Hij zat diep over het stuur van zijn fiets gebogen om enigszins te ontkomen aan de striemende regen die hem tegemoet kwam toen hij de smalle straat infietste.
„Helemaal doorrijden tot aan het eind van de Hoogstraat. Aan de rechterkant, achter de hoge bomen, staat de flat waar mevrouw Jans woont.” Dat had men hem als extra informatie meegegeven toen hij op het hoofdkantoor de lijst met bijbehorende instructies was gaan ophalen.
„Fijn dat je wil invallen vandaag, nog een prettige avond” hoorde hij Tanja roepen toen hij de deur al achter zich had dichtgetrokken. Prettige avond, mijn avondje bederven, dat is wat ze doen dacht hij en trapte stevig door.
Dit is al het tweede weekend dat ze me opbellen. En daardoor moest ik Sanne alweer afzeggen. Ja Sanne luister, vanavond kan niet doorgaan, ik moet een dienst overnemen. Misschien gelooft ze mij niet meer en denkt ze dat ik van haar af wil terwijl ik mij de hele week heb verheugd op dat malse stukje vlees. Door één telefoontje wordt mij dat avondje afgenomen. Daarvoor in de plaats krijg ik een paar slappe stukken weefsel die ik in een pyjama moet inpakken. En dat al veertien dagen aaneen gesloten. Is toch iets teveel van het goede.

Hij stalde zijn fiets tegen de gevel van de flat, liep het flatgebouw binnen en nam de trap naar de vierde verdieping. Voordat hij de sleutel in het slot van de voordeur stak, keek hij nog even in het dossier om te controleren of het huisnummer klopte.

In het kleine halletje was het donker. Een flauw licht achter een glazen deur wees hem de weg naar de woonkamer. Hij legde zijn natte jas op de grond, een kapstok ontbrak. De woonkamer bleek een grote lege ruimte.
De erfenis was reeds verdeeld, de familieruzies uitgevochten.
De hoogpolige vloerbedekking maakte zijn voetstappen onhoorbaar terwijl hij door de kamer liep en deze in zich opnam. Op het dressoir brandde een schemerlamp die met een lang wit snoer was aangesloten op een tijdklok.
Een tijdbom die licht en donker bepaalt.
Daarboven hing een klok die de seconden duidelijk hoorbaar wegtikte.
Twee vrienden die dezelfde tijd aangeven en gelijk lopen als soldaten in een mars. Op weg naar het slagveld alwaar de dood het vlees van hun botten zal rukken. De tijd wordt in stukjes gehakt door de wijzerplaat van de klok zodat zij voor iedereen te bevatten is.

Hij zuchtte, nam de papieren weer uit zijn tas en legde ze onder de lamp zodat hij ze beter kon lezen.
„Cliënt, Mevrouw Jans, tijdstip verzorging: 20.30 uur, gereserveerde tijd: 30 minuten. Avondmedicatie verstrekken, wassen, pyjama aantrekken en naar bed brengen. Let op: Bij aankomst de klok in de woonkamer één uur vooruit zetten.

Hij keek naar de klok. Half negen.
„Stelletje huichelaars” mompelde hij en met tegenzin zette hij zijn wijsvinger achter de grote wijzer en maakte een cirkelbeweging. Het was half tien.
Efficiënt werken noemt men zoiets. Op deze wijze zijn ze eerder klaar en loopt het werkschema mooi door. Dementie, wat betekent een uurtje in een zee van chaos. Zij die varen op schepen zonder stuurman en kijken op klokken zonder wijzers en daarom nooit thuis geraken. Hun eeuwige zoektocht vult de gaten op in ons werkschema.

Hij draaide zich om, liep naar de fauteuil en knielde langzaam neer voor het oude vrouwtje.
„Dag, mevrouw Jans. Mevrouw Jans, ik ben Pieter van de thuiszorg en ik kom U vanavond verzorgen en naar bed brengen.” zei hij met zachte stem.
Mevrouw Jans hief haar hoofd en opende haar ogen. Zonder iets te zeggen bleef zij hem met grote ogen aankijken. Zij vergat zelfs te knipperen.
„Ik ga een kopje warme melk voor U maken en Uw tabletten voor vanavond pakken. Daarna gaat U naar bed. Eventjes wachten, ik ben zo terug.”
Terwijl hij naar de keuken liep vroeg hij zich af of zij begrepen had wat hij haar verteld had.

Hij nam het kartonnen pak uit de ijskast, rook eraan en goot de melk in een pannetje. Daarna peuterde hij de theedoek los die om de gaskraan van het fornuis geknoopt zat, draaide hem open en zocht naar lucifers om het vuur aan te steken. Bovenop de keukenkastjes stond de medicatie. In een plastic doosje, netjes per dag gesorteerd. Daarnaast lag het doosje lucifers. Terwijl hij naar het blauwe vuur onder het pannetje keek, luisterde hij. Het was stil in de woonkamer.

Wat zou Sanne op dit ogenblik aan het doen zijn? Ik zal haar straks nog even bellen. Misschien ga ik nog even bij haar langs en kunnen we opnieuw afspreken voor volgend weekend. Ze zal toch wel begrijpen dat ik die oudjes niet in de steek kan laten. Maandag op kantoor zal ik aangeven dat ze volgend weekend iemand anders moeten vragen als er weer een invaldienst nodig zou zijn.

Met de lauwe melk in de ene hand en de tabletten in de andere liep hij terug naar de grote fauteuil. Mevrouw Jans zat inmiddels rechtop in haar stoel en keek hem weer met grote ogen aan. Voordat zij de beker pakte die hij voor haar vasthield, boog ze voorover en met haar knokige vingers trok ze aan de haartjes op zijn onderarm. Ze giechelde zachtjes. Gretig plukte ze alle tabletten uit zijn hand, gooide deze als een handje pinda’s in haar mond en dronk de beker melk leeg.

„Dank je wel voor de thee en de snoepjes, maar ik wil nog niet naar bed, het is nog vroeg” zei ze terwijl ze de beker aan hem terug gaf.
Hij ging rechtop staan om haar niet te hoeven aankijken, draaide zich om, liep naar het raam en sloot demonstratief de gordijnen.
„Het is al over half tien en voordat U in bed ligt is het tien uur” loog hij en wees daarbij naar de klok.
Zij draaide zich om in de grote stoel en boog gevaarlijk ver over de armleuning om naar de klok aan de wand te kunnen kijken.
„Hoe is het mogelijk, dat kan toch niet, gaat de tijd dan zo snel? Ik dacht dat het zonet nog acht uur was. Ik ben helemaal niet moe. Hoelang ben je al hier? Je hoeft echt niet op mij te wachten, ga maar alvast.”
Zij liet zich terugzakken in de grote stoel, trok haar benen op en wuifde met haar armen om aan te geven dat hij niet meer gewenst was.
„Ja mevrouw Jans, U heeft helemaal gelijk, de tijd gaat sneller dan U denkt. Ik ga dadelijk weer naar huis maar eerst zal ik U helpen met wassen en aankleden voor de nacht. Daarna breng ik U naar bed.”
Hij greep voorzichtig haar arm om aan te geven dat zij met hem mee moest gaan. Hij had nog vijftien minuten.


6 reacties

arta · 12 december 2012 op 16:24

Heel mooi geschreven verhaal. Er staan echt pareltjes van zinnen in!
Persoonlijk denk ik dat het in de tegenwoordige tijd nog beter tot zijn recht zou zijn gekomen.

Ferrara · 12 december 2012 op 17:44

Mooi detail, de theedoek om de gaskraan.
Ben het met Arta eens wat betreft de tegenwoordige tijd.

Meralixe · 12 december 2012 op 19:05

Als boekvorm eersteklas goed maar voor een column nog al lang. Er zijn ook te weinig spectaculaire gebeurtenissen om de lezer naar het einde van het blad te zuigen. Dat is enerzijds geen fout daar er uiteindelijk een mooi sfeerbeeld gegeven is van de bejaardenzorg en de dementie. :kus:

Yfs · 13 december 2012 op 12:06

Heel mooi geschreven. Juist het uitblijven van ‘spectaculaire gebeurtenissen’ maken de column bijzonder mooi, in al haar eenvoud. Meer zou zeker alleen maar minder zijn in dit geval. :wave:

Nachtzuster · 13 december 2012 op 17:06

Ik vind hem ook erg mooi. Ik herken ook de tijdsdruk en hoe meer je daar de nadruk op legt, hoe moeilijker het wordt iets ‘gedaan ’te krijgen bij onze dementerende medemens. Door er juist geen opsmuk aan toe te voegen maakt deze column voor mij een juweeltje. :wave:

FGHongarije · 13 december 2012 op 19:17

Bedankt voor jullie reacties.
Ik zal de tekst nog eens in de tegenwoordige tijd herschrijven, (voor mezelf) en kijken hoe die dan werkt.

Groetjes AdeB

Geef een reactie

Avatar plaatshouder