Eenieder uit de Middeleeuwen met een vliegwens, zou zich doe-het-zelvend een paar fragiele vleugels aanmeten. Vervolgens zou de durfal een hoog punt opzoeken om zich daarna aan de zwaartekracht ten prooi te laten vallen. Met de natuurkundelessen in het achterhoofd laat ik het vliegen aan anderen over. Zonder degelijke vleugels kan ik niet ontsnappen aan de zwaartekracht. Ik stapte daarom met mijn vliegwens een reisbureau binnen. Kennelijk was ik de enige met dit laffe idee, want de ruimte was leeg. Alleen jij, de vrouw waar ik vanmorgen naast wakker werd, vulde de leegte. Je keek niet verrast, mijn bezoek was dan ook niet onaangekondigd. Ik ging zitten tegenover de plek waar jij achter een computerscherm verscholen zat. Ik schoof mijn stoel nog wat verder aan. “Waar gaan we heen?”, vroeg ik je. Je keek me mysterieus aan, en schoof enkele reisgidsen onder mijn neus, je had je blijkbaar al voorbereid. Fraai gekleurde foto’s van verre en voor mij nog onverkende vakantiebestemmingen, streelden mijn netvlies. “Moet ik kiezen?”, vroeg ik met een fronsend voorhoofd. “Jij bent de kenner”, zei ik om zo de bal weer bij jou te leggen. “Ik laat me verrassen, ik vertrouw je volledig”, voegde ik er aan toe.

Geen Koninklijke Zwaan noch Martinair of EasyJet. Ver verwijderd van drukke incheckbalies en gates vol toeristen, maakte ik me klaar voor onze vliegreis door de wolken. Koffers vol ellende achterlatend, de douanier zou die toch nooit doorgelaten hebben. Zonder me te realiseren dat de stappen die ik zette voorlopig één van de laatste waren op vaste grond, verplaatste ik me naar de lege incheckbalie. Net zoals op het reisbureau was jij wederom de enige die de leegte opvulde. Stralend zat je achter de balie, ik stond zweverig aan de andere zijde. De handvatten van twee tassen die waren gevuld met alles wat ik lief had, sneden in mijn handen. Ik zette beide tassen op de lopende band, waarna de bloedsomloop mijn vingertoppen weer kon bereiken. Mijn vingertoppen verschoten daardoor langzaam van wit naar mijn nog niet door de zon gebruinde huidskleur. Op mijn rug droeg ik nog een rugzak vol vlinders die zo licht was dat ik haast was vergeten om hem op de weegschaal voor me te zetten. Mijn ogen loerden allang niet meer naar de digitale cijfertjes die zouden bepalen of mijn bagage voldeed aan het maximaal toegestane gewicht en jouw ogen leken eveneens weinig interesse te tonen in een mogelijk overgewicht. In je ogen zag ik een reflectie van de voor mij nog onbekende vakantiebestemming. De reisfolders die je op het reisbureau onder mijn ogen schoof, voorspelden in ieder geval veel goeds.

De vliegtuigmotoren zoemden al weer eventjes. De muziek uit de hoofdtelefoon kon het geronk van de motoren nauwelijks overstemmen. Onder ons geen vaste grond meer. “Was dit nu de droom van een middeleeuwse avonturier?”, vroeg ik me af terwijl ik mijn stoel in de ligstand zette. Mijn lichte vorm van vliegangst verdween naarmate de wereld onder ons steeds surrealistischer werd. “Het wolkendek vangt ons wel op”, maakte ik mezelf wijs door al mijn natuurkunde kennis te negeren. Lang hield mijn leugen niet stand. Ik dacht terug aan je instructies van het moment vlak voordat we waren opgestegen. Jij stond in het gangpad en je vertelde me wat ik moest doen als het mis zou gaan, wijzend naar de nooduitgangen. Ik had niet geluisterd, maar ik keek je aan zonder jouw woorden in mijn geheugen op te slaan. Ik vertrouwde op een goede afloop, een blik in je ogen was hoopgevend genoeg. Mijn reisbureaumedewerkster, mijn incheckbaliedame, mijn stewardess en vervolgens mijn pilote. Ik leunde ontspannen achterover en genoot, begeleid door hemelse muziek, van de steeds kleiner wordende wereld terwijl je mij business class over de wolken vloog.

Waar we naar toe zouden gaan wist ik niet, maar we vlogen al een tijdje. Turbulentie was geen zeldzaamheid meer. Mijn rugzak was al meerdere keren uit het bagagerek gevallen. Ik had me nooit gerealiseerd dat het fout zou kunnen gaan, totdat ik zag dat de rits van mijn rugzak open stond. “Halen we onze eindbestemming wel”, schreeuwde ik geschrokken door
deze constatering richting de cockpit. Ik rende mijn woorden achterna en stond ondertussen in de deuropening. Jouw ogen die voorheen nog zo straalden waren vochtig. Ik zag dat de automatische piloot jouw taken over had genomen. “Het gaat niet langer meer, het gevoel dat er in de vertrekhal nog was, is met iedere mijl die we stegen langzaamaan verdwenen”, huilde je zacht. Je gaf me nog een laatste kus, streek door mijn haren. Vervolgens verloren we zwijgend hoogte, totdat we ver onder de wolken waren en daken van huizen herkenbaar werden. Onze vakantiebestemming zullen we nooit halen. Als een vliegtuig zonder kerosine stortte onze liefde neer. Als een middeleeuwse waaghals met zelfgemaakte vleugels verloor ik van de zwaartekracht.

De brokstukken van wat ons ooit naar onze vakantiebestemming had moeten brengen, lagen verspreid om me heen. Mijn rugzak die bij vertrek nog vol met vlinders zat, was nu leeg. Jij was er allang niet meer toen ik mijn ogen weer opende. Ik was fysiek ongeschonden, ondanks dat alles wat onze eenzaamheid voorgoed had moeten laten verdwijnen kapot en gebroken was. De val in de diepte had me alleen een gebroken hart opgeleverd. Ik haalde de polis van de reisverzekering uit de binnenzak van mijn jas. Ik had geen zin om me door de bladzijdes te worstelen en smeet het papier in de nog smeulende resten achter me. Ik stond op en liep zonder achterom te kijken weg van de plek van de crash. Weer met beide benen op de grond. “Ik moet verder, mijn rugzak moet snel weer vol met vlinders”, met deze woorden sterkte ik mezelf. Op weg naar een volgend reisbureau, een andere vrouw. Een vrouw waarmee ik samen de Wet van Newton kan verslaan. Een vrouw waarmee ik, zolang ze naar me lacht, wel kan ontkomen aan de Aardse zwaartekracht.

Categorieën: Algemeen

14 reacties

Geertje · 24 augustus 2005 op 09:17

[quote]De val in de diepte had me alleen een gebroken hart opgeleverd[/quote]

Prachtig weer gegeven, ik heb de tekst verslonden. 🙂

WritersBlocq · 24 augustus 2005 op 09:27

Wat een schitterende column, ik kan wel 100 zinnen quoten… Veel sterkte én geluk op je weg. “Zoekt niet en gij vindt” is mijn credo, misschien helpt het jou ook een beetje? Groetje, Pauline.

alpeko · 24 augustus 2005 op 09:38

[quote]Veel sterkte én geluk op je weg. “Zoekt niet en gij vindt” is mijn credo, misschien helpt het jou ook een beetje? Groetje, Pauline.[/quote]

Het verhaal is al wat gedateerd hoor en enigszins gedramatiseerd. Heb er al weer een reispoging opzitten 🙂

WritersBlocq · 24 augustus 2005 op 09:44

Dramatiseer er lekker op los, zolang je het doet als in deze column, vind ik het perfect! En hee, blijven reizen!

prikkels · 24 augustus 2005 op 10:06

Prachtig en sfeervol verhaal. Goed geschreven.

Enne, je hebt er al weer een reispoging opzitten zeg je. Betekent dit dat die poging ook niet geheel naar wens is verlopen.

Je verhaal doet in elk geval niet gedateerd aan. Soms kunnen verhalen tijdloos zijn, zoals die van jou. Erg mooi.

champagne · 24 augustus 2005 op 12:08

Prachtig verhaal! Het maakte me terwijl ik las steeds nieuwsgieriger naar de eindbestemming.

Louise · 24 augustus 2005 op 12:53

Werkelijk een zeldzaam juwééltje, deze column! Met prachtige zinnen, die te mooi zijn om niet te quoten:
[quote]Op mijn rug droeg ik nog een rugzak vol vlinders[/quote]
en:
[quote]Koffers vol ellende achterlatend, de douanier zou die toch nooit doorgelaten hebben.[/quote]
en:
[quote]terwijl je mij business class over de wolken vloog.[/quote]
en:
[quote]”Halen we onze eindbestemming wel”, schreeuwde ik geschrokken door deze constatering richting de cockpit. Ik rende mijn woorden achterna [/quote]
Grote klasse, nee, gewoon business class 😉

KawaSutra · 24 augustus 2005 op 13:30

[quote]Turbulentie was geen zeldzaamheid meer. Mijn rugzak was al meerdere keren uit het bagagerek gevallen.[/quote]

Ik ben zeer onder de indruk van dit geweldige verhaal. Na jouw eerdere satire op CX had ik dit niet verwacht. Blijf vooral zo schrijven.

Troy · 24 augustus 2005 op 13:46

Mooi verhaal! En wederom met een originele invalshoek, zoals we van je gewend zijn inmiddels.

Grt Troy

alpeko · 24 augustus 2005 op 13:55

[quote]Ik ben zeer onder de indruk van dit geweldige verhaal. Na jouw eerdere satire op CX had ik dit niet verwacht. Blijf vooral zo schrijven.[/quote]

De jury was minder onder de indruk, het betreft hier namelijk een verhaal waarmee ik mee heb gedaan aan een schrijfwedstrijd.

Overigens schrijf ik naast satire met net zoveel liefde iets serieuzere kost. Niet zo vreemd aangezien ook dit verhaal – net als Het Spel der Liefde – zijn oorsprong vindt in een gedicht van mij:

Geen EasyJet of Koninklijke Zwaan
nee, het waren jouw stralende ogen
die mij business class de lucht in deden gaan

Telkens wanneer jij naar me lacht
word ik door jou langs wolken gevlogen
noem het liefde, ik noem het luchtmacht

Ik wil echt nooit meer landen
houd me voor altijd in de lucht
Die vliegangst overwin ik wel
ben slechts voor nog één ding beducht

Want zonder vleugels kan ik niet ontsnappen
niet ontkomen aan de zwaartekracht
Newton kan wat mij betreft de pot op
tenminste, zolang je naar me lacht

Wright · 24 augustus 2005 op 14:05

Stop het gedicht maar gauw in de kast, hij doet de column die ik echt van ‘grote hoogte’ vond, geen goed. 😉

Ma3anne · 24 augustus 2005 op 16:58

Schitterend!

Dees · 24 augustus 2005 op 18:48

Zo mooi geschreven dat het als een film over mijn netvlies rolde. Knap!

Trukie · 25 augustus 2005 op 11:18

Een heel ontroerende reis.
Kluts een beetje chemie door de natuurwetten voor een zachte landing.
Maar blijf het ons schrijven.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder