Voor mijn onderzoek moet ik naar de bekendste universiteit van het land om interviews te doen. Ik wil beginnen bij de lastigste faculteit, vrij moeilijk bereikbaar en een concrete herinnering aan de laatste keer dat ik Tomás zag. Nu is het diezelfde Tomás die me over de streep haalt om er op korte termijn heen te gaan. Hij studeert er en wil wel met me bijpraten na college. Ik stem toe, enigszins verbaasd over dit onverwachte weerzien na vijf maanden. En ik weet niet waar ik nerveuzer voor ben: de reis naar de faculteit, de interviews of de hereniging met hem. De vorige keer ging ik er met twee Nederlandse vriendinnen heen, in vliegende vaart met de taxi. We waren laat voor een presentatie, die gevolgd werd door een borrel en een demonstratie volksdansen. Ik moest en zou erbij zijn, want ik wist dat Tomás er zou zijn. Lang, mager, met zijn donkere haren en bruine ogen. Wat was ik verliefd, en wat was hij onbereikbaar. Ik begreep het maar niet, er was toch chemie tussen ons geweest? Die avond bleek pas waarom. Een ander meisje had zijn hart gestolen. Ik had weer eens de bus gemist.

Vandaag neem ik die bus in plaats van de taxi en blijk er een stuk sneller te kunnen komen dan ik had gedacht. Dat is niet erg, dan heb ik even de tijd om op het afgesproken punt de omgeving op me te laten inwerken. Deze faculteit is, om het simpel te zeggen, een ontzettend rood gat. Marxisten en communisten zijn hier nog geen uitstervend ras. Onderaan dezelfde trap als waar me destijds duidelijk werd waarom het niets ging worden met Tomás, wacht ik nu op hem tegenover een grote muurschildering van Che Guevara. Aan de balustrades boven me hangen spandoeken met hamers en sikkels. Studentenraadverkiezingen nodigen uit tot slogans over resistentie en revolutie.

Het is lunchpauze en ik houd de studenten in de gaten die de kantine in en uit lopen. Het kleine hokje waar je kopieën kunt laten maken voor anderhalve cent staat bomvol. Uiteraard is Tomás te laat, en uiteraard zie ik hem niet aankomen als hij ineens achter me staat. Heel even is het opnieuw wennen. Mijn droombeeld moet zich weer aanpassen aan de werkelijkheid. Maar binnen twee minuten ben ik opnieuw verkocht. Mooie jongen van een andere planeet. Een rode planeet. Die lach is de ontwapenende revolutie.

We praten wat bij over vriendschappen en de toekomst. Tomás leidt me rond op de faculteit, zodat ik me er niet meer zo verloren voel. Hij weet hoe het is om interviews te doen, hij studeert tenslotte zelf antropologie. Dat is tegelijkertijd ook een van de weinige punten waarop we elkaar begrijpen. Als we een ‘slachtoffer’ hebben gevonden waarop ik mijn vragen ga afvuren, neemt hij afscheid. Een dik uur en twee interviews later ben ik moe en is mijn keel rauw van het vele praten. Wanneer ik richting de bushalte loop, de hoek om, loop ik plotseling precies naast hem. Driekwart van de terugweg reizen we samen, tot hij vlakbij mijn huis de andere kant op gaat. Naar zijn vriendinnetje. Revolutie, resistentie, resignatie.

Categorieën: Liefde

Quinn

Vertalen, muziek, concerten, vrienden, reizen, schrijven. En koffie.

8 reacties

Mosje · 24 mei 2007 op 09:17

Natuurlijk zou ik dit verhaaltje moeten afbranden, het met de grond gelijkmaken, er de vloer mee aanvegen, maar ja, wie gelooft mij nog na deze week? Zal ik dan maar zeggen dat ik het een goed stukje vind?
😉

Prlwytskovsky · 24 mei 2007 op 19:21

[quote]een stuk sneller te kunnen komen dan ik had gedacht[/quote]
Hoe vaak? :oeps:

pepe · 24 mei 2007 op 19:49

[quote]Wat was ik verliefd, en wat was hij onbereikbaar. Ik begreep het maar niet, er was toch chemie tussen ons geweest? Die avond bleek pas waarom. Een ander meisje had zijn hart gestolen. Ik had weer eens de bus gemist. [/quote]

Gelukkig heb je qua schrijven de bus niet gemist.

Weer mooi geschreven, weer het weerzien van de droomman, die bezet blijkt te zijn.
Ik hoorde je tussen de regels door zuchtend zeggen: ‘Dat heb ik weer!!’

pally · 24 mei 2007 op 21:38

Wat ik leuk vind aan je column is niet zozeer het verhaal zelf maar de couleur locale die je er aan meegeeft. In het verhaal gebeurt eigenlijk niet zoveel. Behalve qua uiterlijke beschrijving krijg ik geen beeld van Thomas in die situatie, dat miste ik een beetje.
Wel leuk geschreven,

groet van Pally

KawaSutra · 25 mei 2007 op 00:48

Knap hoe je twee verhalen naadloos met elkaar hebt verweven. Een verloren liefde en je nog verse schreden in een andere wereld.
De afsluiter als bondige samenvatting van het voorgaande met een prachtig Nederlands woord (van Franse origine) dat ik nog niet kende. Resignatie; het prijsgeven van eigen verlangens.

arta · 25 mei 2007 op 12:34

Mooi geschreven!
Ben het wel met Pally eens…
Ook heb ik even ge-van-Daald om achter de betekenis van resignatie te komen… 🙂

Quinn · 25 mei 2007 op 18:44

Dank allemaal voor de reacties 🙂 Ik vermoed dat ik dit keer iets te cryptisch ben geweest in sommige dingen. De beste karakterisering die ik van Tomás kan geven is dat het zelf ook zo’n “rooie” is. De beschrijving van de plaats en de hernieuwde ontmoeting zijn geen toeval, die zijn voor mij met elkaar verweven. Hij hóórt daar. Dit is een goed voorbeeld van hoe lastig het soms is iets over te brengen wat voor de schrijver logisch is, en voor de lezer nieuw. Er niet te veel detail in leggen, maar ook niet te weinig.

Wat het woord ‘resignatie’ betreft, voor mij kwam dit uit het Spaans 😉 Het liep zo lekker: revolución, resistencia, resignación. ‘Berusting’ is wat ik met resignatie wilde zeggen. Ik heb hem zelf ook ge-van-Daald, om te kijken of hij wel bestond 😀

WritersBlocq · 26 mei 2007 op 10:04

:lach: resignatie, ik dacht aan ‘afwijzing’, weer wat geleerd, en ook op een leuke manier.

Goed geschreven Quinn. Nu begrijp ik waarom je hem niet zag aankomen: de hele omgeving was rood, hij paste zich er als een kameleon in aan. Zo kwam het op mij over.
Jeetje, dat ik deze nog net even lees, gelukkig maar, hoe kon ik er overheen kijken de afgelopen dagen.
Groetje, Pauline.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder