De jaren 80 zijn populair op dansfeestjes. Lekker meebrullen met de kitsch van Spandau Ballet, Duran Duran of Soft Cell. Maar de jaren 80 waren ook de jaren van economische recessie en werkeloosheid. En dat klonk ook door in de muziek. Donkere en sombere tonen overheersten de alternatieve muziek begin jaren 80. Het leverde wel hele mooie liedjes op. De jaren 80 waren de jaren van de verloren idealen van de jaren 60 en 70. De jeugd had geen geloof meer in de toekomst. De vorige generatie had de deur naar de toekomst voor hen dicht gegooid. En dan blijven er twee opties over: vechten of terugtrekken. Vechten was de ideologie van de kraakbeweging en van bands als The Popgroup, The Gang of Four en The Clash. Vechten deden ze met een grimmige blik, maar wel met een blik gericht op de (boze) buitenwereld. Anderen keerden in zichzelf. Het begrip navelstaarder is voor deze groep nog te optimistisch. Het is nog niet genoeg naar binnengekeerd. In het Engels sprak men van Shoegazers. De wereld was somber en zonder perspectief. Je kleedde je zo zwart mogelijk. Echt contact was een illusie en om dat kracht bij te zetten danste je met je hoofd tussen je benen. Dan kun je het vuil de aarde, zoals dat zich letterlijk op de dansvloer openbaarde onderzoeken. Contact met anderen was toch niet mogelijk. Je zorgde er voor dat je op voldoende afstand van iedereen was. Anders knalde je nog met je hoofd tegen dat van een ander aan. Hoe neuzeliger de muziek klonk hoe beter. Neuzelen was een statement. Iemand die neuzelt trekt geen aandacht. Als je er niet op bedacht bent hoor je hem niet. Alleen andere neuzelaars horen hem. Ze zoeken altijd elkaars gezelschap. Het zijn de mensen die er genoegen in scheppen alles vervelend te vinden en dat te beschouwen als de ware zin van het leven. Met name de Engelsen waren hier dol op. Denk aan The Cure of aan The Smiths. De jaren 80 begonnen eind jaren 70. In het jaar 1979 kwamen een aantal lp’s uit die het neuzelen als uitgangspunt hadden: Three Imaginary Boys van The Cure, Unknown Pleasures van Joy Division en ook Secondhand Daylight van Magazine.

Magazine is een echte underground band. Ze hebben geen hits gehad, zijn nooit beroemd geworden als belangrijke inspiratiebron voor anderen, zoals bijvoorbeeld Joy Division. Ze hebben wel een goed en consistent oeuvre nagelaten. En een nummer gemaakt dat samen met A Forest van The Cure als ultiem Shoegazers statement gezien kan worden. Het nummer heet “A song from under the floorboards”. Alleen de titel zegt het al. Lager dan onder de vloer kan iemand niet komen. A song from under the floorboards is geïnspireerd op Dostojewski’s “Aantekeningen uit het ondergrondse”. Dostojewski voert in dit boek een persoon ten tonele die getypeerd kan worden als de architypische shoegazer. Hij vindt het alledaagse verwerpelijk. Vanuit het ondergrondse analyseert hij de wereld om zich heen. Vanuit zijn schuilplaats onder de grond voelt hij zich verheven boven alle mensen die het “normale” leven accepteren. Hij accepteert niets en ziet alleen de peilloze dieptes van het leven. Uiteindelijk trekt hij zich terug om in een hol te kunnen leven waar de rest van de wereld ver weg is. Het boek is een en al gejammer over deze vreselijke wereld.

Net als de roman van Dostojewski is A song from under the floorboards jammeren in een prachtige vorm. “my irritability keeps me alive and kicking” zingt Howard Devoto. Vooral het catchy refrein en de ijzige sfeer maken het nummer zo mooi. Nog nooit klonk een achtergrondkoor dat een frivool LaLaLa zingt zo somber. Dit LalaLa is het muzikale equivalent van het commentaar dat de verteller uit het ondergrondse geeft op de wereld boven hem. De verteller ziet dat al het triviale gewoon wordt geaccepteerd. En zo is het LaLala geen opgewekt deuntje waarmee het leven vrolijk en zonnig wordt. Het is een manier om de diepe afgronden van het pseudo-vrolijke dagelijks leven te onthullen.

Ik heb me nooit echt aangetrokken gevoeld tot het schoenenstaren. Ik hou niet zo van neuzelen, ik heb altijd wel op z’n minst enig perspectief in dit leven gezien. Magazine is een band die ik daarom destijds ook niet gevolgd heb. Ik ken dit nummer zelfs pas enkele jaren. Maar als ik het hoor dan zie ik mezelf weer dansen in een donkere kelder tussen mensen die hun best doen er zo ongezond mogelijk uit te zien. Ik wilde wel mee de kelder in maar ik keek wel goed naar de uitgang. Na een Song From Under the Floorboards hoor ik graag Ain’t No Mountain High Enough.

Categorieën: Media

6 reacties

Eddy Kielema · 9 juli 2005 op 17:14

Een heel aardige visie op de ‘generatie niks’ en de popmuziek uit die jaren! Er is nu trouwens een leuke cd uit van Nouvelle Vague waarop new wave classics een bossa nova uitvoering krijgen. Opeens klinken ‘love will tear us apart’ en ‘too drunk to fuck’ erg vrolijk en zwoel!

Troy · 9 juli 2005 op 17:16

Goed geschreven column. Heb een grote zwak voor de muziek uit de jaren 80, vooral voor de muziek waar jij het over hebt in je column. Voelde me dus meteen aangetrokken tot de titel en het verhaal.

Ps doe me dit niet aan Eddy; geen bossa nova versie van Joy Division ajb!! 😉

Grt Troy

Eddy Kielema · 9 juli 2005 op 17:26

[quote]Ps doe me dit niet aan Eddy; geen bossa nova versie van Joy Division ajb!![/quote]
OK, ik draai het alleen op héél warme dagen als de wereld er héél vrolijk uitziet en er geen reden voor doemdenken is! 🙂

Bakema_NL · 9 juli 2005 op 22:38

Niet geheel toevallig vind de gothic scene van tegenwoordig haar oorsprong in de jaren ’80…..jawel, bij bands als the Cure en Joy division bijvoorbeeld. Een band als the Cure ben ik pas later gaan waarderen toen ik de tienerjaren al achter me had gelaten, daarvoor zei het me niets. Ik heb wel wat met melancholische en duistere sferen in muziek, dat zegt veel meer dan al het vrolijke geneuzel.

Mosje · 10 juli 2005 op 12:18

Leuk stukje.
Zeg Jay, ben jij de jongere broer van Eddy, of had ik dat al eens gevraagd?

Eddy Kielema · 10 juli 2005 op 13:16

Als hij mijn broer is, Mosje, dan is hij mijn oudere broer!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder