Freek de Jonge 75 jaar

Op 2 maart jl. presenteerde Freek de Jonge zijn nieuwe programma ‘de Suppoost’ in het Parktheater in Eindhoven. Het was voor mij de tweede keer dat ik de Jonge in levenden lijve zag. De eerste keer was jaren geleden tijdens een wandeling in het Christoffelpark op Curacoa, en toen sprak ik de ‘hoop’ uit, om hem ook nog eens tijdens een optreden te zien. Bijna 30 jaar later, was het dan zo ver.

De cabaretier kwam op als carnavalsprins, en daarmee was het ijs meteen was gebroken in het Eindhovense Lampegat. De Jonge ging verder met een soort van vragenrondje om de parate Bijbelkennis van het publiek te testen. Dat viel niet tegen. Meermalen werden aanvullingen vanuit het publiek geroepen. Zoals tijdens het verhaal over de gebroeders Jakob en Esau, en de linzen soep waarmee Esau zijn eerstgeboorterecht verkwanselde. En over het huwelijk van Jakob met Rachel en daarna Lea. “Maar wie kent deze verhalen over enkele jaren nog?” vroeg de domineeszoon uit Westernieland zich af.

Het decor deed denken aan een museumzaal, met kandelaars, een antieke vaas en een opgezette hond, en Freek daarbij als suppoost. Hiermee voortbordurend op de tentoonstelling die afgelopen jaar in het Groninger museum werd gehouden over leven en werk van Freek en Hella de Jonge. Sommige bezoekersverhalen leenden zich goed voor deze voorstelling. Zo beweerde een van de aanwezigen nog eens kaarsen te hebben gesmokkeld voor Freeks’ vader, tijdens de bezetting. De Jonge excelleerde meerdere malen zeker met het verhaal over de Zwarte Cross, het evenement waar het volgens hem alleen draait om ‘stront en kont.’ En met de anekdote over het verschijnsel ‘crosskicking’ kreeg hij de zaal plat. De Jonge leek onvermoeibaar, en dat mag met zijn (bijna) 75 jaar, een prestatie op zich worden genoemd.