Er woont een man in een huisje.  Hij woont hier nog niet zo lang, eigenlijk nog maar een paar maanden.

Het huisje staat aan een doodlopend weggetje. Aan de voorkant van het huisje zit een groot raam zodat hij naar de mooie omgeving kan kijken. De bomen, het land, het gras. Vaak komt er een konijntje of hert langs het raam. Als hij lang voor het raam zit komen de vogeltjes ook dichterbij. Ze snoepen dan van het vogelvoer en de broodkruimels die de man voor ze heeft neergelegd.

Van buiten lijkt het huisje niet zo groot, maar binnen heeft de man alle ruimte die hij nodig heeft. Aan de zijkant zit een schuifdeur zodat het zonnetje heerlijk naar binnen schijnt en je de geur van het gras ook binnen kunt ruiken. Vanaf de schuifdeur kun je zo het trappetje af naar een terras. Hier heeft de man een hangmat waarin hij, als het mooi weer is, geniet van de zon en de omgeving.

Eerst was het huisje leeg. Telkens bracht de man meer spullen mee die in het huisje een eigen plek kregen.  In de hoek een bank, een tafel om aan te eten, een kast voor de televisie, een bed om in te slapen en meerdere dienbladen met kaarsjes. De bank staat dicht bij het raam zodat hij ’s avonds, als het te koud is om in zijn hangmat te liggen, toch van het uitzicht kan genieten. Hij pakt dan een wijntje en nestelt zich in het hoekje van de bank. Om hem heen kaarsjes en sfeer verlichting. Op de achtergrond hoor je de muziek die hij op een computer in een klein kamertje van het huisje heeft opgezet. Soms rustige muziek, soms vrolijk of verdrietig. De man geniet dan intens. Het is echt zíjn plekje, zijn huisje, zijn thuis.

De man speelt gitaar in zijn huisje. Soms speelt hij vrolijke liedjes, soms speelt hij zomaar wat. Hij speelt gitaar als hij zich verdrietig voelt, of als hij na moet denken. Hij wordt er rustig van. Soms zingt hij er ook bij. Soms kan hij dat beter niet doen.

De man voelt zich goed in zijn huisje.  Hij heeft er al eens eerder gewoond, is even weggegaan, maar toch weer teruggekomen.  De man heeft veel dingen meegemaakt en zocht naar rust. Die rust heeft hij gevonden in het huisje. Hij wil hier voorlopig écht niet weg.

Er is ook een vrouw. Een jonge vrouw. Zij woont niet in het huisje, althans niet écht.  Ze is er wel vaak. De man vindt het fijn als zij ook in het huisje is. Hij vindt dat zij daar ook hoort,  net als hij.
Dan spelen ze samen gitaar, hij natuurlijk beter als zij want zij moet het nog leren. Ze eten samen, slapen samen en kijken samen tv. Soms maken ze ook ruzie, soms gaat hij even weg, soms zij, maar ze komen altijd weer bij elkaar.

Soms is er een nóg jongere vrouw, een meisje. De andere vrouw is er dan niet. Zij hoort daar dan niet, vindt ze zelf.  Het meisje vind het heel leuk om in het huisje te zijn, ze voelt zich veilig en vrolijk. Ze gaat op ontdekkingsreis door het huisje. Vaak veranderd er iets in haar afwezigheid en kan ze weer nieuwe dingen ontdekken zodra ze weer terug is. Buiten in de tuin heeft de man een grote trampoline waarop het meisje zich kan uitleven. Als ze springt schatert ze het uit van de pret en de grote glimlach op haar gezicht doet de man goed. Ze blijft nooit lang, maar in haar beleving is het een hele lange dag. Ze komt slapend in de auto aan en gaat slapend in de auto weer weg. Dan denkt ze aan die fijne dag, een dag vol plezier en aandacht. Een dag samen met de man van het huisje.

De man zou het liefst zien dat de jonge vrouw en het meisje ook tegelijkertijd in het huisje zijn. Dat ze met z’n drieën spelen, eten en muziek maken. Al is het maar voor eventjes. Hij zou willen dat zijn twee werelden samensmelten, dat hij de jonge vrouw aan het meisje kan voorstellen. Helaas staat zijn situatie dat niet toe, iets wat hij zichzelf kwalijk neemt. Het meisje en de jonge vrouw mogen niet in één ruimte zijn, een van de twee moet dan weg.

Desalniettemin voelt de man zich goed. Hij heeft keuzes moeten maken. Moeilijke keuzes. De man probeerde zijn hart te volgen, en zijn hart leidde hem terug naar het huisje. Hierover voelt hij zich soms schuldig. Schuldig tegenover degenen die hij achterliet en schuldig tegenover het meisje. Vroeger was hij elke dag bij haar, nu mist hij haar elke dag.
Toch heeft hij de keuze gemaakt en hoopt hij met heel zijn hart dat het de goede was.
Hij gelooft dat het goed komt, als je je hart maar volgt.

Daarom woont de man in het huisje. De man voelt zich goed, het is zijn thuis.


Unknown

Trying to be me....

4 reacties

Yfs · 9 juni 2013 op 10:29

Aan het einde van de column verwachtte ik bijna een : ‘Daag Dikkie Dik! Het las dus als een soort Dikkie Dik voor volwassenen zeg maar! Zoals kleine mensenkinderen met open mond kunnen luisteren als er voorgelezen wordt, heb ik deze column met open mond gelezen.
Gaaf geschreven! :yes:

Nachtzuster · 9 juni 2013 op 23:05

Uhhm, tja. Is het autobiografisch? En zoja, wie ben jij dan? Het jonge meisje of de jonge vrouw? Of ben jij de man in het huisje? Ik kan nog wel door de foutjes heenlezen, maar ik kan niet zoveel met het verhaal. Sorry.

SIMBA · 10 juni 2013 op 09:56

Welkom op CX om te beginnen. Maar wat ontzettend veel verkleinwoorden, ik persoonlijk vind het niet prettig lezen.

Blanchefort · 10 juni 2013 op 11:13

Ik vind het goed.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder