‘Al snel lag er op de weg, waar het Duitse regiment had gestaan, alleen nog maar stof.’ Dit is de laatste zin van de roman ‘Storm in juni’ van de schrijfster Irène Némirovsky. Zij was in 1903 uit Joodse ouders geboren in Kiev, Oekraïne (toen deel van het Russische Tsarenrijk) en vluchtte in 1917 met haar familie via Finland en Zweden naar Parijs, waar ze zich in 1919 vestigden. Irène studeerde literatuurwetenschappen aan de Sorbonne. In 1926 trouwde ze met Michel Epstein; ze kregen twee dochters: Denise (1929) en Élisabeth (1937). In 1942 overleed Irène aan tyfus. Op 17 augustus. In Auschwitz. Haar man werd later ook opgepakt en op 6 november in hetzelfde kamp direct bij aankomst vergast. De twee dochters sleepten een koffer met aantekeningen van hun moeder overal naar toe, maar pas jaren na de oorlog ontdekten zij deze roman. In 2004 verscheen hij in Frankrijk als ‘Suite Française’. De Nederlandstalige uitgave kwam in 2005 uit bij Uitgeverij de Geus als ‘Storm in juni’; in 2010 was er een vijfde druk. Sommigen stellen dat dit het belangrijkste oorlogsboek is na ‘Het Achterhuis’ van Anne Frank.

Ik vertel u dit omdat het boek een aangrijpend verhaal is over de uittocht in juni 1940, toen stromen mensen Parijs ontvluchtten voor de nazi’s, en over de bezetting. Irène werd één van de zes miljoen.
Maar ik vertel het vooral vanwege die laatste zin, de eerste van deze column: ‘Al snel lag er op de weg, waar het Duitse regiment had gestaan, alleen nog maar stof’. Deze zin is de doodsteek voor de nazi’s: ze verschenen, vernietigden van alles maar vooral mensen, maar losten op in stof. In het niets. Ze waren nietsnutten, niets, en werden weer niets.
De vermoorden echter leven voort. In gedachten en gedichten, in boeken en foto’s, in de Shoah Database op het internet, in musea, in Yad Vashem. En in dit boek, dat deze jonge vrouw onsterfelijk heeft gemaakt.
O ja, Irene betekent “vrede”. De schurken hebben verloren.


4 reacties

pally · 9 maart 2011 op 10:57

Tot mijn verbazing zie ik nog geen enkele reactie op dit stukje, Jan. Ik vind het mooi, geschreven uit bewondering voor het boek en vooral voor de laatste prachtige zin en wat die inhoudt.
Poezie van een schrijnende soort. :wave:

groet van Pally
Ik ga dit boek zeker lezen…

Mien · 9 maart 2011 op 16:18

Mooie boekbeschrijving. Zonder meer.

Mien

sylvia1 · 9 maart 2011 op 16:45

Ik had deze column gisteren al gelezen en was enerzijds geintrigeerd door dat boek en die persoon inderdaad, maar vond het anderzijds zo jammer dat het stukje overvol zit met feiten en getallen. Vanaf “Maar ik vertel het vooral…” ga je schrijven, wordt het mooi.

Mosje · 9 maart 2011 op 16:56

Eens met Sylvia. je komt pas laat op gang, en dan is het alweer voorbij ook.
Maar met plezier gelezen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder