Daar ligt ie dan op de grond. Basaal, rechthoekig en keihard zichzelf te zijn. Vuurrood tot op zijn kaken. De grote drukte rondom hem heen laat hem koud. Het stoort hem niet. Vanuit zijn geaardheid beseft hij dat drukte vanzelf weer overgaat. Hoe vaak hij wel niet betast, bepoteld en besnuffeld is de afgelopen dagen. God mag het weten. Geen krimp heeft hij gelaten. Eigenlijk geniet hij stiekem van alle aandacht. Nou ja, tot op zekere hoogte. Ook aanzien kent grenzen natuurlijk.
Hij is wel geschrokken dat zoveel mensen zich ineens bekommerden om hem. Er is zelfs een dokter bijgehaald. Wie? Ja precies, die ja. Dokter Wie. Een mafketel met een felgekleurde sjaal. Deze dokter schijnt alle raadselen die het universum voor vlakkelanders uit het sterrengat Joepilèr verborgen houdt, te onderzoeken en verklaren.

Eén ding is zeker. Dokter Wie krijgt hiermee een grote klus voor zijn kiezen. Hij mag dan een groot aantal raadsels doorgrond hebben in sterrengat Joepilèr, waar hij nu mee te maken krijgt is andere koek. De dokter weet dat en dat is te zien. Hij heeft een veiligheidsjas en veiligheidslaarzen aangetrokken en maant de grote menigte tot rust. De menigte is erg bang. Waarvoor zou je denken? Nou gewoon voor het vreemde. De eerste zorg van de dokter is om rust te brengen. Hij spant een groot roodwit lint rondom de plek waar het vreemde ligt en maant de menigte afstand te nemen. Het vreemde blijft onbeweeglijk liggen en luistert goed naar wat de menigte te zeggen heeft.

Waar komt ie vandaan? Gisteren lag hij er nog niet. Van horen zeggen wordt verteld dat ie erg agressief kan worden. Dat verklaart zijn rode kleur. Zie ik het goed? Volgens mij wordt ie steeds roder. Als dat maar goed gaat. Straks ontploft ie nog. Ik heb ook gehoord dat hij in samenwerking met anderen in staat is om grote werken te verzetten. Dan kun je op hem bouwen en is hij een bindende factor. Staat wel in contrast met zijn agressie maar ach. Hij die vrij is van zonden … En zo murmelt de menigte maar verder. Dokter Wie heeft intussen zijn onderzoeksgereedschap tevoorschijn gehaald. Voor de zekerheid heeft hij ook een mondkapje opgezet. Het vreemde vreest het ergste. Dit zou wel eens een heel vervelend onderzoek kunnen worden.

Het vreemde wordt eerst gewassen. Met een vreemd soort water dat hij niet ken. Het geeft wel veel energie als hij het naar binnenslurp. Het komt zeker van Mars. Daar hebben ze onlangs water ontdekt. Stromend nog wel. Tot in z’n porieën voelt hij de energie binnenstromen. Het narcotiseert als het ware. Na 10 seconden valt hij dan ook in een diepe slaap. Gelukkig maar. Omstanders uit de menigte verklaren later dat de boor die de dokter gebruikt een oorverdovend lawaai maakt. Aan het gat in zijn lijf is te zien dat er gebruik is gemaakt van een grote maat boor. De dokter heeft niets kunnen vinden. Wat een bak. Dat had hij hem ook wel kunnen vertellen. Enfin, met een plug en pleister is het gat weer gauw gevuld. Gelukkig heeft de dokter niet tot op de kern geboord. De grote leegte die hij dan gevonden had zou pas echt tot onrust geleid hebben onder de menigte. De grote leegte dat is pas iets om bang van te worden.

Categorieën: Verkeer

Harrie

Tijdreiziger

3 reacties

sylvia1 · 10 augustus 2011 op 19:10

Die eerst alinea… ik vind ‘m goed. En die laatste zin [quote]De grote leegte dat is pas iets om bang van te worden. [/quote]
Daar proef ik toch een boodschap 😉

Mien · 11 augustus 2011 op 18:58

Beetje wazig Harrie, waar ga je naartoe?

Mien

Harrie · 12 augustus 2011 op 01:36

Dank voor het compliment Sylvia, maar voor wat betreft de boodschappen moet ik je teleurstellen. Die komen in science fiction altijd from a lonely planet.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder