Elk gezicht kent ze. De één wat beter dan de ander, maar elk gelaat heeft zich de afgelopen jaren een weg gebaand in haar herinneringen. Sommigen voor eeuwig, sommigen voor even. Bij enkelen zal de weg, na vandaag, doodlopen. Enkelen zullen misschien zelfs zijpaden aan gaan maken. Wie? Dat weet ze niet, maar dat het zo zal lopen is op dit moment al een voldongen feit.

Harold. Zijn fiere houding lijkt vandaag geslonken als was het een ingedrukt muizentrapje. Rechtop, maar kleiner, kleiner dan vorige week. De uitdrukking op zijn gezicht is star, uitdrukkingloos. De arm om zijn vrouw ligt er niet als een lief gebaar. Het lijkt een robotarm, waarin ook zijn vrouw kleiner lijkt. Ze probeert haar gezicht strak te houden, maar steeds vervalt het in de meest trieste grimas, die zij ooit zag.

Haar zoon, hun kind, amper vijfentwintig jaar oud, is niet meer. Zijn overblijfselen liggen in het gat voor hun voeten in een witte kist en het enige wat hij heeft achtergelaten zijn vragen. Wat deed hij in Polen? Wat is er waar van de geruchten dat hij drugs verkocht? Ronselde hij werkelijk vrouwen voor de prostitutie? Hun zoon, die lieverd. Het kan toch niet waar zijn?

Vier bijna identieke broers staan naast hun ouders. Van hun branie is op dit moment niet veel te zien. Zou dat ooit terugkomen? Er zijn mensen die met een rotklap omvergeslagen worden en opkrabbelen alsof er nooit iets gebeurd is.  Alsof karakters vaststaande feiten zijn in plaats van flexibele levenspeilers. Ze heeft het vaker gezien, de tuimelbekermentaliteit, maar ziet het niet als kracht. Eerder als domheid.

Vrienden, bekenden, vage kennissen. Aan een graf is iedereen jouw beste vriend.

Zij niet meer. Vijf jaar is ze zijn prinsesje geweest, heeft ze door mogen brengen in zijn gouden kooitje, waarvan de tralies steeds meer knelden. En bij elke tralie die strakker werd, werd het besef dat er iets niet klopte juist vergroot. Maar ze kon er de vinger niet op leggen. Dure cadeaus, etentjes, openhartigheid vervaagden wantrouwen in sneller tempo dan het weer opgebouwd werd.

In gedachten verzamelt ze alle vraagtekens boven de hoofden van de rouwenden en draagt ze als trofeeën met zich mee, terwijl ze lichtvoetig wegwandelt.
Zij wist het.
Zij wist alles.
Behalve dat zij niet zijn enige was.
De lul.

(Schrijfveer van 17 September)


Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

10 reacties

troubadour · 24 september 2015 op 07:16

Schrijfveer Arta? Dan loopt er geen bloed door je aderen maar een Goddelijk mengsel met het DNA van alles wat ons vaderland op poëtisch en literair gebied heeft voortgebracht.

Mien · 24 september 2015 op 08:36

Ik ben denk ik niet de enige die denkt dat dit in aanmerking komt voor een CvdMtje. Maar … waarom niet geplaatst als UvdM? Of komt dat nog? Ben ook wel benieuwd naar de ruwe versie. Ter lering en uit nieuwsgierigheid. Mooie column arta. Hoe dan ook. :yes:

arta · 24 september 2015 op 09:20

Oeps, verkeerde rubriek! Tnx voor het opmerkzaam maken, Mien! De ruwe versie is omgesmolten, maar verschilde niet enorm veel van deze …

*Edit* Whoehoee, reacties kunnen weer aangepast worden!

pally · 24 september 2015 op 14:08

Sterk, ingedikt familieverhaal, Arta, gezien vanuit de ‘kouwe kant’. Mooi ruig en geloofwaardig.
Piepkleine peanuts: ‘prinsesje’ en ‘kooitje’. Bij een van de twee (of beide?) zou ik het verkleinwoord weg halen.

Frans · 24 september 2015 op 15:56

Sorry, ik kan er geen touw aan vastknopen. Er staan mensen om een graf. Dit is duidelijk te hoog gegrepen. Voor mij dan toch.

trawant · 24 september 2015 op 17:36

Postuum bedrog! Prachtverhaal vooral omdat je het zo mooi opbouwt en er meedere lagen in legt. Klasse!

Esther Suzanna · 24 september 2015 op 18:12

Ik twijfel. Wél heel mooi geschreven, dat zeker.

Het zou een intro kunnen zijn of proloog.

Nachtzuster · 24 september 2015 op 19:49

[quote]Het lijkt een robotarm, waarin ook zijn vrouw kleiner lijkt. Ze probeert haar gezicht strak te houden, maar steeds vervalt het in de meest trieste grimas, die zij ooit zag.[/quote]

Mooi! Het hele stuk is mysterieus geschreven en door een sluier mist heen zie je stukjes heldere hemel. Ik moet hem nog een paar keer lezen om totaal te begrijpen, denk ik. Maar dat vind ik niet erg. (Knipoogsmiley)

Edit: het quoten gaat mis, maar het is wel duidelijk wat ik bedoel geloof ik.

arta · 28 september 2015 op 13:21

Dank jullie wel voor de overwegend mooie reacties.

Ik vind het zo apart, dat ik nog steeds totaal niet kan inschatten hoe een stuk ontvangen wordt! (Dat zegt meer over mij dan over jullie ;-))

@Pally: Die je-tjes zijn er tussendoor geslopen…. Inderdaad té!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder