Net als ieder ander mens moet je op een dag afscheid nemen van iemand die je dierbaar is en daar ben ik geen uitzondering op. Soms komt een afscheid abrupt terwijl je juist voor andere mensen bid dat het maar snel gebeurd mag zijn. Vorig jaar moest ik afscheid nemen van mijn opa en ondanks het feit dat de beste man 86 jaar is geworden valt me dit nog elke dag zwaar. Mijn opa was geen makkelijke man. Hij was al sinds zijn jeugd aan de anti depressiva die wij gekscherend “the fun factory” noemden. Een moeilijke jeugd als oudste zoon in een gezin van 7 kinderen waarvan de moeder in het kraambed was overleden heeft hem letterlijk en figuurlijk de das om gedaan.

Hij trouwde met mijn oma (dat was in die tijd nog heel logisch) en ze kregen 2 kinderen. Opa hield van de buitenlucht en moest hard werken om zijn gezin te kunnen voeden. Hard werken vond hij geen probleem en door hun tomeloze zuinigheid hebben ze door de jaren heen een aardig kapitaaltje op de bank weten te krijgen. Zijn leven hing vast aan zijn spaarbankboekje en je moest ook niet de euvele moed hebben om daaraan te komen.

De zuinigheid van opa nam in de loop der jaren extreme vormen aan. Zijn kippen waren een bron van inkomsten en wij als naaste familie mochten natuurlijk zoveel eieren meenemen als we maar wilden wanneer we een bezoekje brachten aan zijn boerderijtje in Drenthe, maar moesten wel even de eieren afrekenen bij vertrek. Als ik samen met hem even in de auto naar het dorp reed om wat boodschappen te halen of voor een bezoekje naar de kapper dan werd de benzine in eieren uitbetaald en kreeg je er 10 gratis.

Toen mijn oma na een operatie het niet zag zitten om in eigen huis haar verjaardag te vieren besloten ze op advies van hun kinderen een broodmaaltijd te geven in het plaatselijke dorpscafé. Ik hoor de oude man nog brommen.. “wat kost dat wel niet?”, maar uiteindelijk ging hij toch overstag. Op de dag zelf zat ik als enigste kleindochter naast opa aan tafel en ik probeerde een gesprek met hem aan te knopen wat meestal niet zo makkelijk ging. “hoe vind je die eieren hier?” vroeg hij me op slinkse wijze… “wel lekker opa!” antwoordde ik naar waarheid. Opa begon stiekem te lachen, en al snel bleek waarom. Hij had zelf zijn eigen eieren meegenomen, want waarom zou je voor eieren betalen als je ze zelf in de kelder hebt liggen! Dat was dus typisch mijn opa.

Nadat oma kwam te overlijden bleef hij alleen achter in zijn boerderijtje dat hij voor slechts 1700 gulden (per jaar!!) huurde. Hij had het goed en wist zich mede door tafeltje dekje en de thuiszorg prima te redden tenminste dat is wat wij dachten. In februari van het afgelopen jaar ging het echter mis met opa, want hij viel ongelukkig uit zijn bedstee en werd de volgende morgen met zijn schouder uit de kom in het ziekenhuis opgenomen. Uiteindelijk kwam daar ook nog een longontsteking bij waardoor hij 4 weken daar doorgebracht heeft. Bij thuiskomst was hij onrustig en op een bepaald ogenblik belde de huisarts mijn moeder om te vertellen dat mijn opa zichzelf niet meer was en in een zware depressie was beland.

Hij werd opgenomen in een psychiatrische kliniek op een gesloten afdeling en al snel kwamen we tot de ontdekking waar het mis was gegaan. Opa nam thuis op zijn eigen tijd de medicijnen in die hij nodig had. Zijn favoriete snoepjes waren wel de slaaptabletten! Op de bijsluiter stond 1 voor het slapengaan en opa nam dus elke keer als hij even in bed ging liggen een slaaptablet (zo’n 6x per dag). De beste man had helemaal geen depressie, maar zat gewoon met een ordinaire cold turkey af te kicken van zijn verslaving.

De heren psychiaters begonnen met hun grote sleutelwerk door allereerst zijn medicijnen af te pakken en bij wijze van experiment hebben ze hem andere medicijnen voorgeschreven. Nou is mijn mening nog altijd dat je met mensen van die leeftijd niet meer moet experimenteren, maar de psych weet het natuurlijk altijd beter.

Elk bezoek werd een regelrecht drama, want hoe moet je een man van 86 jaar uitleggen dat deze medicijnen pas na een week of 6 enige verbetering laten zien. Hij had daar geen boodschap aan en begon bij elk bezoek te roepen dat hij dood wilde. Op dat soort momenten dacht ik wel eens dat het inderdaad voor hem beter zou zijn wanneer hij gewoon de volgende morgen niet meer wakker zou worden, waardoor we aan elkaar wel eens vroegen of opa het al zou redden tot het spoor. (al die psychiatrische klinieken blijken aan een spoorweg te liggen)

27 mei 2003…. Mijn moeder neemt de telefoon op:
Goedemorgen u spreekt met mevr….. van Beileroord. Zou u misschien naar het ziekenhuis van Hoogeveen willen komen?, uw vader heeft vanmorgen een zelfmoordpoging ondernomen en hij is daar op de intensive care opgenomen.
’s middags om 17.15 is hij uiteindelijk officieel dood verklaard zonder een verklaring.. zonder briefje… zonder enige vorm van afscheid nemen.

Wij als familie blijven hier tot in lengte van dagen mee worstelen. Hij piept er tussenuit en wij mogen zelf het plaatje zoeken en inkleuren. Ook navraag in de kliniek over het hoe en waarom en wat er die ochtend gebeurd is brengt geen antwoord op alle vragen. Het enige wat we weten is dat ze opa om 08.00 uur wakker hebben gemaakt daarna is opa (waarschijnlijk) naar de toiletruimte gelopen (4 meter van de begeleiderpost) waar hij de ceintuur van zijn ochtendjas om zijn keel geknoopt heeft. Daarna heeft hij zichzelf ipv. zijn ochtendjas aan de daarvoor bestemde haak aan de muur opgehangen.

Opa is 86 jaar geworden, wat op zich een prachtige leeftijd is om te sterven, maar met het idee dat hij wel 100 had kunnen worden is het nog steeds te vroeg. En al was mijn opa geen makkelijke man…. ik hield van hem
en hoeveel ik van hem hield is niet in eieren uit te drukken!


7 reacties

pepe · 14 januari 2004 op 13:55

Afscheid nemen is nooit leuk, maar dit is erg ja!

Ik lees op dit moment ‘Meneer en mevrouw zijn gek’ over mensen in een inrichting.

Je houd gewoon heel veel van de beste man, blijf dat doen.

Mosje · 14 januari 2004 op 14:25

Commentaar eigenlijk overbodig. Door ingetogen en sober taalgebruik een ontroerend verhaal.

Li · 14 januari 2004 op 18:32

Jouw verhaal is mooi en triest tegelijk.
Ik heb het met een lach en een traan gelezen.

Mup · 14 januari 2004 op 21:19

Dat je hem zo mist is een teken dat ie in je leven een grote rol heeft gespeeld. En dat is een goed teken. Voor wat betreft je verhaal, sluit ik me bij de voorgaande reacties aan,

Groet Mup.

Kees Schilder · 15 januari 2004 op 07:49

Ja, van zo’n column ben je wel even stil

pleuro · 15 januari 2004 op 13:51

De fout die de meeste mensen vaak maken is het feit dat mensen in een psychiatrische instelling snel voor “gek” worden versleten. Mijn opa in dit geval was niet gek al had hij natuurlijk gekke gewoontes. Door de vele bezoekjes aan deze instelling(en) is mijn vertrouwen in ons zorgsyteem naar een dramatisch dieptepunt gezakt. Naar mijn mening wordt dan ook 60% van de effectieve werktijd verkwanseld aan het koffiedrinken. In het geval van mijn opa was het zelfs zo dat de beste man 3 weken geen douche had gezien en dat werd door de dames en heren begeleiders afgedaan met… “wij zorgen dat de mensen hier weer zelfstandig in de maatschappij terug kunnen keren!” Yeah right!

deZwarteRidder · 15 januari 2004 op 17:04

mooie column samantha, lief geschreven
Rich@Rd

Geef een reactie

Avatar plaatshouder