Het is volle maan die nacht. Wim, Chris en Eefje liggen te slapen in het vliegtuigwrak. Plotseling begint de hond te grommen, iedereen is meteen wakker. Wim maakt de deur open, om te kijken wat er loos is. Onmiddellijk springt de hond naar buiten. “Herta, hier,” roept Wim. Pal daarop klinkt er een harde klap en Herta valt stil. Wim verlaat het vliegtuig en ziet twee mannen op zich afkomen. Een zaklamp schijnt in zijn gezicht. De twee zien er niet al te fris uit. De rillingen lopen Wim over de rug en hij weet meteen: dit gaat niet goed. Herta ligt voor dood op het grasveldje voor de ingang. Voordat hij zich weer in het vliegtuig kan verschuilen, springen de mannen op Wim af. De voorste, met een stoppelbaard, en een groot litteken op zijn voorhoofd ziet er het meest onheilspellend uit. Wim ruikt zijn stinkende adem en wordt misselijk. “Hé jong, heb jij iets te eten voor ons?” Wim zegt niets. “Hé lul, ken je niet praten?” Wim wordt lomp opzij geduwd en de man loopt zo het vliegtuig binnen. Zijn handlanger vangt Wim op en houdt hem met een hand bij zijn arm vast. Over zijn schouder hangt een geweer! Dan roept de eerste: “Hé Siep, hier zitten er nog een paar. Wooh! En er is eten! Zo kloothommels, hebben jullie het hier een beetje gezellig gemaakt. Hé sodeju, kijk dat kippetje eens daar. Bewaren we lekker voor straks, haha.” De schurk kijkt likkebaardend naar Eefje.

Het tweetal installeert zich in de ruimte tussen de kinderen. Siep legt het geweer op zijn schoot en houdt de drie daarmee onder schot. De indringers schrokken het overgebleven eten naar binnen. Ze boeren eens flink, er klinkt hier en daar een wind, en dan knipoogt de man met het litteken tegen Siep. “Hier met die handen” gromt hij tegen Wim en Chris. De jongens steken hun handen uit en worden allebei vastgebonden. Dan draait de man met het litteken zich onverwachts om, legt een hand over de mond van Eefje en pakt haar vast om haar middel. Zo sjouwt hij haar mee het ruim in. Als ze zich probeert los te wurmen geeft hij haar een klap in het gezicht. Siep blijft Wim en Chris onder schot houden. Eefje begint te huilen. Wim en Chris protesteren, maar Siep blijft hen strak aankijken met zijn ijskoude ogen. De misselijke grijns op zijn smoel maakt de nachtmerrie compleet. Dat schrikt af. Plotseling horen ze hun zusje schreeuwen. Haar kreet striemt als een zweepslag door hart en ziel. Als één man springen de jongens nu op Siep af. Chris stompt met zijn hoofd tegen Siep’s kin. Volkomen verrast valt deze achterover, maar daarbij gaat het geweer af. Wim wordt vol in de linkerschouder geraakt. Siep springt meteen weer overeind en stompt Chris met de geweerkolf in zijn buik. Chris klapt dubbel en is even buiten adem. Meteen komt de man met het litteken met wilde ogen uit het ruim tevoorschijn gesprongen. “Wat is hier aan de hand?” snauwt hij. “Ik heb er eentje moeten omleggen door dat gehannes van jou. Hoe is het met die troela?” briest Siep naar zijn kompaan. “Och die. Daar hebben we zeker geen last van. Kom op, wegwezen hier.” Wim ligt te creperen van de pijn, maar wordt aan zijn lot overgelaten. “We nemen die snotneus mee. Die komt misschien nog van pas.” Siep trekt Chris aan zijn haren overeind. Met een; “affeseren jongen”, duwt hij hem het vliegtuig uit. In de ochtendschemer verdwijnt het drietal verder het moeras in. Bij Chris lopen de tranen over de wangen. ‘Ik maak ze hartstikke kapot die twee,’ zweert hij bij zichzelf.

 

 

 


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

8 reacties

troubadour · 23 augustus 2015 op 07:19

Ik haak af Thomas. Toen je een van die psychopaten Siep noemde had ik opeens geen zin meer om de betekenis van ‘affeseren’ op te zoeken. Hoe het komt weet ik niet, het ligt aan mij. Misschien het gebrek aan onkuise handelingen. Ik speelde altijd doktertje in mijn vliegtuigwrakken.

    Thomas Splinter · 23 augustus 2015 op 12:00

    Afgehaakt vanwege een naam. Dat is sneu. Risico van het vak, zal ik maar zeggen. In de originele versie heette Siep nog Joe. Siep vond ik wat authentieker klinken, vandaar. Vwb het laatste, was jij vroeger soms ook zo’n fan van ’the flying doctors?’

Yfs · 23 augustus 2015 op 10:43

Nog steeds met zevenmijlslaarzen geschreven Thomas, waardoor er weinig te raden over blijft.
Wanneer iemand met een zaklamp in je ogen schijnt, kun je volgens mij niet echt constateren dat het duo er niet fris uitziet?

De stoppelbaard en het litteken zijn bijna net zo ‘spannend’ als het ooglapje van Snif en Snuitje uit de serie Pipo de Clown.
Het woord ‘schurk’ zou ook zomaar uit diezelfde serie kunnen komen. “Affeseren’ lijkt me niet een woord wat door een ‘enge’ schurk gebruikt wordt!

Al met al ben ik toch wel nieuwsgierig hoe het nu met Eefje is.
Details Thomas! Mak aan!! 😉

Thomas Splinter · 23 augustus 2015 op 12:04

Ben hier en daar misschien toch te trouw gebleven aan de originele versie. Maar je weet hoe het gaat met verhalen; het blijven toch je ‘kinderen’. Wederom hartelijk dank voor de nuttige aanbevelingen. Nog twee afleveringen te gaan.

Esther Suzanna · 23 augustus 2015 op 12:38

Spannend! Te eng nu voor een jongensboek.

De leeftijd is opeens van 12 naar boven de 18 verschoven…

Mien · 23 augustus 2015 op 16:01

Het is toch een oranjebitter gebleken. De afloop laat zich niet voorspellen. En wat voor vleselijks is er met Eefje gebeurd? Je zult toch Siep heten als misdadiger? Het blijft spannend.

Thomas Splinter · 24 augustus 2015 op 19:50

Mooi zo. Goed om te horen/lezen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder