Als een oude, beginnend demente bejaarde, loop ik, pas zesentwintig jaar, mijmerend door het Wilhelminapark in Utrecht. Langs mij raast een grijzende man van middelbare leeftijd. Op zijn snelbinder heeft hij een koffer gebonden. Hij heeft haast, dat is duidelijk. Net als hij langs mij is hoor ik een knal. Ik draai mij om en zie dat de man overeind krabbelt en een bal keihard wegschopt. Hij pakt zijn koffer op en stopt een stapel papieren terug die eruit zijn gevallen door de klap.“Oppassen verdomme,” schreeuwt hij meer geschrokken dan kwaad terwijl hij over zijn been wrijft. Dan is hij ineens weg. Drie jongetjes van een jaar of tien lachen schamper, halen de bal op en gaan weer verder. De man is niet meer dan een vluchtige onderbreking van hun voetbalplezier. Terwijl de man waarschijnlijk op werk kleine steentjes uit zijn been aan het halen is, is het voorval voor de jongetjes niet meer dan een vage schim. “Vroeger, toen was alles beter,” mompel ik zacht. Niet alleen scheen de zon harder maar het sneeuwde ook meer en heviger. Vroeger kon je nog een ijsbal, die je zo’n tien minuten samen drukte, in de nek planten van en nietsvermoedende postbode. Daarna rende je samen met je vriendjes hard weg terwijl de postbode met een bloedend oor en twee kiezen uit zijn mond ‘Belhamels’! probeerde te schreeuwen. Vervolgens stal je een leeg kratje Bavaria van de achterkant van de rijdende winkel en leverde dit in bij de plaatselijke drankhandel onder het mom van ‘Ik kom deze voor mijn vader brengen’. Van de vier gulden die je daar van kreeg kocht je een zak autodrop en een literfles Dr Pepper en bij thuiskomst kregen de jongens nog een glas ranja van moeder ook. Heerlijke onbekommerdheid.
Inmiddels ben ik op een bankje gaan zitten. De jongetjes zijn nog steeds aan het voetballen. “Ik wil Sneijder zijn,” roept een van de jongetjes. Een andere zegt: “Dan ben ik Anelka.” “Dan mag jij niet meedoen,” roepen de andere twee in koor. Ze lachen hard en schieten de bal hoog in de lucht. Anelka legt hem in een keer dood. Sneijder kijkt hem bewonderend aan. “Ok, je mag meedoen.” Anelka knikt trots. Dan wordt hun spel ruw verstoord. Een man, bovenop een rijdende grasmaaier maant de kinderen aan de kant te gaan. Hij laat een spoor van vers gemaaid gras achter zich. Dit doet mij weer met weemoed terugdenken aan mijn jeugd.
Vroeger, toen ik nog fanatiek aan sport deed, was het voetbalwereldje een wereldje op zich. In je jonge jaren stond je nog met een ‘smiley’ in je mond en een glas limonade naar de trainer te luisteren terwijl hij scherpe aanwijzingen gaf. “Straks gaan we de bal naar elkaar overspelen” en “Alle ballen op Robbie, die schopt er wel weer een stuk of twaalf in.” Toen je wat ouder was bleef het net zo leuk, maar veranderde er toch wat dingen. De smiley veranderde in een broodje kroket met mosterd en het glas limonade in een vers getapt Amstel biertje. De voetbalhumor bleef hetzelfde. Een teamgenoot uitlachen om zijn kleine piemel of de portemonnee van de trainer onder de middenstip begraven, niets was te dol. Het toppunt was; net voor het clubblad naar de drukker ging wat aanpassingen doen zodat vervolgens de hele club te lezen krijgt dat Hans, de trainer van de F’jes een pedofiel verleden heeft. Hans heeft na een ware heksenjacht moeten verhuizen naar Polen om daar een nieuw leven op te bouwen. Onbekommerde humor.
Wanneer ik het park achter mij laat kom ik tot een heldere conclusie. Sommige dingen uit je verleden worden geromantiseerd, maar enkele dingen zullen nooit veranderen. Het gras zal altijd hetzelfde blijven ruiken.
[i]Door Floris Visman[/i]
5 reacties
LouisP · 22 augustus 2010 op 18:14
Visman,
leuk stukje…
de leukste zin; “Anelka legt hem in een keer dood. Sneijder kijkt hem bewonderend aan. “Ok, je mag meedoen.” Daar kan ik om lachen…
gr.
Louis
Avalanche · 23 augustus 2010 op 15:37
Een mooie column, vind ik. Alleen jammer dat je deze zin[quote]Hans heeft na een ware heksenjacht moeten verhuizen naar Polen om daar een nieuw leven op te bouwen. [/quote]
laat volgen door
[quote]Onbekommerde humor.[/quote]
sylvia1 · 23 augustus 2010 op 19:31
Ik schijn toch wel veel gemist te hebben omdat ik nooit op een voetbalclub heb gezeten. Er zijn hier op CX meer mooie voetbalherinneringscolumns geschreven, en hoewel ik dus niks met voetbal heb, lees ik ze met plezier, omdat je het plezier van de schrijver, de nostalgie en de sfeer gewoon proeft. Mannelijke romantisering op zijn best, denk ik.
Visman · 23 augustus 2010 op 19:58
Bedankt voor de positieve reacties mensen 🙂
@ Avalanche: ik snap wat je bedoelt, het was ook meer als grapje bedoelt. Zoiets is natuurlijk niet leuk.
Avalanche · 23 augustus 2010 op 22:33
’t Is je vergeven 😉