Haastig liep zij de stoep op en keek vluchtig over haar schouder heen, de angst was op haar gezicht te lezen. Bijna struikelde zij over de stoeprand, maar een langslopende heer kon haar nog net opvangen. “Sorry”, mompelde zij haastig en trippelde verder op haar kleine naaldhakken. Een mondain type dat de man zijn hoofd deed omdraaien, een type vrouw waar je voor opzij ging, kortom een mooi exemplaar voor de jagende man die achter haar aan zat.
Zij keek weer haastig achterom terwijl zij snel verder liep en zag de man achter zich ook zijn tempo versnellen, zijn blik constant op haar gericht.

“Wat moet die kerel van mij”, mompelde zij zacht voor zich uit terwijl zij keek in welke winkel zij het beste onder kon duiken. Winkels zat, maar weinig mensen die binnen waren.
Opeens ziet zij een telefoonwinkel en rent naar binnen, het zweet staat op haar bovenlip en haar ogen staan angstig wanneer zij de verkoper aanklampt en dringend vraagt of hij snel de politie wil bellen omdat er een vreemde kerel achter haar aanzit. De verkoper kijkt naar de uitgang, door de winkel en ziet niemand behalve de angstige vrouw.

Hij loopt naar buiten en ook daar ziet hij niemand stilstaan en naar binnen kijken. Is deze vrouw aan het fantaseren geslagen? Zijn twijfel wordt nog groter als zij blijft aandringen op het bellen van de politie en een man beschrijft die hij niet eens buiten heeft gezien, nog niet eens iemand die op de beschrijving lijkt die zij hem haastig geeft. Maar haar angst is echt.

“Ik kan de politie toch niet bellen als ik niemand zie?”, zegt de verkoper vertwijfelt. Hij ziet de angst van de vrouw en alleen in de winkel voelt hij zich ook niet helemaal prettig. Temeer daar hij niet eens zeker weet of het wel waar is. Hij besluit toch de politie te bellen om het hen maar uit te laten zoeken.

‘Wacht u dan maar even, ik bel de politie wel”. Kordaat loopt hij naar zijn telefoon die achter de toonbank ligt en terwijl hij het nummer intoetst kijkt hij op en ziet nog net dat de vrouw als een schicht de winkel verlaat, een verbaasde verkoper achterlatend.

Zij rent door de straat als ze de man weer ziet die net uit een bakkerij aan de overkant de deur uitloopt happend in een bagel en een gluiperige lach van overwinning, alsof hij wist wat er zou gaan gebeuren. Langzaam genietend van zijn broodje slentert hij achter de mooie dame aan zich van niemand iets aantrekkend, alleen ook voor dat mooie schepsel dat straks de zijne zal zijn.
Alleen hij weet dat, zij moet maar even afwachten wat er met haar gebeurt. De vrouw versnelt haar pas en het zweet gutst nu over haar voorhoofd langs haar oren en loopt zo langs haar nek in. De vrouw trekt haar hakjes uit en snelt een smalle steeg in, zich niets aantrekkend van de rommel die men daar heeft neergegooid. Ze voelt de hete adem van die enge kerel achter zich. Haar mobiel wil ze niet gebruiken. Wie moet ze in hemelsnaam bellen! Haar moeder?

Die lacht al bij voorbaat, die kent haar dochter met die fijne fantasieverhalen die ze altijd maar weer verzint. Ineens voelt ze twee zware handen op haar schouders en woest wordt zij tegen de muur aangedrukt, harde vochtige lippen zoeken de hare. Zij wil gillen maar de adem wordt haar ontnomen door de ene hand van de man die hij voorzichtig doch strak tegen haar keel drukt. “Een kik en ik knijp door”, fluistert hij haar in de oor, terwijl hij direct daarna op haar oorlel knabbelt.

Zij is verlamt, totaal lamgeslagen door de snelheid van zijn aanval. Zij had hem niet zien aankomen, zij voelde zijn lippen en voelde hoe hij zijn tong in haar mond perste. Dwingend, gehaast en dominant liet hij haar merken wie er hier nu de baas was. Gillen was geen optie meer. Haar lichaam verslapte en traag gaf zij toe aan zijn hartstocht.

Al kussend voelde zij de grote handen van hem over haar ranke lichaam glijden.
“Wacht nou even tot wij thuis zijn, want direct worden wij opgepakt!”, sprak zij nu
“Ach wie ziet ons hier nou”, antwoordde de man.
“Nee, ik wil geen gedonder met de politie, kom het is leuk geweest, laten we het thuis afmaken!’ Zij trok haar kleding weer recht en haar schoenen aan keek even om zich heen, gelukkig geen mensen en gearmd liep het echtpaar richting auto. Voor vandaag was hun fantasie weer gevuld en de avond was weer een hernieuwde achtervolging. Geen saai huwelijk was ooit de afspraak. Met dit soort van fantasietjes kon het ook nooit saai worden.


klapdoos

Gewoon een Amsterdamse vrouw die met een vrouw getrouwd is, ziek is, zodanig dat de neerwaartse spiraal steeds verder zakt. maar een kniesoor die daarop let. Ik lach graag, heb genoeg traantjes gelaten om mijn ziekte en nu is het tijd om via mijn nieuwe boek eens door te gaan met uit het leven te halen wat er te halen valt, zeker in een crisistijd is het de kunst om toch vrolijk te blijven. Mijn motto is dan ook: Een dag niet gelachen is zeker een dag niet geleefd.

6 reacties

lizardking · 29 oktober 2008 op 11:51

Mooie fantasie… en idd zo word je huwelijk nooit saai met een rollenspelletje af en toe

Prlwytskovsky · 29 oktober 2008 op 19:15

Het zal nooit saai worden, nee. Maar ik bedenk mij plots: je zal in die donkere steeg toch de verkeerde pakken en meenemen naar huis? Heb je dan wat? 😕

pally · 29 oktober 2008 op 23:47

Best leuk om een relatie spannend te houden, maar dit lijkt mij wel een erg vermoeiende manier. Het moet wel erg weggezakt zijn als zo’n sterke impuls nodig is!Getver, dan stopte ik liever 😀
maar leuk gedaan, wederom, Leny.

KawaSutra · 30 oktober 2008 op 00:57

Een verrassende afsluiter, die had ik niet verwacht.

doemaar88 · 30 oktober 2008 op 09:41

Leuk die verassende wending! Een spannend stuk 😉

Mien · 30 oktober 2008 op 16:45

Mooi script voor een spannende strip(tease!!)verhaal …!!!

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder