arme dame.

Robert · 4 november 2017 op 11:10

Juist de details maken het levendig en extra smeuïg; dat geldt ook voor het Palingdialect! Complimenten, Nicci!

Mosje · 5 november 2017 op 11:01

Dat was me het dagje weer wel. “60” in de titel doet vermoeden dat je 59 delen eerder hebt geschreven. Sla je wel eens een dag over? Zou wel handig zijn, zo van: aanstaande woensdag ga ik niks beleven

Geef een reactie

Avatar plaatshouder