Tara van 19 jaar is een vlotte meid, en schaatsen kan ze als de beste. Voor het komende seizoen heeft ze haar zinnen gezet op deelname aan de Prolympische winterspelen in Zuid Paprika. Edoch: Juist bij haar laatste kwalificatiewedstrijd komt ze één tiende punt tekort. Één tiende punt! Het is niet te geloven. Ze baalt als een stekker en is niet te genieten. Al die moeite voor niks. Pech, verdomme, pech! Met lede ogen ziet Tara op het TV journaal, hoe haar teamgenoten uitgelaten afreizen naar het toernooi.

Maar terwijl Tara thuis zit te mokken, heeft een van de wél geselecteerde talenten nog meer pech. Het busje waarmee de 23 jarige Madelon van het Prolympisch dorp naar het trainingskamp wordt vervoerd, botst frontaal op een tegenligger. De tegenligger is op de verkeerde weghelft geraakt, en zoals later blijkt, zat de bestuurder met zijn mobieltje te spelen. Met dit stomme ongeluk vallen Madelon’s sportieve dromen in duigen. Zwaar gewond en in coma, wordt ze naar het ziekenhuis gebracht. Haar toestand blijft vooralsnog ongewis.

De coach van het team roept Tara per direct op. Hij kan haar nog een deelnemers ticket bezorgen, maar dan moet ze subiet afreizen, en zich meteen bij de ploeg melden. Ze staat voor een dilemma, want de geblesseerde Madelon is een goede vriendin van haar. Uiteindelijk meent ze toch dat ze deze kans niet kan laten gaan en vertrekt dezelfde dag naar Zuid Paprika. Na aankomst op de luchthaven van Kaap de Grote Hoop, reist ze verder met de trein naar de plaats en het stadion waar de schaatswedstrijden zullen worden verreden.

Het is een lange tocht, door het holst van de nacht. Buiten sneeuwt het volop. Tara dommelt weg in haar slaapcoupé. Plotseling; een geweldige knal. Tara dondert van haar brits, op de vloer. Het geluid van schurend ijzer, brekend glas, het snijdt door merg en been. De trein is ontspoord, en boort zich verder in de berm naast het spoor. Als het gevaarte tot stilstand komt, oogt het als één grote ravage. Tara voelt aan haar voorhoofd. Bloed! “Naar buiten, ik moet naar buiten,” mompelt ze. Op handen en voeten kruipt ze naar de zijkant van de trein. Daar trekt ze zich omhoog, kruipt door het raam, waarvan de ruit is kapot gesprongen en laat zich op de grond zakken. Vanuit allerlei raampjes komen mensen naar buiten gekropen en gestrompeld. Het is een chaos. Iedereen loopt door elkaar. Volgens de machinist is hulp onderweg, maar dat kan even duren. Tara heeft haast, ze moet zich immers tijdig bij haar ploeg melden. Ze hoort van een steward dat het wedstrijdstadion aan de overkant van de besneeuwde heuvel, die voor hen oprijst, ligt, Maar, waarschuwt hij, om de tocht lopend af te leggen is levensgevaarlijk. De man beveelt haar om bij de trein te blijven. Tara trekt haar eigen plan. Zodra de steward uit het zicht is verdwenen, smeert ze ‘m. De heuvel op, richting stadion.


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder